Service of SURF
© 2025 SURF
This research was commissioned by the province of Groningen. The province of Groningen asked the question how the quality her bus stop data could be improved.The province of Groningen is ultimately responsible for public transport. The public transport bureau is set up in 2005 to arrange bus transportation. The management of the bus stops, however, is in the hands of the regional and local authorities. The province manages the bus stops along the provincial highways The municipalities are responsible for the other bus stops in the province. The staff who manage the bus stops are called road authorities. Also on this domain the County has to do with laws and policies. The province of Groningen states in its strategic Information plan that it will focus on the quality of its information in the coming years. The different activities within the bus stop management provide different, complex information flows. The complexity has to do with the province that distributes the tasks through several departments and works together with several external partners in the chain.Research, commissioned by the province of Groningen. The province of Groningen asked the question how the quality her bus stop data could be improved.
MULTIFILE
Deze publicatie is een voortvloeisel van het Time line Gallery project. In dit project bundelden ontwerpbureau DesignArbeid, het lectoraat Image in Context van Academy Minerva en kunstruimte Sign de krachten om jonge kunstenaars in staat te stellen om in door henzelf gevormde teams de mogelijkheden van de publieke ruimte begin 21 eeuw te onderzoeken en zichtbaar te maken. De straat als galery waarin projecten in een tijdslijn na elkaar eigen vormen van counter public space (Klug ..) kunnen realiseren. De kunstenaars zetten zich uiteen met actuele kwesties waarvoor nieuwe vormen van uitwisseling en participatie werden ontwikkeld: de klimaatcrisis tastbaar in het stijgende water, de rol van de vrouw binnen de studentenvereniging, vervreemding in het publiek domein, ons koloniaal verleden zichtbaar in onze publieke ruimte, propaganda achter grote stadsevents, het gemak waarmee ons fakenews op de mouw gespeld kan worden en de wijze waarop publiek en privaat domein in elkaar overlopen.De vraag die voor ons allen leidend is: Hoe kunnen kunstenaars en ontwerpers interventies doen die eraan bijdragen dat we als autonoom denkende mensen weer verbinding krijgen met wat Bruno Latour (2019) het Aardse noemt. Het Aardse als zijnde een concept dat ons helpt om de richting aan te geven waarheen we ons moeten bewegen in een bewustzijn dat de wereld niet meer bestaat uit een omgeving waar mensen zich in bevinden, maar uit een krachtenveld, een ecologie, waar we onderdeel van zijn. De onderzoekers van het lectoraat zoeken de conceptuele invalshoeken die ons helpen om zichtbaar te maken welke mogelijkheden de kunst heeft om het hoofd te bieden aan de vele vormen van propaganda en disciplinering in het begin van de 21 e eeuw die dit onmogelijk willen maken. Daarom vindt u in deze publicatie naast een schets van de verschillende interventies die de deelnemende kunstenaars ontwikkelden, ook de verschillende conceptuele perspectieven waar de onderzoekers uit het lectoraat mee werken.De hier gepresenteerde artistieke praktijken zijn een moment in de ontwikkeling van de kunstenaars, het gevolg van een scala aan ontmoetingen die eraan vooraf zijn gegaan en de consekwentie van een dynamiek die ze op een geven moment met elkaar in gang hebben durven zetten. Zonder de moed tot handelen was er nooit iets gebeurd. De gepresenteerde concepten zijn de diepe gronden waar een onderzoeker pas na verloop van tijd op durft te gaan bouwen. Deze concepten kunnen iets teweegbrengen. In de ontmoetingen kan het concept zich gronden en verbreden en kunnen de artistieke praktijken nieuwe betekenislagen krijgen. Samen helpen ze ons reflecteren op de nieuwe rollen van kunstenaars en ontwerpers in de openbare ruimte als publiek domein.
