Service of SURF
© 2025 SURF
Het invoeren of implementeren van vernieuwingen in de gezondheidszorg is ingewikkeld. Iedere verpleegkundige die al eens iets heeft willen veranderen heeft dat waarschijnlijk aan den lijve ondervonden. Ondanks deze moeilijkheden hebben we als professional de uitdagende taak om bij te dragen aan het verbeteren van de kwaliteit van de zorg, bijvoorbeeld door vernieuwingen in te voeren. In dit artikel wordt ingegaan op 4 methodische werkwijzen die vaak gebruik worden in zorg- en onderwijssettings bij het implementeren van veranderingen. Dit zijn: PDCA cyclus van Deming Participatief Actieonderzoek (PAO) Implementatiemodel van Grol en Wensing Responsieve Evaluatie (RE) Het doel van dit artikel is een praktisch overzicht te bieden van deze methoden en modellen die de implementatie van een verandering kunnen ondersteunen, zodat de lezer een methode of een combinatie daarvan kan kiezen die bij zijn situatie en uitgangspunten aansluit. Dit overzicht wordt geboden door de 4 methoden in een matrix te beschrijven en vervolgens te vergelijken.
LINK
Een onderzoek naar de toepassing en ervaringen van jongeren en begeleiders bij Kwintes In 2012 verscheen het ‘Handboek integrale rehabilitatiebenadering’ van Jean Pierre Wilken en Dirk den Hollander. Het boek beschrijft verschillende toepassingen van het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen (SRH), zoals bij ouderen en mensen met autisme. Een doelgroep waaraan het boek geen aandacht besteedt is de toepassing van het SRH bij jongeren. Bij Kwintes, een grote instelling voor begeleid en beschermd wonen in Midden-Nederland en Flevoland die het SRH als basismethodiek hanteert, is de afgelopen jaren een specifieke training ontwikkeld voor het werken met jongeren met psychiatrische problematiek. De ontwikkeling van de training kwam voort uit de behoefte van RIBW-medewerkers om meer handvatten te krijgen om met jongeren te werken richting zelfstandigheid. Het SRH werd aangevuld met elementen uit het competentiegericht werken en specifieke kennis over de ontwikkeling van jongeren (Kwintes, 2012a
LINK
Zo worden cliënten burgers beschrijft de uitgangspunten en methodiek van het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen (SRH). Deze methodiek biedt professionals in de geestelijke gezondheidszorg, de maatschappelijke opvang en de verslavingszorg handvatten om cliënten optimale ondersteuning te geven. Het SRH is bedoeld om mensen te ondersteunen in hun persoonlijk en maatschappelijk herstelproces. Zij is gebaseerd op uitgangspunten van psychosociale rehabilitatie, presentie, herstel en empowerment. Het boek bevat veel praktijkvoorbeelden en praktische aanwijzingen. Het is uitermate geschikt voor opleiding en training van professionals op mbo- en hbo-niveau.
LINK
Eerder onderzoek toont aan dat de leerkrachtinterventies, wanneer leerlingen werken met ICT-roboticaomgevingen, bijdragen aan de beslissingsvaardigheid van leerlingen bij het oplossen van programmeerproblemen. Ook is aangetoond dat het de leerkracht moeite kost om terughoudend te zijn wanneer leerlingen m.b.v. ICT een probleem moeten oplossen. Deze terughoudendheid van de leerkracht is een belangrijke voorwaarde om onderzoekend leren en probleemoplossend handelen op basis van ICT-omgevingen bij leerlingen mogelijk te maken. In plaats van een zekere terughoudendheid te betrachten interveniëren leerkrachten vaak vanuit zichzelf om informatie te verstrekken of wanneer moeilijke problemen opgelost moeten worden waarbij misconcepties dreigen te ontstaan. Het doel van het project is om vast te stellen welke leerkrachtinterventies werken en wat daar de opbrengst van is binnen een ICT-programmeeromgeving. De beoogde resultaten bestaan enerzijds eruit dat leerlingen van zowel onderbouw, middenbouw als bovenbouw in staat zijn om: - te programmeren met behulp van LEGO materiaal; - zodanig te programmeren dat ze systematisch een probleem aanpakken; - zodanig te programmeren dat ze binnen een statische of dynamische programmeeromgeving en programmeerprobleem kunnen oplossen; en bestaan anderzijds eruit dat in kaart wordt gebracht welke leerkrachtinterventies werken en wat daarvan de opbrengst is.
