Service of SURF
© 2025 SURF
Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid zijn er meer mensen met overgewicht dan met ondervoeding. Overgewicht is in snel tempo toegenomen en is een van de grootste maatschappelijke (gezondheids)problemen van deze tijd. Overgewicht heeft ondervoeding overschaduwd. In "The land of plenty"’ is geen gebrek meer, en dus geen ondervoeding zou je verwachten. Ondervoeding blijkt echter ook in deze tijd nog steeds een van de grootste maatschappelijke (gezondheids). Door inactiviteit of door ziekte kan spiermassa afnemen en wordt het steeds lastiger ondervoeding door de laag vet heen te ontdekken. Het aanpakken van overgewicht en ondervoeding door de professional vergt goed gewichtsmanagement. Voeding en beweging spelen hierbij een cruciale rol. Energie uit de voeding is gerelateerd aan vetmassa, en eiwit uit de voeding en beweging is gerelateerd aan spiermassa
Dit artikel geeft inzicht in het fenomeen 'verzuring' van spieren door inspanning.
Dit najaar zijn de langverwachte nieuwe consensuscriteria voor hetvaststellen van ondervoeding en sarcopenie gepresenteerd. Het gaatom de internationale criteria voor de diagnose van ondervoeding ende herziene Europese consensus over de sarcopenie-definitie en decriteria voor diagnose. Beide worden internationaal gedragen en zullen wereldwijd worden aanbevolen als de nieuwe standaard
Relatie tussen spiermassa en vroegtijdig stoppen van chemotherapie bij patienten met hoofd-halskankerIn this study, we aim to assess whether low pre-treatment muscle mass, measured with CT at thoracic (T4) or lumbar level (L3) is associated with early termination of chemotherapy related to toxicity in head and neck cancer (HNC) patients.
Ouderen worden steeds ouder en wonen steeds langer thuis. Een goede voedingstoestand, en de keuze van de juiste eiwitrijke voedingsproducten, dragen bij aan behoud van gezondheid en vitaliteit van thuiswonende ouderen. Uit eerder onderzoek is bekend dat enerzijds de eiwitbehoefte van ouderen verhoogd is, terwijl anderzijds de eiwitinname van thuiswonende ouderen veelal insufficiënt is. Bovendien hebben ouderen onvoldoende kennis over het belang van eiwit voor het behoud van hun vitaliteit. Bij ouderen is daarom onvoldoende bewustzijn dat zij, door voldoende eiwitten te eten, zélf een bijdrage kunnen leveren aan een gezonde en vitale oude dag. Zowel gezondheidsprofessionals als voedingsmiddelenbedrijven zijn zich bewust van de belangrijke rol van eiwit. Deze boodschap heeft de oudere consument echter nog niet bereikt. Intussen zijn voedingsmiddelenbedrijven wel al bezig hun assortiment aan te passen aan de verhoogde eiwitbehoefte van ouderen. Middels dit subsidievoorstel wordt in kaart gebracht wíe de oudere burger is die extra eiwit nodig heeft, welke kennis hij heeft en welke kennislacunes er nog zijn, aan welke informatie en aan welke producten hij behoefte heeft, en via welke communicatiekanalen hij het best geïnformeerd kan worden. Parallel hieraan wordt met producenten en oudere consumenten getest welke producten het best passen bij ‘de eiwitrijke keuze’. In dit onderzoek combineren HAN en HAS Hogeschool hun complementaire disciplines: Voeding & Diëtetiek (HAN) en Marketing & Communicatie (HAS) en werken samen met het voedingsmiddelenbedrijfsleven aan het oplossen van een concreet probleem. Nieuwe communicatiestrategieën worden ontworpen en getoetst om de oudere consument meer bewust te maken van het belang van eiwit. Resultaten worden gedissemineerd via kanalen zoals Platform Patiënt en Voeding, KBO-PCOB, het Voedingscentrum en de Stuurgroep Ondervoeding.
Een voedingspatroon met voldoende eiwit is belangrijk voor het behoud van spiermassa, spierkracht en zelfredzaamheid bij 65-plussers. Het is bekend dat veel 65-plussers niet voldoende eiwit consumeren, en dat zij zich daar vaak niet van bewust zijn. Ook is bekend dat de voeding van 65-plussers vooral dierlijke eiwitten bevat. De klimaatdoelstellingen vragen om een verschuiving richting een duurzamer voedingspatroon met meer plantaardig eiwit. Dit actuele onderwerp roept vragen op bij 65-plussers, diëtisten, het onderwijs en de voedingsmiddelensector, die hebben geleid tot de volgende onderzoeksvraag: “Hoe kunnen wij 65-plussers, diëtisten en het voedingsmiddelen-mkb ondersteunen met kennis, concepten en producten die 65-plussers helpen bij het bereiken van een optimale eiwitinname?”. Hierbij wordt gelet op gedragsdeterminanten (kennis, sociale omgeving, motivatie en vaardigheden) en rekening gehouden met de maatschappelijke vraag naar een duurzamer voedingspatroon. Om te onderzoeken welke kansen er zijn bij de doelgroep voor een meer duurzame eiwitinname zullen we een representatief consumentenpanel van 65-plussers opzetten en voor langere tijd actief betrekken bij de substudies. In kwalitatieve studies zullen we onderzoeken welke factoren een duurzaam eiwitrijk voedingspatroon en aandacht voor eetgewoontes bij 65-plussers bevorderen of belemmeren. Via het modelleren van voedingstoffeninnames onderzoeken we door middel van welke (hoeveelheden) producten een optimale eiwitinname kan worden bereikt, gebruik makend van meer duurzame eiwitbronnen en passend bij huidige eetgewoontes. In een gedragsdeterminantenstudie bestuderen we in welke gedragsfase 65-plussers zich bevinden t.a.v. verandering richting een duurzamer voedingspatroon. Tenslotte ontwikkelen en evalueren we kennis, concepten, producten en communicatiemiddelen die aansluiten bij strategieën om eetgedrag te veranderen richting een duurzame en optimale eiwitinname. Dit zullen we doen in samenwerking met het consumentenpanel, brancheorganisaties, partners uit het voedingsmiddelenbedrijfsleven, consumentenorganisaties en kennisinstellingen.