Service of SURF
© 2025 SURF
In deze bijdrage wordt een beeld gegeven van de organisatie van het overheidsbeleid inzake breedtesport. Men focust op de Vlaamse beleidscontext, zonder de internationale ontwikkelingen en perspectieven uit het oog te verliezen. In eerste instantie worden een aantal concepten en modellen toegelicht die voor de sportbeleidscontext relevant zijn. In het tweede deel wordt specifiek ingegaan op de ontwikkeling en de rol van het overheidsbeleid inzake sport, alsook op de actoren en structuren die hierin een beleidssturende functie vervullen. In het derde deel wordt dieper ingegaan op het wetgevende kader van het breedtesportbeleid in Vlaanderen
LINK
Onze samenleving heeft de afgelopen veertig jaar heel wat veranderingen ondergaan. Ook het Vlaamse sportlandschap is in deze periode opvallend geëvolueerd. Sport en samenleving zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden. Parallel aan deze ontwikkelingen werd doorheen de voorbije decennia werk gemaakt van het opbouwen van een actief Vlaams breedtesportbeleid. In het boek Vlaanderen Sport! Vier decennia sportbeleid en sportparticipatie wordt de evolutie van de actieve sportbeoefening in de periode 1969-2009 in kaart gebracht. Daarnaast wordt eveneens cijfermateriaal gepresenteerd met betrekking tot de uitgaven aan sport en wordt een overzicht gegeven van het gevoerde Sport voor Allen-beleid in Vlaanderen.Wie sport, waar en met wie? Welke sporten zijn het populairst? Is de sportbeoefening gedemocratiseerd? Welke sporten bevinden zich bovenaan of onderaan de sociale statuspiramide? Sporten we in clubverband of doen we aan sport light? Hoeveel besteden we aan sport? Wat is de economische betekenis van sport? Op al deze vragen wordt in dit boek een antwoord geformuleerd. Het onderzoeksmateriaal dat gepresenteerd wordt, werd verzameld door middel van een grootschalig sociaalwetenschappelijk sportonderzoek dat sinds het einde van de jaren zestig aan de KU Leuven wordt gevoerd. Deze tijdreeks vormt het langstlopende onderzoek naar de actieve deelname aan sport in Vlaanderen. Sportmanagers, beleidsmakers en andere professionals zullen in dit werk ongetwijfeld een schat aan informatie vinden om adequaat te kunnen inspelen op actuele beleidsuitdagingen. Dit boek is daarnaast ook inspirerend voor al wie geïnteresseerd is in de boeiende wereld van actieve sportbeoefening.
LINK
Vlaanderen voert sinds meer dan vier decennia een autonoom sportbeleid. Dit heeft een impact op hoe het Vlaamse sportlandschap gestructureerd is. In het voorliggende werk staan de organisatie en de planning van de sport en het sportbeleid in Vlaanderen centraal. De krijtlijnen van het speelveld bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt een beeld gegeven van de beleidsruimte. Hier worden eerst ontwikkelingen geschetst inzake sportparticipatie, sportaanbod, sporttewerkstelling, alsook de economische betekenis van sport in Vlaanderen. Vervolgens wordt ingegaan op de organisatie van de sport, met name de omgeving van de sport en de sportsector zelf. Heel wat (sport)actoren en hun onderlinge relaties passeren daarbij de revue. Het tweede deel focust op de beleidsontwikkeling. We beschrijven de evolutie van het sportbeleid in Vlaanderen, het beleidsproces alsook het instrumentarium dat gehanteerd wordt om tot besluitvorming, en beleidsvoering in het algemeen, te komen. Dit boek richt zich tot studenten die inzicht wensen te verwerven in hoe sport(beleid) in Vlaanderen georganiseerd is. Ook beleidsmakers, sportmanagers en andere professionals die interesse hebben voor sport bieden we met dit werk een handig overzicht en interessant naslagwerk. Er wordt in dit boek dan ook de nodige zorg besteed aan figuren waarin concepten en modellen schematisch worden weergegeven.
Stadsdeel Schalkwijk in Zuidoost-Haarlem, telt relatief veel bewoners met een lage sociaal economische status en een migratieachtergrond, en scoort op verschillende gezondheidsparameters slechter dan de rest van Haarlem. Minder bewoners voldoen aan de beweegrichtlijnen, meer bewoners hebben overgewicht en 55% van de volwassenen in dit gebied heeft gevoelens van eenzaamheid. Om de gezondheidsverschillen in Haarlem te verkleinen worden preventieakkoorden op stadsdeelniveau gesloten waarvan het Preventieakkoord Schalkwijk de eerste is en als pilot dient voor de andere stadsdelen. In het kader van het preventieakkoord Schalkwijk zijn in 2021 de laagdrempelige wandelinterventies Kwiekroute Boerhaavewijk en Nationale Diabetes Challenge gestart om het beweeggedrag, de gezondheid en het welzijn te stimuleren. Deze interventies passen goed binnen het plan Heel Haarlem Wandelt, een recent gestart programma om wandelen in heel Haarlem te stimuleren. Beide interventies zijn geïmplementeerd en krijgen opvolging: er liggen plannen om nog twee Kwiekroutes aan te leggen en de Diabetes Challenge is een periodiek terugkerende interventie. Gemeente-, sport-, zorg- en welzijnsprofessionals die betrokken zijn bij Heel Haarlem Wandelt willen graag weten: 1) in welke mate en door wie de wandelinterventies in Schalkwijk gebruikt worden; 2) wat succes- en faalfactoren zijn voor gebruik van deze beweegstimuleringsinterventies in de openbare ruimte door betrokken professionals en bewoners; en 3) in hoeverre de juiste gemeentelijke en uitvoerende professionals bij deze interventies betrokken zijn en wat werkzame elementen zijn in hun integrale samenwerking. In dit project worden deze vragen samen met gemeente- en uitvoerend professionals uit de domeinen sport, openbare ruimte, gezondheid en welzijn beantwoord. Dit bevordert de integrale samenwerking bij het beweegvriendelijk inrichten van de openbare ruimte in Haarlem en levert kennis waarmee deze en vergelijkbare beweegstimuleringsinterventies verbeterd en succesvoller geïmplementeerd kunnen worden. Daarnaast creëren we met dit project draagvlak om (soort)gelijke interventies op meerdere plekken in Haarlem te implementeren.
