Service of SURF
© 2025 SURF
This paper investigates whether students change their entrepreneurial entry preference if they are presented with different options. We propose that students’ entry preferences are mediated by concepts proposed by threshold theory: choice options, opportunity costs and psychic income. This study is exploratory in nature, analyzing a small sample of 31 student essays both quantitatively and qualitatively to test our propositions. Though lacking a control group, enrolment in a six-week module on entry mode options by a group of third year Bachelor students at a Dutch university resulted in some interesting changes—in particular, toward greater clarity in the entrepreneurial entry mode preference as well as a shift toward takeover options (including firm acquisition and family succession). However, thematic analysis of students essays reveals that the perceived ability to act on such preferences may still be limited by opportunity costs (i.e., the higher need for financial capital) and a self-perceived lack of human capital (entrepreneurial or management experience).
The use of the word “social” in the context of information technology goes back to the very beginnings of cybernetics. It later pops up in the 1980s context of “groupware.” The recent materialist school of Friedrich Kittler and others dismissed the use of the word “social” as irrelevant fluff – what computers do is calculate, they do not interfere in human relations. Holistic hippies, on the other hand, have ignored this cynical machine knowledge and have advanced a positive, humanistic view that emphasizes computers as tools for personal liberation. This individualistic emphasis on interface design, usability, and so on was initially matched with an interest in the community aspect of computer networking. Before the “dot-com” venture capitalist takeover of the field in the second half of the 1990s, progressive computing was primarily seen as a tool for collaboration among people.
The world of student associations, is not all what it seems to be. Here, like in the corporate boardroom, we find a world of personal ambition that drive unproductive acquisitions and other unwanted managerial behavior. Agency problems as studied by Jensen & Meckling (1976) and eloquently summarized by Gordon Gekko (1987) are major causes of the credit crisis of 2008.
De Nederlandse agrosector heeft te maken met sterke schaalvergroting, klimaatverandering, achteruitgang van bouwland door bodemverdichting van zware machines, teruglopende beschikbaarheid van arbeid en een strengere milieuwetgeving. Oplossingen worden gezocht in het gebruik van kleine, autonome machines (agrobots) die specifieke taken van boeren kunnen overnemen. Nederlandse machinebouwers als Lely spelen hierop in met melk-, voer- en mestruimrobots. De agrarische sector wil steeds efficiënter werken, haar productiviteit verbeteren en vraagt zodoende voortdurend om slimmere applicaties. Een toekomstbeeld waarbij samenwerkende agrobots situaties kunnen beoordelen en gezamenlijk complexe taken kunnen uitvoeren wordt gezien als ‘The next step’ en onvermijdelijk, maar tevens als ingewikkeld, risicovol en voorlopig onrealiseerbaar. Machinebouwers hechten grote waarde aan betrouwbaarheid en missen de technologie om onderlinge coöperativiteit tussen machines met de nodige robuustheid te kunnen ontwikkelen en te integreren in hun product. De HAN heeft inmiddels veel ervaring opgebouwd op het gebied van programmeertools voor robotica en wil samen met kennisinstellingen als WUR, TUDelft en UT, machinebouwers als Lely en MultiToolTrac en eindgebruikers uit de agrarische sector, kennis en ervaring ontwikkelen op het gebied van het programmeren van robuuste, coöperatieve systemen. Het consortium wil dit doen met behulp van een modelgebaseerde workflow op basis van een integrale, open source toolchain waarin bestaande tools c.q. ecosystemen zijn geïntegreerd. Dit moet uiteindelijk resulteren in een praktijkdemonstratie – op de Floriade 2022 - van de technologie middels twee prototypes: mestrobots in de veehouderij en oogstafvoersystemen in de akkerbouw. Ten behoeve van een goede projectfocus beschouwt DurableCASE autonomie als reeds bestaand en voegt hier coöperativiteit aan toe. Concreet levert DurableCASE het volgende op: - gedemonstreerde en gepubliceerde, toepasbare kennis over robuuste coöperativiteit in agrobotica, gebaseerd op multi-agent technologie; - een open toolchain die efficiënte, modelgebaseerde ontwikkeling van robuuste coöperativiteit mogelijk maakt; - inzicht in de business case; - lesmateriaal op basis van bovengenoemde kennis en toolchain.