Service of SURF
© 2025 SURF
In 2020 dienen basisscholen Wetenschap & Technologie geïntegreerd te hebben in hun curriculum (Techniekpact, 2013). Veel scholen moeten nog flinke stappen zetten en in sommige gevallen moeten de eerste stappen nog worden gezet. In de onderwijspraktijk is behoefte aan houvast voor het kiezen van leermateriaal op het gebied van W&T. Er is behoefte aan middelen om de kwaliteit van het beschikbare materiaal te analyseren en aan een analyse van veelgebruikte materialen. In dit kortlopende project van het expertisecentrum TechYourFuture is een analysekader ontwikkeld voor het beoordelen van de kwaliteit van W&T onderwijsmateriaal. Daarbij zijn zes wereldoriëntatie methodes geanalyseerd op hun W&T-gehalte. In wat volgt, wordt uiteengezet hoe het onderzoek is opgezet welke keuzes daarbinnen gemaakt zijn. Tevens worden de bevindingen gepresenteerd en worden conclusies getrokken.
MULTIFILE
Rosa Alberto (HU) en Bart Kleine Deters (ECBO) deden onderzoek naar welke lessen we als Nederland kunnen leren van het buitenland op het gebied van beleid in gecijferdheid. Dit deden ze aan de hand van een thematische analyse op vier terreinen: 1. Samenhang in basisvaardigheden(-beleid) 2. Implementatiemethode van basisvaardighedenbeleid 3. De rol van kenniscentra 4. Rol van werkgevers in het versterken van basisvaardigheden Het onderzoek geeft mooie aanknopingspunten en inspiratie voor de ve-plannen die bij het ministerie van OCW in de maak zijn. Dit onderzoek is verschenen binnen het project Gecijferdheid als Basisvaardigheid, waarbij de HU, CINOP en Freudenthal Instituut (UU) samen optrekken.
Dit project poogt een bijdrage te leveren aan het versterken van “de kennisketen van de gastvrijheidseconomie” middels de volgende projectdoelstellingen: • SWOT-analyse van huidige situatie, vanuit verschillende stakeholderperspectieven: kijkend vanuit de ontwikkelopgaves die men ziet, aan welke data over de customer journey is behoefte (inventarisatie)? Wat zijn de bijbehorende sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen (analyse)? • Versterken van de kennisketen via: hoe kunnen we kennisketen versterken met nieuwe technieken en door slim organiseren? • Een overzicht van strategische opties: welke strategische opties zijn er om 1.) sterktes te benutten om kansen te pakken en bedreigingen af te wenden en 2.) zwaktes op te lossen door kansen te pakken en gevaren te voorkomen die met bedreigingen meekomen • Input leveren voor 2.0 versie van het manifest van Gastvrij Overijssel en de beoogde oprichting van een “Data Hub” (waarvoor nog geen officiële werktitel) In de opvolgende hoofdstukken en paragrafen gaan we in op de aanpak (hoofdstuk 2) en de uitkomsten (hoofdstuk 3).
De toenemende belangstelling voor toerisme en recreatie, vooral in natuurgebieden, staat voor verschillende uitdagingen. Voor Natuurgrenspark De Groote Heide is dit niet anders. Samenwerking over de grens heen en bezoekersmanagement zijn cruciaal, gezien het gebied zich uitstrekt over Nederland en Vlaanderen.Grensloos Park De Groote Heide verbind Vlaanderen en Nederland letterlijk, door te werken aan fietsroutes die abrupt eindigen bij de grens en historische locaties die afhankelijk zijn van herstel aan de andere kant van de grens. Een tweede uitdaging is het vergroten van de toegankelijkheid voor diverse doelgroepen, zoals mensen met een fysieke beperking. Het gebied mist geschikte toegangspoorten en routes voor fietsers en e-bikes. De projectpartners willen lokale bewoners en verenigingen actief betrekken om het cultuur-historische karakter van het gebied meer tot uiting te laten komen in de thematische routes en via eigentijdse belevingselementen. Het betrekken van lokale gemeenschappen zal op termijn niet alleen de identiteit van het natuurgrenspark versterken, maar ook een breder draagvlak creëren voor beheer en bescherming. Dit brengt ons bij de derde uitdaging van het project om een duurzaam evenwicht te vinden tussen natuur en recreatie. Het Grensloos Park richt zich hiervoor op innovatieve oplossingen, ondersteund door gedetailleerde dataverzameling en -analyse, om bezoekersstromen beter te begrijpen.Collaborative partnersNatuurgrenspark De Groote Heide BGTS, Gemeente Heeze-Leende, Stad Hamont-Achel, Gemeente Cranendonck, Gemeente Valkenswaard, Gemeente Eindhoven, Natuurpunt Beheer.
