Service of SURF
© 2025 SURF
Begin september was ik als ‘extern deskundige’ aanwezig bij de afstudeerpresentatie van een bachelor student Human Resource Management. De student heeft afgelopen jaar bij Defensie onderzocht hoe deze organisatie medewerkers begeleidt, van wie de functie vervalt. Het gaat daarbij in het kader van de huidige bezuinigingsdoelstellingen om ongeveer 10.000 functies die in de toekomst gaan verdwijnen, zowel bij militairen als bij burgerpersoneel! Voor de bemiddeling naar andere posities op de arbeidsmarkt wordt samengewerkt met een groot uitzendbureau en met UWV WERKbedrijf. Daarnaast beschikt de Defensieorganisatie over interne loopbaanbegeleiders en bemiddelaars. Voor uitstromende medewerkers zijn tal van faciliteiten beschikbaar op het gebied van begeleiding, opleiding en loondoorbetaling, vastgelegd in Sociale Beleidskaders. Defensie toont daarmee goed werkgeverschap. De casus die mij opviel in de discussie naar aanleiding van het onderzoek, betrof medewerkers op Mbo-niveau die een vervolgstudie wilden gebruiken voor verbetering van hun arbeidsmarktkansen. Verzoeken om een Hbo-opleiding te beginnen werden echter afgewezen omdat de looptijd van 3 à 4 jaar voor een bachelor programma te lang wordt gevonden. Niemand van de bemiddelaars was op de hoogte van Associate Degree programma’s, waarbij een Mbo’er of Havist in 1 à 2 jaar een erkend diploma van een beroepsopleiding verwerft!
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
In dit onderzoeksrapport wordt antwoord gegeven op de vraag “In hoeverre is het wenselijk dat jonge mantelzorgers zorgen voor naaste familieleden?”. Om deze vraag te beantwoorden is allereerst een literatuurstudie verricht naar de beschikbare gegevens over de situatie van jonge mantelzorgers en thema’s die spelen. Vervolgens zijn diepte-interviews afgenomen bij jonge mantelzorgers aan de hand van een vragenlijst met verdiepende thema’s verkregen uit de literatuurstudie. In de interviews is op zoek gegaan naar unieke verhalen over bijzondere situaties achter de voordeur, naar details op microniveau die vanuit de bestudeerde literatuur nog niet bekend zijn. Voor dit kwalitatieve onderzoek is gekozen vanuit de visie en het inzicht dat afstemming in de zorgtriade tussen zorgvrager, jonge mantelzorger en beroepskracht vraagt om gedetailleerde informatie over hoe de jonge mantelzorger de situatie ervaart en beleeft. Naast negatieve gevolgen zoals overbelasting, gezondheidsklachten, isolement, studievertraging of psychische problemen, zijn er ook positieve kanten aan het langdurig zorgen voor een zieke naaste. Zo leert de jonge mantelzorger verantwoordelijkheid te nemen, zelfstandig te handelen, doortastend te zijn en liefdevol te zorgen voor anderen. Kwaliteiten die hen in de ouderrol of als professional goed van pas zullen komen, mits zij hier niet in doorslaan. Opvallend is dat de geïnterviewde jonge mantelzorgers de zorgsituatie waarin zij zitten niet loslaten, hoe moeilijk deze soms ook voor hen is. De zorg voor de naaste gaat altijd voor, andere dingen in het dagelijks leven zoals school, vrienden en sport zijn hier ondergeschikt aan. Aandacht en steun van familie, vrienden en professionals voor hun zorgsituatie vragen zij nauwelijks. Maar helpen wel degelijk om een passende balans te vinden tussen zorgtaken, studie en persoonlijke ontwikkeling. De in dit rapport opgenomen unieke profielen van Aisha, Nadzine, Karin, Ricardo, Siham en Kimberley dragen hier mogelijk aan bij.