Service of SURF
© 2025 SURF
© 2025 SURF
Wat is de ideale bestuurskunde? In dit artikel beantwoorden we deze vraag op basis van gesprekken met tien jonge hoogleraren. We beschrijven de ontwikkeling van het vakgebied en schetsen een portret van de mannen en vrouwen die de bestuurskunde de komende periode zullen vormgeven.
LINK
De publicatielijst bevat alle publicaties van het lectoraat Dynamiek van de Stad in de periode 2013 - 2020
Een overzicht van alle publicaties van het lectoraat Dynamiek van de Stad van 2005/2006 t/m maart 2020 (in het kader van 15 jaar Dynamiek van de Stad)
At the end of the 1940s and the early 1950s, the question whether or not to rearm West Germany was a fiercely and hotly debated topic in Europe. The Americans suggested doing this by integrating the Federal Republic in NATO. However, many Europeans feared the resurgence of German militarism. Nowhere was this more true than in France. Therefore, the French Foreign Minister René Pleven launched the so-called Pleven Plan, designed to allow West German units to be established, but only in small units. That way, Europe could profit from West Germany’s manpower, without the country becoming a military threat. Discussions on the European Defence Community were tough, but in the end was signed by the six Founding Fathers. The Dutch did so reluctantly, especially because the Americans were left out, favouring security arrangements in NATO and rearming and incorporating West Germany in the Western alliance. To the Netherlands, it was essential to incorporate the British and especially the Americans in the Western defense; the Dutch always favoured an Atlantic alliance, opposing too much supranationality in the European integration project. The Federal Republic of Germany on the other hand, saw it as an opportunity to regain sovereignty. In the end, the French National Assembly did not ratify the EDC-Treaty, opening the way to rearming West Germany and making it a full member of NATO. https://www.ceeol.com/search/article-detail?id=735130 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/martijn-lak-71793013/
MULTIFILE
Across European cities local entrepreneurs are joining forces in new ways, forming collectives to stimulate business growth and innovation and to create a more attractive business environment. The value of such collectives is increasingly recognized by local governments and policy measures to stimulate these initiatives are being developed. Amsterdam hosts different collaborative initiatives, including 39 business improvement districts (BIDs).The Knowledge Mile is such a collective in which shopkeepers, other local SMEs, residents work together to collectively improve a large retail area. The city of Amsterdam is also a stakeholder. Government can fill an important role in enabling the creation of collective resource management in urban settings. However, if effective regulation is missing, citizens and governing bodies have to look for incentives to find new means of addressing governance. As such, the potential for collective management of urban commons may be greater than realized so far, as there is still a lack of knowledge in this area. In this paper, we aim to bridge this gap. By means of an embedded case study approach, we analyze the interaction between the stakeholders in their development of a green zone, the Knowledge Mile Park, in the Wibautstraat. In the coming years, roofs, facades and ground level will be changed through a collaboration of residents, entrepreneurs, researchers, civil servants and students in a metropolitan Living Lab. In this Living Lab, solutions for a healthy and social environment, climate resistance and biodiversity are jointly developed, tested and shown. In our study, we will analyze the role of the governing bodies in such initiatives, and make recommendations how collectives can become more mainstream with new kinds of institutions, without an undue burden on the community.
MULTIFILE
Een rechtvaardige stad is een stad voor iedereen. Een stad waarin iedereen vanuit eigen mogelijkheden mee kan doen en waar je anderen ontmoet. Waar iedereen toegang heeft tot wonen, werken en ontspanning. De toegang tot de stad staat in de praktijk onder druk. Huren en huizenprijzen zijn zo hoog dat steeds minder mensen ze kunnen betalen. De groeiende ongelijkheid op het gebied van wonen hangt samen met ongelijkheden op gebieden als gezondheid, welzijn, opleiding, werk en inkomen. Het maakt nog altijd uit waar je wieg staat. De verschillen tussen wijken in kwaliteit van leven en kansen van bewoners zijn vanuit het perspectief van een rechtvaardige stad niet acceptabel. In een rechtvaardige stad worden ongelijkheden voorkomen en bestreden, zodat de stad van iedereen wordt. Dat vergt de inzet van professionals, bewoners, (sociaal)ondernemers, overheidsmedewerkers en onderzoekers. Kritisch praktijkgericht onderzoek draagt bij aan het werken aan een rechtvaardige stad. Dat onderzoek sluit aan bij de vragen waar bewoners en professionals tegenaan lopen. In dit boek laten we dat zien aan de hand van praktijkgericht onderzoek van het lectoraat Dynamiek van de Stad. De voorbeelden gaan over de komst van rijkere bewoners in een wijk, wat wijkbewoners bindt en solidair maakt, wat de rol is van verbindende professionals, en hoe je praktijkgericht onderzoek met studenten organiseert. Onderwerpen die de discussie over een rechtvaardige stad voeden. Daarnaast wordt het perspectief van een rechtvaardige stad uitgewerkt. Duidelijk wordt dat kritisch praktijkgericht onderzoek oog heeft voor hervormingen in de samenleving die nodig zijn om de ongelijkheden aan te pakken.