Service of SURF
© 2025 SURF
SummaryA question that received considerable interest from language teachers and researchers alike is what corrective feedback (CF) should look like to be maximally beneficial to learners’ second language development. This chapter zooms in on two feedback types that have been distinguished in the CF literature: focused and unfocused CF. After a careful characterization of these two feedback options, theoretical, methodological, and pedagogical arguments are discussed for both of them. The chapter furthermore provides a synthesis of oral and written feedback studies into the (relative) value of focused and unfocused CF. It concludes with suggestions for further research and implications for L2 classrooms.
De Hogeschool Utrecht heeft een experiment uitgevoerd om het curriculum van de Pabo te flexibiliseren, zodat het beter aansluit op de leerbehoeften van studenten. Dit project richtte zich op het verbeteren van zelfregulatie door middel van ontwikkelingsgerichte feedback. In twee nieuw ontworpen cursussen werd programmatisch toetsen toegepast, waarbij feedback centraal stond dat werd vastgelegd in het digitale portfolio Scorion. Studenten verzamelden bewijsmateriaal in dit systeem, waarop verschillende feedbackgevers feedback gaven. Daarnaast werden studenten in kleinere leerteams begeleid en getraind in feedbackgeletterdheid, wat hen hielp om feedback beter te begrijpen, te gebruiken en erop te reageren. De resultaten van het project toonden aan dat het mogelijk is om onderwijs en toetsing zodanig te ontwerpen dat studenten meer regie krijgen over hun leerproces. Het project biedt een solide basis voor verdere ontwikkeling en verbetering van het onderwijsprogramma.
MULTIFILE
From the article: "AbstractFeedback plays a central role in learning. Crucial to this is the nature and timing ofthe feedback. This experimental study explores the efficacy of immediate computer-mediated feedback within a virtual reality environment designed to facilitate thedevelopment of pre-university students' presentation skills. Two conditions wereestablished to assess the efficacy: immediate computer-mediated feedback; a controlcondition of delayed expert-mediated feedback. Results showed improvement butno statistically relevant difference in performance gains between the two conditions,suggesting both can facilitate learning. Furthermore, students perceived the environ-ment to be an effective and motivating platform in which to practise presentationskills. For educators seeking viable alternatives to face-to-face presentation practiceand feedback, the finding that immediate computer-mediated feedback is potentiallyas effective in aiding presentation performance is crucial for two reasons: first, itexpands practice opportunities for students; second, it could result in less pressureon resources, including time and staffing."
LINK
In het interdisciplinaire CIRC-PEB project wordt het Product Architecture Mapping (PAM) instrument − een Lean methode die een systematische ontwikkeling van de productarchitectuur ondersteunt − in nauwe samenwerking met drie MKB (maak)bedrijven en één grootbedrijf verder ontwikkeld en toegepast in de richting van duurzaamheid en circulariteit. Hierbij is ook aandacht voor nieuwe product-dienst combinaties. Tevens richt CIRC-PEB zich op een sterkere koppeling van PAM, wat zich vooral richt op de ‘waarde-propositie’ van een bedrijf, met de andere bedrijfsmodel componenten: ‘waarde creatie’, ‘waarde netwerk’, en ‘waarde toe-eigening’ of verdienmodel. Deze koppeling is van belang omdat PAM keuzes direct invloed hebben op de mogelijkheden en onmogelijkheden voor andere bedrijfsmodel componenten. Het resultaat is een meer holistisch en toekomstbestending analyse-instrument voor circulaire bedrijfsmodellen wat past bij het toenemende belang van duurzaamheid in de maakindustrie. Na een eerste toepassing van het vernieuwde instrument in de consortiumbedrijven worden inzichten verder verspreid onder andere MKB maakbedrijven en studenten.
Er bestaat nog geen geschikte methode waarmee sportondernemingen hun activiteiten kunnen evalueren en zo hun maatschappelijke relevantie kunnen aantonen. Dit is essentieel om inzicht te krijgen in de werkzame bestandsdelen, maar ook in het vormgeven van hun relatie met stakeholders als financiers en overheden. Het doel van dit project is dan ook om samen met die stakeholders een handreiking te ontwikkelen waarmee sportondernemingen zelf, of met ondersteuning van onderzoekers, aan de slag kunnen gaan met het bepalen van de waarde en impact van hun activiteiten. We gaan geen one-size-fits-all oplossing vinden, maar kunnen sportondernemingen als ook andere sportorganisaties en gemeenten wel op weg helpen. Om daar te komen richten we een consortium op met sociale ondernemingen More2Win en FC Social Work, alsook Kenniscentrum Sport en Bewegen, gemeente Nijmegen en nog aantal praktijkinterventies. Samen willen we komen tot een algemene aanpak en geschikte indicatoren formuleren die kunnen helpen om de output en outcome op verschillende sociaal-maatschappelijke thema’s te meten. Deze zullen in de praktijk worden getest om erachter te komen wat wel en niet goed werkt. De uiteindelijke handreiking wordt gepresenteerd in een interactieve, online gids waarin men kan doorklikken naar de onderwerpen, thema’s en evaluatiefases die voor sportprojecten op dat moment relevant zijn voor het maken en meten van maatschappelijke impact.
Performance feedback is an important mechanism of adaptation in learning theories, as it provides one of the motivations for organizations to learn (Pettit, Crossan, and Vera 2017). Embedded in the behavioral theory of the firm, organizational learning from performance feedback predicts the probability for organizations to change with an emphasis on organizational aspirations, which serve as a threshold against which absolute performance is evaluated (Cyert and March 1963; Greve 2003). It postulates that performance becomes a ‘problem’, or the trigger to search for alternative procedures, strategies, products and behaviors, when performance is below that threshold. This search is known as problemistic search. Missing from this body of research, is empirically grounded understanding if the characteristics of performance feedback over time matter for the triggering function of the feedback. I explore this gap. This investigation adds temporality as a dimension of the performance feedback concept guided by a worldview of ongoing change and flux where conditions and choices are not given, but made relevant by actors and enacted upon (Tsoukas and Chia 2002). The general aim of the study is to complement the current knowledge of performance feedback as a trigger for problemistic search with an explicit process temporal approach. The main question guiding this project is how temporal patterns of performance feedback influence organizational change, which I answer in four chapters, each zooming into one sub-question.First, I focus on the temporal order of performance feedback by examining performance feedback and change sequences organizations go through. In this section time is under study and the goal is to explore how feedback patterns have evolved over time, just as the change states organizations pass through. Second, I focus on the plurality of performance feedback by investigating performance feedback from multiple aspiration levels (i.e. multiple qualitatively different metrics and multiple reference points) and how over time clusters of performance feedback sequences have evolved. Next, I look into the rate and scope of change relative to performance feedback sequences and add an element of signal strength to the feedback. In the last chapter, time is a predictor (in the sequences), and, it is under study (in the timing of responses). I focus on the timing of organizational responses in relation to performance feedback sequences of multiple metrics and reference points.In sum, all chapters are guided by the timing problem of performance feedback, meaning that performance feedback does not come ‘available’ at a single point in time. Similarly to stones with unequal weight dropped in the river, performance feedback with different strength comes available at multiple points in time and it is plausible that sometimes it is considered by decision-makers as problematic and sometimes it is not, because of the sequence it is part of. Overall, the investigation is grounded in the general principles of organizational learning from performance feedback, and the concept of time as duration, sequences and timing, with a focus on specification of when things happen. The context of the study is universities of applied sciences and hotels in The Netherlands. Project partner: Tilburg University, School of Social and Behavioral Sciences, Department of Organization Studies