Service of SURF
© 2025 SURF
The first Stakeholder Network Meeting of the EU Horizon 2020-funded ONTOX project was held on 13-14 March 2023, in Brussels, Belgium. The discussion centred around identifying specific challenges, barriers and drivers in relation to the implementation of non-animal new approach methodologies (NAMs) and probabilistic risk assessment (PRA), in order to help address the issues and rank them according to their associated level of difficulty. ONTOX aims to advance the assessment of chemical risk to humans, without the use of animal testing, by developing non-animal NAMs and PRA in line with 21st century toxicity testing principles. Stakeholder groups (regulatory authorities, companies, academia, non-governmental organisations) were identified and invited to participate in a meeting and a survey, by which their current position in relation to the implementation of NAMs and PRA was ascertained, as well as specific challenges and drivers highlighted. The survey analysis revealed areas of agreement and disagreement among stakeholders on topics such as capacity building, sustainability, regulatory acceptance, validation of adverse outcome pathways, acceptance of artificial intelligence (AI) in risk assessment, and guaranteeing consumer safety. The stakeholder network meeting resulted in the identification of barriers, drivers and specific challenges that need to be addressed. Breakout groups discussed topics such as hazard versus risk assessment, future reliance on AI and machine learning, regulatory requirements for industry and sustainability of the ONTOX Hub platform. The outputs from these discussions provided insights for overcoming barriers and leveraging drivers for implementing NAMs and PRA. It was concluded that there is a continued need for stakeholder engagement, including the organisation of a 'hackathon' to tackle challenges, to ensure the successful implementation of NAMs and PRA in chemical risk assessment.
LINK
We examine the demise of a multi-stakeholder network that was launched to promote an inclusive dairy market in Ethiopia to better understand why nongovernmental organizations (NGOs) may develop interventions in contexts of poverty that fail to endure after they exit. We identify organizational reflexivity – the capacity to recognize and understand the recursive interplay between an intervention and the local environment – as a key explanatory mechanism for this intervention outcome. Limited reflexivity not only prevented the NGO we studied from properly aligning the intervention with the context (design failures), but also prevented the organization from adjusting its intervention when negative feedback emerged (orchestration failures), which eventually evolved into the demise of the network (maintenance failure). While our study confirms the theoretical premise that NGOs need to contextualize their interventions, we expand current knowledge by highlighting the role of organizational reflexivity in this process. Moreover, by showing how reflexivity deficits can trigger a cascade of failure, especially when intervening in voids where incumbent firms have interests in maintaining the void, our study calls attention to the politicized nature of institutional voids.
Abstract: The typical structure of the healthcare sector involves (specialist) intertwined practices co-occurring in formal or informal networks. These practices must answer to the concerns and needs of all related stakeholders. Multimorbidity and the need to share knowledge for scientific development are among the driving factors for collaboration in healthcare. To establish and keep up a permanent collaborative link, it takes effort and understanding of the network characteristics that must be governed. It is not hard to find practices of Network Governance (NG) in a variety of industries. Still, there is a lack of insight in this subject, including knowledge on how to establish and maintain an effective healthcare network. Consequently, this study's research question is: How is network governance organized in the healthcare sector? A systematic literature study was performed to select 80 NG articles. Based on these publications the characteristics of NG are made explicit. The findings demonstrate that combinations of governance style (relational versus contractual governance) and governance structure (lead versus shared governance) lead to different network dynamics. Furthermore, the results show that in order to comprehend how networks in the healthcare sector emerge and can be regulated, it is vital to understand the current network type. Additionally, it informs us of the governing factors. Zie https://www.hbo-kennisbank.nl/details/sharekit_han:oai:surfsharekit.nl:e4f8fa3a-4af8-42ef-b2dd-c86d77b4cec6
MULTIFILE
MUSE supports the CIVITAS Community to increase its impact on urban mobility policy making and advance it to a higher level of knowledge, exchange, and sustainability.As the current Coordination and Support Action for the CIVITAS Initiative, MUSE primarily engages in support activities to boost the impact of CIVITAS Community activities on sustainable urban mobility policy. Its main objectives are to:- Act as a destination for knowledge developed by the CIVITAS Community over the past twenty years.- Expand and strengthen relationships between cities and stakeholders at all levels.- Support the enrichment of the wider urban mobility community by providing learning opportunities.Through these goals, the CIVITAS Initiative strives to support the mobility and transport goals of the European Commission, and in turn those in the European Green Deal.Breda University of Applied Sciences is the task leader of Task 7.3: Exploitation of the Mobility Educational Network and Task 7.4: Mobility Powered by Youth Facilitation.