In bepaalde single-core configuraties met één processor, b.v. embedded control systems zoals robotic applications die uit vele korte processen bestaan, kunnen de context switches van een proces een aanzienlijke hoeveelheid van de beschikbare processing power verbruiken. Het verminderen van het aantal context switches vermindert de executietijd en verhoogt daardoor de prestaties van de toepassing. Bovendien is de end-to-end executietijd van de processen langer dan strict noodzakelijk, b.v. omdat de processen moeten wachten op controllers die een taak uitvoeren. Door de regels voor synchrone communicatie via kanalen in de procesalgebraïsche specificatietaal Communicating Sequential Processes te versoepelen, kunnen we de end-to-end executietijd verkorten. In ons onderzoek definiëren we verschillende graafproducten, bewijzen we dat deze producten een prestatiewinst opleveren (onder bepaalde voorwaarden) en we werken de numerieke en combinatorische aspecten van deze graafproducten uit.
Foodsecurity, duurzaam gebruik van grondstoffen en water zijn items die zijn terug te vinden in de Grand Challenges in de EU-onderzoekagenda Horizon2020. In de tuinbouw vindt dit zijn plaats door steeds meer op microniveau teelt, groei en oogst te beïnvloeden. De Nederlandse tuinbouw loopt hiermee wereldwijd voorop en de kennis en kunde is een belangrijk exportproduct. Bedrijven hebben niettemin te weinig controle over de gewascondities in de tuinbouwkas met negatieve gevolgen voor de oogstopbrengst en overmatig gebruik van grondstoffen. Het teelt- en oogstproces in een tuinbouwkas kan aanzienlijk worden verbeterd door tot op microniveau een betrouwbaar en integraal beeld te verkrijgen van de verdeling van kritische gewasparameters binnen de kas. Via slimme monitoring kunnen eveneens concentraties van ziektekiemen gedetecteerd worden en 3D-beelden worden gemaakt van het gewas. Met hulp van deze informatie kunnen kwantiteit en kwaliteit van de oogst tot op microniveau worden getraceerd om de relatie tussen genomen maatregelen en verkregen effecten na te gaan. De regel-lus met het monitoringsysteem dient hiervoor te worden gesloten, waardoor men vooraf kan gaan sturen op basis van verkregen kennis en ervaring. Zo kan verkregen informatie worden ingezet b.v. om lokaal efficiënt te draineren en te bewateren en om CO2-gehaltes, hoeveelheid licht en temperatuur optimaal aan te passen aan benodigde kascondities. Ook kunnen effectief maatregelen tegen ziektes op plantniveau worden genomen en kunnen oogstopbrengsten worden gemaximaliseerd. Inzet van slim datamanagement is voor dit alles een must. Ambitie van SCOUT is het ontwikkelen van een integraal monitoringequipment- en methodologieconcept in de kas om gewas- en omgevingsparameters van tomaten op robuuste en betrouwbare wijze te kunnen verzamelen en modelmatig te analyseren. Telers willen deze informatie gebruiken voor het nemen van beheersmaatregelen t.b.v. meer controle op uniformiteit in de vruchtontwikkeling. De ambitie wordt uitgewerkt via opzet van slimme meetmethodieken en data-gebaseerde groeimodellen op plant- en vakniveau, die in de praktijk worden uitgetest met integrale sensorconcepten. Verder wordt een data-infrastructuur ontwikkeld inclusief een data dashboard voor visualisatie van de monitoring resultaten. Zo krijgt de tuinder een real-time beeld van de verdeling van kritische gewasparameters in de kas en kan hij in de toekomst de opbrengst bij de oogst beter voorspellen en beïnvloeden met als doel uniformiteit van de oogst, maximalisering van economische opbrengst en minimalisering van milieu-impact. SCOUT is een samenwerking van kennisinstellingen en bedrijven. Partners zijn de hogescholen: HAS hogeschool, Avans, Fontys , Inholland, Haagse Hogeschool en de NHL. WUR ondersteunt het project met wetenschappelijk advies. Participerende bedrijven zijn telers van met name tomaten of toeleveranciers van technologie aan de glastuinbouw. Tenslotte is de landelijke gewascommissie Tomaat en Paprika van LTO Glaskracht Nederland (onderdeel ZLTO) betrokken. SCOUT maakt bestaande kennis toepasbaar en ontwikkelt nieuwe kennis t.b.v. een slimme en robuuste sensor- en data-infrastructuur en groeimodellering in de kas. Verder vindt verankering van kennis en kunde in onderwijs en lectoraten plaats en een vergroting van de kwaliteit van docenten en afstudeerders. Circa 20 (docent)onderzoekers van de hogescholen en circa 100 studenten worden betrokken, die via stages en afstudeeronderzoeken werken aan interessante vraagstukken direct afkomstig uit de beroepspraktijk.