De Wet passend onderwijs (2014) zou er voor moeten zorgen dat alle kinderen een goede onderwijsplek krijgen. Echter, voor leerlingen met autismespectrumstoornis (ASS) die substantiële ondersteuning nodig hebben, is dat lastig te realiseren. Zij laten problemen zien in hun betrokkenheid bij de leertaak, wat gerelateerd is aan lage schoolprestaties en voortijdige uitval. Deze leerlingen hebben baat bij een goede gezamenlijke ondersteuning van leerkracht en jeugdprofessional. Echter, leerkrachten hebben weinig kennis en ervaring met ASS om de juiste ondersteuning te kunnen bieden. Jeugdhulpverleners, die op school ingezet worden, zijn onvoldoende op de hoogte van wat er vanuit het onderwijs moet gebeuren. Leerkrachten en jeugdhulpverleners kunnen elkaar versterken, maar er is nog te vaak sprake van figuurlijke afstand en gebrek aan verbondenheid. Professionalisering is nodig, gericht op het versterken van het handelen van leerkrachten en jeugdhulpverleners in de klas en hun interprofessionele samenwerking. Hoe zo’n professionalisering eruit moet zien en hoe leerkrachten en jeugdhulpverleners elkaar kunnen versterken is nog onduidelijk. Er is behoefte aan good practices op dit terrein. Om dit complexe praktijkprobleem op te lossen, maken we gebruik van ontwerponderzoek. We richten ons op de vraag: Hoe draagt een professionaliseringstraject bij aan het versterken van het handelen in de klas en het interprofessioneel samenwerken van leerkrachten en jeugdhulpverleners, zodat zij een integrale aanpak kunnen vormgeven waarmee de betrokkenheid van leerlingen met ASS in de klas wordt vergroot? Daartoe ontwikkelen we een professionaliseringstraject, waarbij we voortbouwen op kennis uit onder andere het vooronderzoek ’T PASST WEL!. We voeren het traject uit en evalueren systematisch de genomen stappen. Het project levert een toepasbaar professionaliseringstraject met (e-)tools rondom good practices voor de (opleidings-)praktijk op. Deze producten bieden onderbouwde en overdraagbare oplossingen voor problemen waar leerkrachten en jeugdhulpverleners tegenaan lopen bij het integraal vormgeven van hun aanpak bij leerlingen met ASS.
De Human Capital Agenda van GroenvermogenNL is de ‘enabler’ voor de ambitieuze activiteiten t.a.v. de productie en transport, op- & overslag van waterstof en de (grootschalige) toepassing ervan in de industrie en de overige toepassingsgebieden zoals mobiliteit & transport en de gebouwde omgeving. Belangrijke voorwaarde voor de realisatie van deze ambities is de voldoende beschikbaarheid van professionals met kennis en vaardigheden van waterstof en de toepassing ervan. Hiervoor moet nieuwe en noodzakelijke kennis snel beschikbaar komen in het reguliere onderwijs en voor de scholing en training van professionals die al werkzaam zijn. Eén van de werkstromen binnen de human capital agenda van GroenvermogenNL is de ontwikkeling en verduurzaming van learning communities rond waterstof. Learning communities zijn in transitieomgevingen een bruikbaar vehikel om derde-orde leren mogelijk te maken. In de energietransitie is zulk derde-orde leren of ook transformatief leren nodig. Dat vindt niet spontaan plaats maar vraagt om een gestructureerde manier van leren, waarin systematisch gewerkt wordt aan het conceptualiseren van complexe problemen, vraagarticulatie en het bedenken van oplossingsstrategieën. Een learning community kan dienen als innovatieruimte waarin kruisbestuiving plaatsvindt tussen verschillende types kennis en vaardigheden. Het project “Aanloopactiviteiten learning communities” is erop gericht om in de projectperiode (2022-2023) in grote lijnen twee met elkaar verweven hoofdactiviteiten uit te voeren, namelijk activiteiten die in de tweede fase zorgen voor daadwerkelijke opschaling én activiteiten die zorgen voor leren en kennisontwikkeling óver leren, werken en innoveren in learning communities. De projectperiode is een voorbereidingsjaar waarin in 6 regio’s gebouwd wordt aan een ecosysteem waarmee de HCA GroenvermogenNL gerealiseerd kan worden. Naast de regionale ontwikkeling zijn er 2 landelijke projecten, het onderhavige rond learning community-ontwikkeling en een project waarin gebouwd wordt aan een kennisplatform.