In veel Afrikaanse landen zien we een inperking van de maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Deze ruimte is cruciaal om in democratische staten transparantie, vrijheid van meningsuiting en verantwoording van bestuur te realiseren. In een steeds sterke digitaliserende maatschappij wordt toegang tot digitale middelen een mensenrecht. Daar waar regeringen proberen hun burgers en organisaties dat recht tot digitale informatievoorziening en –uitwisselingen te ontnemen komen de Sustainable Development Goals in het gedrang. Doel African Digital Rights Network (ADRN) wil inzicht verkrijgen in de stakeholders ne technologieën die betrokken zijn net het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het netwerk beoogt bij te dragen aam empowerment van burgers om hun digitale mensenrechten uit te oefenen. Resultaten ADRN heeft een vergelijkende studie van 10 Afrikaanse landen uitgevoerd naar het gebruik van digitale technologieën voor het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het project heeft onder andere geleidt tot de volgende publicatie: Mapping the Supply of Surveillance Technologies to Africa: Case Studies from Nigeria, Ghana, Morocco, Malawi, and Zambia Looptijd 01 mei 2020 - 20 april 2021 Aanpak ADRN organiseert een netwerk van onderzoekers, analisten, digitale rechtenorganisaties en activisten om de dynamiek van het openen en onderdrukken van de digitale maatschappelijke ruimte in kaart te brengen. Het netwerk bouwt op een interdisciplinaire onderzoeksaanpak o.l.v. het Institute for Development Studies, een vooraanstaand onderzoeksinstituut. Relevantie van het project Het onderzoek leidt tot aanbevelingen voor o.a. beleidsmakers en maatschappelijke organisaties ter bevordering van de digitale maatschappelijke ruimte. Daarnaast worden digitale tools en trainingsmateriaal gefaciliteerd voor het monitoren van ontwikkelingen en dreigingen van de digitale maatschappelijke ruimte. CofinancieringDit onderzoek wordt gefinancierd door UKRI - GCRF Digital Innovation for Development in Africa (DIDA)Meer weten? UKRI GCRF: African Digital Rights Network Website ADRN
In veel Afrikaanse landen zien we een inperking van de maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Deze ruimte is cruciaal om in democratische staten transparantie, vrijheid van meningsuiting en verantwoording van bestuur te realiseren. In een steeds sterke digitaliserende maatschappij wordt toegang tot digitale middelen een mensenrecht. Daar waar regeringen proberen hun burgers en organisaties dat recht tot digitale informatievoorziening en –uitwisselingen te ontnemen komen de Sustainable Development Goals in het gedrang. Doel African Digital Rights Network (ADRN) wil inzicht verkrijgen in de stakeholders ne technologieën die betrokken zijn net het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het netwerk beoogt bij te dragen aam empowerment van burgers om hun digitale mensenrechten uit te oefenen. Resultaten ADRN heeft een vergelijkende studie van 10 Afrikaanse landen uitgevoerd naar het gebruik van digitale technologieën voor het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Looptijd 01 mei 2020 - 20 april 2021 Aanpak ADRN organiseert een netwerk van onderzoekers, analisten, digitale rechtenorganisaties en activisten om de dynamiek van het openen en onderdrukken van de digitale maatschappelijke ruimte in kaart te brengen. Het netwerk bouwt op een interdisciplinaire onderzoeksaanpak o.l.v. het Institute for Development Studies, een vooraanstaand onderzoeksinstituut. Relevantie van het project Het onderzoek leidt tot aanbevelingen voor o.a. beleidsmakers en maatschappelijke organisaties ter bevordering van de digitale maatschappelijke ruimte. Daarnaast worden digitale tools en trainingsmateriaal gefaciliteerd voor het monitoren van ontwikkelingen en dreigingen van de digitale maatschappelijke ruimte. CofinancieringDit onderzoek wordt gefinancierd door UKRI - GCRF Digital Innovation for Development in Africa (DIDA)Meer weten? UKRI GCRF: African Digital Rights Network Website ADRN