Service of SURF
© 2025 SURF
In deze bijdrage wordt het gebruik van sociale media gekoppeld aan stakeholderengagement en stakeholderdialoog. De bijdrage start breed met de verantwoordelijkheden van organisaties. Dit wordt gekoppeld aan de digitale ontwikkelingen in de samenlevingen manieren om echt verbindingen te maken met de stakeholders door engagement en dialoog. In deze bijdrage wil de auteur de dialoog en engagement verder toelichten en toepassen op overheidsorganisaties zoals gemeenten. Er wordt ingegaan op de voordelen, maar ook op de gevaren van verregaande interactie op digitale media. Daarbij zullen de voorwaarden en risico’s voor digitale interactie worden geschetst. Dit is voor zoveel als mogelijk toegespitst op de overheidsorganisatie en dan nog specifieker de gemeentelijke organisatie.
The 2014 EU Directive on Maritime Spatial Planning (MSP) lays down obligations for the EU Member States to establish a maritime planning process, resulting in a maritime spatial plan by 2020. Consultation should be carried out with local, national and transnational stakeholders. Stakeholder engagement in MSP is complex because of the great number and diversity of maritime stakeholders and the unfamiliarity of some of these stakeholders with MSP and its potential impact. To facilitate stakeholder engagement in MSP, the 'MSP Challenge' table top strategy game was designed and played as part of several stakeholder events in different European countries. The authors study the efficacy of the game for stakeholder engagement. Background and evaluation data of nineteen game sessions with a total of 310 stakeholders with different backgrounds were collected through post-game surveys. Furthermore, the efficacy of the game for stakeholder engagement processes, organised by competent MSP authorities in Scotland and Belgium, is studied in more detail. The results show that the board game, overall, has been a very efficient and effective way of familiarising a great diversity of stakeholders with MSP and to create meaningful interaction and learning among stakeholders in formal planning processes. However, the case studies also show that contextual factors-the level of familiarity with MSP and participants' perception to sustainability-influences the efficacy of the game.
LINK
While sustainability of transport projects is of increasing importance, the concept of sustainability can be understood in many different ways by the stakeholders that are involved in or affected by mobility projects. In this paper, we compare the outcomes of the assessment of sustainability of projects through a multi-criteria analysis (MCA) and the appraisal of stakeholder preferences through the multi-actor multi-criteria analysis (MAMCA). Evaluating projects with both tools and comparing the outcomes can provide insight into the stakeholder support of sustainable solutions and the sustainability of alternatives preferred by stakeholders. The sustainability of projects is assessed through 16 criteria grouped under the three pillars of sustainability. They were selected by in-depth review of 16 case studies of mobility projects, 18 transport evaluation schemes and the ranking of potential criteria by 214 stakeholders in North-West Europe. These criteria were weighted by 93 representatives of decision makers in the mobility domain. Stakeholder preferences were appraised through the criteria identified for each stakeholder group. We illustrate the framework by evaluating alternative solutions to improve cycling connections between the towns of Tilburg and Waalwijk in the Netherlands. The results of the comparison show that stakeholder preferences are biased towards one or two of the sustainability pillars (economy, environment, society) in three ways: through the selection of the criteria by the stakeholders, the weights of each criterion by each stakeholder group and differences in the final ranking of alternatives between the stakeholder groups and the MCA.
MULTIFILE
MUSE supports the CIVITAS Community to increase its impact on urban mobility policy making and advance it to a higher level of knowledge, exchange, and sustainability.As the current Coordination and Support Action for the CIVITAS Initiative, MUSE primarily engages in support activities to boost the impact of CIVITAS Community activities on sustainable urban mobility policy. Its main objectives are to:- Act as a destination for knowledge developed by the CIVITAS Community over the past twenty years.- Expand and strengthen relationships between cities and stakeholders at all levels.- Support the enrichment of the wider urban mobility community by providing learning opportunities.Through these goals, the CIVITAS Initiative strives to support the mobility and transport goals of the European Commission, and in turn those in the European Green Deal.Breda University of Applied Sciences is the task leader of Task 7.3: Exploitation of the Mobility Educational Network and Task 7.4: Mobility Powered by Youth Facilitation.