In de afgelopen jaren zijn er verschillende pogingen gedaan om te komen tot een nationale agenda in het sportonderzoek. Er zijn verschillende onderzoeksprogramma’s geschreven, maar deze hebben nog geen nationale inbedding en invulling gekregen. In deze processen zijn hogescholen en het praktijkgericht onderzoek zijdelings en vaak op afstand betrokken. Op het terrein van sport en bewegen zijn veel ontwikkelingen gaande. Het Topteam Sport is opgericht, de Nationale Kennisagenda Sport is opgesteld, er wordt gewerkt aan een Route Sport en Bewegen binnen de NWA, internationaal wordt samengewerkt met Brazilië en mogelijk Japan (afgeleid van de Olympische Spelen). Het oprichten van een platform praktijkgericht sportonderzoek helpt om goed bij bovenstaande ontwikkelingen aan te sluiten. De meerwaarde van het platform ligt in het verbinden om te programmeren en te valideren. Het platform verbindt lectoren vanuit het domein van sport en bewegen onderling, maar ook worden cross-sectorale verbanden gelegd met lectoren uit andere sectoren.Het bedrijfsleven en werkveld kunnen makkelijker aanhaken en daardoor wordt de vraagsturing efficiënter ingericht. Programmeren is beter mogelijk doordat lectoren, bedrijfsleven en sport en beweegpraktijk verbonden zijn in het platform. Massa, clustervorming en focus zorgen voor een efficiënte en effectieve ontwikkeling en benutting van kennis. Bij valideren gaat het over het verhogen van de kwaliteit en de toepasbaarheid van het sportonderzoek. Het platform streeft er tevens naar om een rol/taak te verkrijgen in landelijke beoordelingssystemen voor de kwaliteit van de sport. De lectorenkamer van het Hogescholen Sport Overleg (HSO) vormt, met ondersteuning van het Kenniscentrum Sport, de leidende coalitie voor het platform. Het HSO is een overleg van hogescholen met een sportopleiding (8 hogescholen). Kenniscentrum Sport vervult de secretariaatsrol voor het platform en brengt haar netwerk in.
Minister Bruno Bruins heeft samen met vertegenwoordigers van de sport, gemeenten en andere organisaties op 29 juni 2018 het eerste Nationale Sportakkoord getekend: ‘Sport verenigt Nederland’. Doel van het Sportakkoord is om de organisatie en financiën van de sport toekomstbestendig te maken. De uitvoering van het Nationaal Sportakkoord moet lokaal gaan plaatsvinden, gebaseerd op lokale ambities en energie. Vanaf november 2019 is het proces om te komen tot een Sportakkoord in gemeente Het Hogeland uitgevoerd waarbij meer dan 50 personen betrokken zijn geweest (zie bijlage 1). Personen werkzaam bij sport- en beweegaanbieders, het sociale domein, onderwijs en fysiotherapeuten. Dit is een uniek proces geweest dat ook heeft geleid tot een nieuw gemeente breed netwerk ten aanzien van sport en bewegen. Dit netwerk zorgt voor een succesvolle uitvoering van het Sportakkoord in gemeente Het Hogeland. Het lokale Sportakkoord staat niet op zich. In het coalitieakkoord van de gemeente Het Hogeland is opgenomen dat sportverenigingen goed zijn voor de sociale cohesie en leefbaarheid van de dorpen. Tevens is in het coalitieakkoord opgenomen dat er wordt gestreefd naar een ‘sportplatform’, waar de belangen van alle sportverenigingen behartigd worden1. Het lokale Sportakkoord biedt tevens input voor het nieuw op te stellen sportbeleid in gemeente Het Hogeland en kan gekoppeld worden aan de nieuwe gezondheidsnota ‘Gezond in het Hogeland’2. Daarnaast wordt er door de provincie Groningen momenteel gewerkt aan de ontwikkeling van een provinciaal Sportakkoord met daarin aandacht voor gemeente overstijgende thema’s ten aanzien van sport en bewegen. Tevens wordt er op provinciaal niveau door de GGD invulling gegeven aan het Regionaal Gezondheidsakkoord (preventieakkoord). In dit sportakkoord gaan we ten eerste in op de uitgangspunten van het lokale Sportakkoord (De Aftrap), vervolgens kijken we naar de ambities per uitgewerkt thema (Ambities). We sluiten af met een omschrijving van de rolverdeling per thema (De Opstelling). Het resultaat van een half jaar begeleiding van het proces om te komen tot een Sportakkoord in gemeente Het Hogeland