Service of SURF
© 2025 SURF
Het doel van de klinische forensische zorg, of meer specifiek de tbs-maatregel, is het beveiligen van de maatschappij; op korte termijn door iemand uit de maatschappij te halen en op langere termijn door behandeling gericht op het verlagen van risicofactoren en het opbouwen of versterken van beschermende factoren. In de media verschijnen met enige regelmaat kritische verhalen over de forensische zorg, meestal naar aanleiding van een ernstig incident, zoals een delict gepleegd door een tbs-patiënt op verlof. De vraag die daarbij steeds wordt opgeworpen, is hoe effectief de tbs-maatregel en behandeling in de forensische zorg is. Het is logisch dat er maatschappelijke onrust ontstaat bij ernstige incidenten en de opgeworpen vragen vanuit de maatschappij zijn terecht. Toch is enige nuancering hier op zijn plaats, aangezien recidive tijdens forensische behandeling uitzonderlijk is. Zo werd in een recent onderzoek met gegevens van het Adviescollege Verloftoetsing tbs (AVT) gevonden dat slechts bij 0,15% van de 15.050 positief beoordeelde verlofaanvragen sprake was van een ongeoorloofde afwezigheid met recidive. Verder blijkt al jaren uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) dat ernstige recidive na ontslag uit de forensische zorg, met name de tbs, relatief laag is, in ieder geval aanzienlijk lager dan na een gevangenisstraf. Hierbij dient aangetekend te worden dat de cijfers lastig te vergelijken zijn vanwege belangrijke verschillen tussen de groepen. De recidivecijfers tijdens en na forensische zorg zijn dus relatief gunstig, maar een delict kan enorme impact hebben en het zo veel mogelijk voorkomen van recidive blijft het ultieme doel van de behandeling in de forensische zorg. Het is nog onduidelijk wat precies bijdraagt aan recidivereductie en hoe behandeleffectiviteit of behandelsucces gedefinieerd kan worden.
OBJECTIVE: To determine the value of training for the Emergency Management of Severe Burns (EMSB) for medical and nursing staff working in emergency care as measured by their performance in a simulated burn incident online program.METHODS: An Internet-based questionnaire, which included a simulated burn incident, was developed. All of the medical and nursing staff in hospital emergency departments and ambulance services in the Netherlands were invited to complete this questionnaire. The effect of EMSB training on the individual's knowledge of and performance in the emergency management of a burn victim was evaluated because some of the respondents had participated in EMSB training, whereas others had not.RESULTS: Of the 280 responses received, 198 questionnaires were included in the analysis. The analyzed questionnaires were submitted by nurses (43%), ambulance workers (33%), and physicians (23%). Only 14% of the people in the study had participated in EMSB training, whereas 78% had received other or additional life support training and 22% of respondents had no additional life support training. Medical and nursing staff who had participated in EMSB training performed better in the following subjects: mentioning hypothermia as a focus of attention (70% versus 53%, p=0.085), correct use of hand size (70% versus 36%, p=0.001) and use of the correct hand percentage in the estimation of total body surface area (TBSA, 82% versus 57%, p=0.015), suspicion of no airway obstruction in an outdoor trauma (93% versus 63%, p = 0.002) and referral of functional area burns to a burn center (22% versus 8%, p = 0.04). However, both groups overestimated the TBSA (34% of the total group overestimated ≥ 20%) and did not know the correct formula for fluid resuscitation (87% of the total group).CONCLUSION: There is some evidence that medical staff members who have participated in EMSB training have a better knowledge of emergency management and are more effective in the management of a simulated burn case. However, both individuals who had participated in EMSB as well as those who had not participated in EMSB needed additional training in EMSB.
In de afgelopen jaren zijn diverse cyberveiligheid informatiedeling-initiatieven opgericht. Dergelijke samenwerkingsverbanden zijn van groot belang om cyberdreigingen het hoofd te kunnen bieden. Maar welke factoren zorgen ervoor dat die initiatieven succesvol zijn?