Service of SURF
© 2025 SURF
(Inter)nationaal is er discussie over de vraag of auditieve verwerkingsproblemen (AVP) gezien moeten worden als een unieke klinische diagnose en over de meest geschikte diagnostisering en verwijzing van kinderen in deze doelgroep. Binnen de Nederlandse Audiologische Centra (AC) wordt mede hierdoor verschillend omgegaan met kinderen met zogenaamde onverklaarde luisterproblemen.Het doel van het huidige document is om professionals handvatten te bieden bij het identificeren, diagnosticeren en behandelen van kinderen met luisterproblemen. Het ‘Dutch Position Statement Kinderen met Luisterproblemen’ is ontwikkeld op basis van het huidige wetenschappelijke bewijs omtrent luisterproblemen en op basis van bijeenkomsten gehouden met professionals. Over de volgende 9 statements is consensus bereikt onder professionals van de Nederlandse Audiologische Centra:Definitie:(1) De doelgroep ‘kinderen met luisterproblemen’ is geen unieke en aantoonbare klinische entiteit.(2) De problemen van kinderen met luisterproblemen zijn multimodaal.(3) De symptomen die kinderen met luisterproblemen vertonen kunnen ook voorkomen bij kinderen met andere ontwikkelingsstoornissen, zoals AD(H)D, TOS, dyslexie en leerstoornissen.Signalering en verwijzing:(4) Na signalering van luisterproblemen kan worden doorverwezen naar een multidisciplinair centrum.Diagnostiek:(5) Bij het diagnosticeren van een kind met luisterproblemen zijn minimaal een klinisch- fysicus audioloog, logopedist en gedragswetenschapper betrokken.(6) Luisterproblemen worden in eerste instantie in kaart gebracht met behulp van een anamnese (hulpvraag centraal) en indien beschikbaar een gevalideerde vragenlijst.(7) Bij kinderen met luisterproblemen wordt naast het toon- en spraakaudiogram altijd een spraak-in-ruis test afgenomen.(8) De diagnostische procedure bij luisterproblemen start vanuit een breed ontwikkelingsperspectief.Behandeling:(9) Bij kinderen met luisterproblemen is de interventie gericht op de hulpvraag en staat het handelingsgericht werken centraal.Dit document informeert professionals in Nederland, die te maken hebben met kinderen die worden aangemeld met klachten met betrekking tot het luisteren bij een goed perifeer gehoor over het huidige beschikbare bewijs en over het gezamenlijke standpunt hierover in Nederland.
MULTIFILE
In a class or group of twenty children, - statistically - one child has a developmental language disorder (DLD). For children with DLD it is very difficult to keep up at school. The problems in the language also easily lead to miscommunication, which can cause behavioral problems. The timely recognition of a DLD is of great importance for early treatment. This way you can prevent or reduce problems at school, at home and in the children's leisure time. At the moment, children with DLD are not always identified early.Problems in language development can be identified early, for example at the age of two by child health workers. Parents, kindergarten teachers and elementary school teachers can also identify problems in children's language development. This requires a language screening instrument that can easily determine whether a child's language is 'at risk' or 'not at risk'. Early identification of language problems is important, but until today children are still missed. In this dissertation I present a new instrument for the identification of problems in the language development of children from one to six years old, the Early Language Scale (ELS). I also describe the development of the milestones in the language development of children, how good the current screening at the age of two at the health care office is and what parents think of this language screening. The ELS appears to detect DLD in young children well and can therefore make an important contribution to the detection of these problems at the primary health care.
Deze openbare les is uitgesproken door dr. Ellen Gerrits ter gelegenheid van haar installatie als lector Logopedie aan Hogeschool Utrecht. Dit lectoraat is ontstaan vanuit een samenwerking tussen de Faculteit Gezondheidszorg van Hogeschool Utrecht, de opleiding Logopediewetenschap van de Universiteit Utrecht en de Koninklijke Auris Groep, een instelling voor begeleiding, zorg en onderwijs voor kinderen met een communicatieve en/of auditieve beperking. Het lectoraat Logopedie heeft als missie om de transparantie van de logopedische zorg te vergroten en kennis te ontwikkelen en te verspreiden over de effectiviteit van logopedische interventie. Hierbij ligt de focus op preventie en care bij kindertaalstoornissen. Het lectoraat wil dit bereiken met praktijkgericht, toegepast onderzoek. Het lectoraat is uniek in Nederland omdat het zich specifiek richt op het vakgebied Logopedie. Het heeft daarom ook als missie om in brede zin bij te dragen aan de onderbouwing en profilering van het beroep logopedie, en aan de professionalisering en academisering van de logopedist.
Onderzoeksproject ZINnig: Innovatie van taaltherapie voor kinderen met complexe taalproblemen heeft tools voor spontane taalanalyse (STA) ontwikkeld voor logopedisten werkzaam met kinderen met taalontwikkelingsstoornissen (TOS) van 7-10 jaar. Dit deden we in een consortium van HU-lectoraten Logopedie en Betekenisvol Digitaal Innoveren, 11 logopediepraktijken, Universiteit Utrecht, beroepsvereniging logopedie NVLF, Hanzehogeschool Groningen en Koninklijke Auris Groep. Uit de vraagarticulatie bleek dat logopedisten handelingsverlegenheid ervaren in het uitvoeren van STA. Deze handelingsverlegenheid hebben we verder uitgediept in een focusgroep. Logopedisten gaven aan te weinig kennis en vaardigheden te hebben om STA uit te kunnen voeren. STA is ook tijdrovend, en uren worden niet vergoed door de zorgverzekeraar. Logopedisten hebben behoefte aan tools die STA vergemakkelijken en versnellen. Binnen ZINnig is daarom een prototype van een webapplicatie voor STA (SponTaal) en een digitale Handreiking STA ontwikkeld. Deze tools bieden logopedisten meer inzicht in de grammaticale problemen van kinderen met TOS en hulp bij het opstellen van geschikte behandeldoelen. Met de webapplicatie SponTaal is een bruikbaarheidsstudie uitgevoerd onder logopedisten uit ons consortium en een groep logopedisten, onbekend met de webapplicatie. De logopedisten zien veel meerwaarde en potentie in SponTaal. Ze geven ook een aantal concrete verbeterpunten, waarmee de webapplicatie intuïtiever en gebruiksvriendelijker kan worden en hopen dat SponTaal kan worden doorontwikkeld tot een bruikbaarder product. De beroepspraktijk, kennisinstellingen en brancheorganisaties hebben veel belangstelling voor de webapplicatie. Daarnaast zijn er veel (inter)nationale ontwikkelingen op het gebied van STA en automatische spraakherkenning voor verschillende doelgroepen: kinderen met TOS van 4-18 jaar, maar ook volwassenen met taalproblemen, zoals afasie en dementie. Met dit Top-up project willen we SponTaal verder doorontwikkelen, en onderzoeken of SponTaal voor een bredere doelgroep geschikt gemaakt kan worden. Daarnaast willen we d.m.v. het organiseren van een workshop een netwerk oprichten om concrete samenwerking te realiseren in de ontwikkeling van tools voor semi-automatische STA.