In het project wordt een nieuw door de HvA ontwikkelde methodiek (Open Collaborative Business Modelling methodiek, verder: ‘OCBM-methodiek’), toegepast om waardeproposities voor circulaire en biobased verpakkingen te ontwikkelen, samen met partijen uit de waardeketen. De inzet van biobased materialen is essentieel voor het terugdringen van het gebruik van fossiele plastics en – uiteindelijk – voor het bereiken van een volledig circulaire economie. De specifieke waardeketen waar het project zich op richt is die van verpakkingen op basis van Olifantsgras / Miscanthus. Projectpartner Vibers is een bedrijf dat dit gewas als grondstof gebruikt voor het produceren van o.a. verpakkingsmaterialen. Tijdens het project zal een viertal OCBM-sessies worden georganiseerd waarin Vibers in nauwe samenwerking met een wisselende groep ketenpartners en andere stakeholders een nieuwe waardepropositie formuleert. Projectpartner Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (verder: KIDV) bewaakt in de OCBM-sessies de duurzaamheid van de ontwikkelde propositie en speelt een rol bij evaluatie van de OCBM-methodiek voor de verpakkingsindustrie. Het project levert daarmee twee belangrijke resultaten op: 1. Een met behulp van de OCBM-methodiek ontwikkelde waardepropositie voor een circulair business model waarin een biobased verpakking centraal staat; 2. Aanbevelingen voor het verfijnen van de OCBM-methodiek: specifieke aandachtspunten voor het ontwikkelen van innovatieve, circulaire business modellen met behulp van deze methodiek.
Vanwege veranderende onderwijskundige inzichten - 21st century learning - worden schoolgebouwen verbouwd of vervangen door nieuwbouw. Deze 21st century leeromgevingen blijken in de praktijk niet te voldoen aan de verwachting van de gebruikers. Het ontwikkelen en gebruiken van een 21st century leeromgeving stelt blijkbaar specifieke eisen aan de 21st century competenties van alle betrokkenen. Dit roept vragen op ten aanzien van product en proces. De beantwoording van deze vragen vereist kennis van wisselwerking tussen psycho-sociale leeromgeving en fysieke leeromgeving. Het betreft onder andere de benodigde “ruimtelijke competenties” van de betrokkenen om de fysieke leeromgevingen te ontwikkelen en te gebruiken en - andersom - hoe de fysieke leeromgeving de ontwikkeling van 21st century competenties beïnvloedt. De kiem voor dit onderzoeksproject is gelegd toen scholen en vormgevers deze vragen voorlegden aan experts van de NHL Hogeschool en TU Eindhoven. Dit KIEM project wil de probleemstelling in één of meerdere praktijkvragen articuleren door het uitvoeren van een reeks workshops met een focusgroep van stakeholders. De uitkomsten hiervan zullen worden vertaald naar een voorstel voor een langduriger onderzoeksproject. In dit beoogde vervolgproject zullen de gearticuleerde vragen worden vertaald naar één of meer praktijkonderzoeken waarin wetenschappelijke kennis en methodes worden doorontwikkeld en beproefd op het effectief stimuleren van 21st century vaardigheden van docenten en vormgevers in praktijksituaties. Dit project maakt deel uit van de opbouw van een regionaal kennisnetwerk Onderwijs & Ruimte, wat op een duurzame wijze wil bijdragen aan de kennisontwikkeling en -deling betreffende de 21st century leeromgeving. De kern van dit netwerk wordt gevormd door de initiatiefnemers van deze aanvraag; Adema Architecten (MKB), lectoraat Open Innovation van de NHL Hogeschool (Onderzoeksinstelling) en Next Level (Onderwijs).