Service of SURF
© 2025 SURF
In de jeugdhulp ligt de nadruk vaak op zichtbaar gedrag van de jeugdige. Er wordt weinig of geen rekening gehouden met factoren die het problemen kunnen veroorzaken of in stand houden. Gevolg is dat de focus ligt op symptoombestrijding, maar het echte probleem in stand wordt gehouden en jeugdigen niet altijd de best passende hulp krijgen. Daarom is een verklarende analyse van groot belang.
Ambulantisering is in de eerste plaats een bezuinigingsmaatregel ingezet als onderdeel van de transitie van de AWBZ naar de WMO. In dit artikel wordt, aan de hand van het verhaal van een cliënt in een beschermende woonvorm, beschreven welke kansen ambulantisering biedt in een tijd waarin in de psychiatrie een paradigmashift gaande is. De focus van ziekte en symptoombestrijding wordtverlegd naar rehabilitatie en herstel. Het focussen op ontwikkeling en mogelijkheden vraagt het nodige lef van de cliënt, en van de professionals die hem begeleiden.
In de palliatieve terminale zorg is men nog erg terughoudend in de toepassing van telehealth technologie, terwijl voorgaande studies wel de potentiele meerwaarde ervan hebben aangetoond. In deze postdoc aanvraag zal daarom nader onderzoek worden gedaan naar de acceptatie van telehealth in de palliatieve terminale zorg. Het doel van het onderzoek is inzichtelijk maken hoe telehealth ingezet zou moeten worden in de palliatieve terminale zorg opdat het van meerwaarde is in het ondersteunen van; 1) de uitwisseling van informatie tussen zorgvragers en zorgverleners, en 2) de sociale interactie van zorgvragers met familie en naasten. De thematiek van het onderzoek sluit aan bij de onderzoekslijn Technology in Society van het lectoraat Technology, Health & Care. Het lectoraat opereert vanuit de pijler Health & Wellbeing dat onderdeel vormt van de corporate onderzoeksagenda van Saxion getiteld Living Technology'. De postdoc zal onder supervisie van de lector het onderzoek nader gaan uitwerken en uitvoeren. Daarbij zal ook nauwe samenwerking worden gezocht met studenten en de praktijk. Tevens zal de postdoc onderdeel uitmaken van een onderwijsteam opdat vervlechting van onderzoek en onderwijs goed tot stand gaat komen. In grote lijnen zal het onderzoek bestaan uit een literatuurstudie en een studie in de praktijk naar het gebruik en ervaringen van telehealth in de palliatieve terminale zorg. Vervolgens zal nader onderzoek zich richten op het ontwerp van een testopstelling voor de toepassing van telehealth in de praktijk van palliatieve terminale zorg. De postdoc zal zorgdragen dat studentopdrachten worden uitgezet bij diverse opleidingen opdat studenten kennis maken met het doen van onderzoek, en dat inspirerende colleges worden ontwikkeld, ingebed en verzorgd in diverse curricula. Daar waar mogelijk gaan studenten en docenten van verschillende opleidingen samenwerken om de gewenste interdisciplinariteit vorm te geven. Tot slot zal de postdoc in het kader van professionalisering zorgdragen voor kennisoverdracht naar docenten.
Onbegrepen gedrag (OG) is een veel voorkomend probleem bij verschillende (neuro)psychiatrische ziektebeelden, zoals neurocognitieve stoornissen (bijvoorbeeld dementie) en neurale ontwikkelingsstoornissen (bijvoorbeeld verstandelijke beperking, autisme, communicatiestoornissen). Stress is een belangrijke oorzaak van OG. OG uit zich o.a. in angst, agitatie/agressie, beweegdrang en/of ongeremd gedrag. Dit heeft een grote impact op de kwaliteit van leven van alle betrokkenen. Psychofarmaca spelen een grote rol in de behandeling, maar veroorzaken serieuze bijwerkingen, zijn vaak onvoldoende effectief en pakken de oorzaak niet aan (symptoombestrijding). De oorzaak kan psychosociaal behandeld worden door een gedegen analyse van gedrag en context. Echter, gedragsanalyse is arbeidsintensief en complex, o.a. door vaak beperkte communicatiemogelijkheden met de cliënten. Zij kunnen zelf niet aangeven wat zij als stressvol ervaren. Dit belemmert het achterhalen van stressoren die ten grondslag liggen aan OG. Stress-gerelateerde biomedische variabelen zoals hartslag, bloeddruk en huidgeleiding kunnen continu en laagdrempelig door een wearable (polsbandje) gemonitord worden. Gebeurtenissen, omgevingsomstandigheden en biomedische data kunnen met elkaar gecombineerd worden zodat er, op individueel niveau, inzicht verkregen wordt in de aanleiding voor OG. OG zou dan vroegtijdig gesignaleerd, of zelfs voorkomen kunnen worden. Deze gepersonaliseerde analyse maakt een gericht psychosociaal behandelplan mogelijk, waardoor psychofarmacagebruik gereduceerd en kwaliteit van leven verbeterd kunnen worden. Eerder onderzoek, o.a. door studenten van Fontys Hogescholen, heeft aangetoond dat een wearable de potentie heeft om (de aanleiding van) OG in kaart te brengen bij mensen met dementie op een psychogeriatrische afdeling. Daarnaast bleek dat hun omgeving (verzorgenden en wettelijk vertegenwoordigers) open staat voor het gebruik van wearables, mits er aan bepaalde randvoorwaarden is voldaan. Het doel van dit onderzoeksprogramma is, in samenwerking met vijf Fontys lectoraten (Health Innovations & Technology, Big Data, Mens en Technologie, Decision Support en Interaction Design) de bruikbaarheid van wearables in de zorg van personen met OG te introduceren, optimaliseren en evalueren.