Dit onderzoek levert een bijdrage aan het bestrijden van laaggeletterdheid in de noordelijke provincies door met leerkrachten en pabo-studenten een werkwijze te ontwikkelen om het ontluikend schrijfgedrag van een- en meertalige kinderen te herkennen en te versterken. De voor- en vroegschoolse ontluikende geletterdheidsontwikkeling van jonge kinderen (2-7 jaar) vormt de basis voor latere formele lees- en schrijfinstructie en geletterdheidsontwikkeling. Hoewel ontluikende geletterdheidsontwikkeling vooral zichtbaar wordt in teken- en schrijfactiviteiten, is juist dit ontluikende schrijfgedrag nauwelijks onderzocht bij zowel één- als meertalige leerlingen, leidend tot professionele handelingsverlegenheid. Zo sluiten leerkrachten niet altijd optimaal aan bij ontluikend schrijfgedrag van (meertalige) kleuters en is onduidelijk hoe ze dit gedrag samen met leerzaam taalgebruik (school language) kunnen ontlokken en versterken in thematische spelverhalen. Omdat interactie tussen kinderen, peerinteractie, in spel zowel bevorderlijk kan zijn voor ontluikend schrijfgedrag als school language, luidt de onderzoeksvraag: Hoe kunnen (aankomende) leerkrachten het ontluikend schrijfgedrag en school language van jonge (één- en meertalige) kinderen herkennen en versterken in peerinteractie? Deze vraag wordt beantwoord door ontwerpgericht onderzoek, waarin intensief met (aankomende) leerkrachten wordt samengewerkt. Door (video-)opnames van peerinteracties en schrijfproducten in thematische spelverhalen te analyseren, wordt meer inzicht verkregen in hoe één- en meertalige kleuters overleggen rondom dergelijke schrijfproducten en in voor hun ontluikend schrijfgedrag en school language stimulerende contexten. Door het cyclische onderzoekskarakter worden tegelijkertijd drie betekenisvolle thematische spelverhalen (door)ontwikkeld en wordt bijgedragen aan de professionalisering van (aankomende) leerkrachten. Tenslotte wordt meer inzicht verkregen in elementen van een potentieel professionaliseringstraject. De opbrengsten worden gedissemineerd in wetenschappelijke- en vakpublicaties en presentaties, en gedeeld middels een website waarop kennisclips en de (door)ontwikkelde thematische spelverhalen beschikbaar worden gesteld voor leraren(opleiders) en pabo-studenten. Met dit onderzoek kan de postdoc-kandidaat bijdragen aan de ambities van beide lectoraten, voortbouwen op zijn promotieonderzoek en zich ontwikkelen in het vormgeven van en leiding geven aan een onderzoeksproject.
Complexe vraagstukken vragen om professionals die over grenzen van disciplines samenwerken, zeker in zorg en welzijn. Om dit te leren zijn discipline overstijgende, in-society leeromgevingen nodig. Er zijn veel varianten (multi-, inter-, cross- of transdisciplinaire/professionele leeromgevingen), maar het is niet altijd duidelijk wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen die varianten. Dit onderzoek richt zich op de kenmerken van de verschillende varianten en hoe ze te ontwerpen.Doel Via een synthese van inzichten uit de literatuur hebben wij als doel om ontwerpkennis te vinden die professionals uit beroepsonderwijs en het werkveld helpt om gezamenlijk leeromgevingen te ontwerpen en zo indirect het aanbod aan discipline overstijgend onderwijs te versterken. Resultaten Deze overzichtsstudie levert gevalideerde ontwerpkennis op, die bruikbaar is voor het ontwerpen van in-society leeromgevingen in het hoger onderwijs. Deze ontwerpkennis is relevant voor beleidsmakers, projectleiders, docenten, onderwijsontwikkelaars, professionals in het veld en onderwijsonderzoekers. Looptijd 01 september 2022 - 31 augustus 2023 Aanpak Wij hanteren een discipline-overstijgende aanpak met onderzoekers van verschillende expertisegebieden: gezondheidszorg, sociaal werk, sociaaljuridische dienstverlening, ICT en onderwijskunde. We doorzoeken vijf databases, selecteren relevante artikelen en vatten deze samen. Via thematische analyse komen we tot ontwerpkennis, die wordt gevalideerd middels focusgroepen.