Prompt and timely response to incoming cyber-attacks and incidents is a core requirement for business continuity and safe operations for organizations operating at all levels (commercial, governmental, military). The effectiveness of these measures is significantly limited (and oftentimes defeated altogether) by the inefficiency of the attack identification and response process which is, effectively, a show-stopper for all attack prevention and reaction activities. The cognitive-intensive, human-driven alarm analysis procedures currently employed by Security Operation Centres are made ineffective (as opposed to only inefficient) by the sheer amount of alarm data produced, and the lack of mechanisms to automatically and soundly evaluate the arriving evidence to build operable risk-based metrics for incident response. This project will build foundational technologies to achieve Security Response Centres (SRC) based on three key components: (1) risk-based systems for alarm prioritization, (2) real-time, human-centric procedures for alarm operationalization, and (3) technology integration in response operations. In doing so, SeReNity will develop new techniques, methods, and systems at the intersection of the Design and Defence domains to deliver operable and accurate procedures for efficient incident response. To achieve this, this project will develop semantically and contextually rich alarm data to inform risk-based metrics on the mounting evidence of incoming cyber-attacks (as opposed to firing an alarm for each match of an IDS signature). SeReNity will achieve this by means of advanced techniques from machine learning and information mining and extraction, to identify attack patterns in the network traffic, and automatically identify threat types. Importantly, SeReNity will develop new mechanisms and interfaces to present the gathered evidence to SRC operators dynamically, and based on the specific threat (type) identified by the underlying technology. To achieve this, this project unifies Dutch excellence in intrusion detection, threat intelligence, and human-computer interaction with an industry-leading partner operating in the market of tailored solutions for Security Monitoring.
In de palliatieve terminale zorg is men nog erg terughoudend in de toepassing van telehealth technologie, terwijl voorgaande studies wel de potentiele meerwaarde ervan hebben aangetoond. In deze postdoc aanvraag zal daarom nader onderzoek worden gedaan naar de acceptatie van telehealth in de palliatieve terminale zorg. Het doel van het onderzoek is inzichtelijk maken hoe telehealth ingezet zou moeten worden in de palliatieve terminale zorg opdat het van meerwaarde is in het ondersteunen van; 1) de uitwisseling van informatie tussen zorgvragers en zorgverleners, en 2) de sociale interactie van zorgvragers met familie en naasten. De thematiek van het onderzoek sluit aan bij de onderzoekslijn Technology in Society van het lectoraat Technology, Health & Care. Het lectoraat opereert vanuit de pijler Health & Wellbeing dat onderdeel vormt van de corporate onderzoeksagenda van Saxion getiteld Living Technology'. De postdoc zal onder supervisie van de lector het onderzoek nader gaan uitwerken en uitvoeren. Daarbij zal ook nauwe samenwerking worden gezocht met studenten en de praktijk. Tevens zal de postdoc onderdeel uitmaken van een onderwijsteam opdat vervlechting van onderzoek en onderwijs goed tot stand gaat komen. In grote lijnen zal het onderzoek bestaan uit een literatuurstudie en een studie in de praktijk naar het gebruik en ervaringen van telehealth in de palliatieve terminale zorg. Vervolgens zal nader onderzoek zich richten op het ontwerp van een testopstelling voor de toepassing van telehealth in de praktijk van palliatieve terminale zorg. De postdoc zal zorgdragen dat studentopdrachten worden uitgezet bij diverse opleidingen opdat studenten kennis maken met het doen van onderzoek, en dat inspirerende colleges worden ontwikkeld, ingebed en verzorgd in diverse curricula. Daar waar mogelijk gaan studenten en docenten van verschillende opleidingen samenwerken om de gewenste interdisciplinariteit vorm te geven. Tot slot zal de postdoc in het kader van professionalisering zorgdragen voor kennisoverdracht naar docenten.