Service of SURF
© 2025 SURF
Bij het opleiden van leraren is de relatie tussen opleidingstheorie en de schoolpraktijk vaak lastig. Tot midden jaren negentig lag het primaat vaak bij de theorie. In deze bijdrage wordt een project uit de jaren 1993-1996 beschreven en gekvalueerd, waarin het tijdstip en de aard van het aanbieden van onderwijskundige theorie in de tweedegraads lerarenopleiding afhankelijk wordt gemaakt van in de schoolpraktijk door studenten ervaren vragen en problemen. Scholen waren opdrachtgever en formuleerden praktijkgerichte opdrachten en projecten waarmee studenten aan de slag gingen. Een vorm van werkplek leren avant la lettre in 1995, met een eervolle vermelding van de toenmalige visitatiecommissie onder leiding van mevr. Ginjaar-Maas.
In wetenschappelijk onderzoek wordt veel aandacht besteed aan professionele praktijken. Een van de eerste auteurs die het praktijkbegrip introduceerde in de sociale wetenschappen is Pierre Bourdieu. Aan de hand van zijn boek Le sens pratique wordt onderzocht wat we van zijn denken kunnen leren. In de praktijktheorie van Bourdieu spelen de concepten habitus, symbolisch kapitaal en veld een belangrijk rol. Het gebruik van deze begrippen is op zich al winst als het gaat om de doordenking van professionele praktijken. Dat is echter slechts een deel van het verhaal. Bourdieu bepaalt ons als geen ander bij de kloof die er tussen theorie en praktijk bestaat. Bovendien heeft hij een scherpe blik voor de ideologische strijd die er binnen professionele praktijken gevoerd wordt. Hij levert daarmee een heel eigen bijdrage aan het debat over normativiteit en zingeving binnen professionele praktijken.
Hoewel de eindtermen voor het vreemdetalenonderwijs gericht zijn op communicatieve vaardigheden, blijkt in de praktijk dat veel leerlingen maar beperkt (leren) communiceren in de vreemde taal. Om een brug te slaan tussen de vakdidactische theorie en de vakdidactische ontwikkeling van leraren-in-opleiding in de (stage)praktijk hebben Charline Rouffet, Irene de Kleyn, Marleen IJzerman, Catherine van Beuningen en Rick de Graaff een observatie-instrument ontwikkeld dat gebaseerd is op principes van communicatief taalonderwijs, en dat het vakdidactisch handelen van leraren moderne vreemde talen (in opleiding) observeerbaar en evalueerbaar maakt. Het instrument kan zowel door lerarenopleiders en stagebegeleiders als door leraren-in-opleiding zelf gebruikt worden voor observeren, feedback geven of ontwerpen van onderwijs. Hun artikel laat zien hoe het observatie-instrument is geëvalueerd op validiteit, betrouwbaarheid en praktische bruikbaarheid en hoe het kan worden ingezet.
LINK