Service of SURF
© 2025 SURF
Within the profile Technical Information Technology (ICT Department) the most important specializations are Embedded Software and Industrial Automation. About half of the Technical Information curriculum consists of learning modules, the other half is organized in projects. The whole study lasts four years. After two-and-a-half year students choose a specialization. Before the choice is made students have several occasions in which they learn something about the possible fields of specialization. In the first and second year there are two modules about Industrial Automation. First there is a module on actuators, sensors and interfacing, later a module on production systems. Finally there is an Industrial Automation project. In this project groups of students get the assignment to develop the control for a scale model flexible automation cell or to develop a monitoring system for this cell. In the last year of their studies students participate in a larger Industrial Automation project, often with an assignment from Industry. Here also the possibility exists to join multidisciplinary projects (IPD; integrated product development).
Criminologists have frequently debated whether offenders are specialists, in that they consistently perform either one offense or similar offenses, or versatile by performing any crime based on opportunities and situational provocations. Such foundational research has yet to be developed regarding cybercrimes, or offenses enabled by computer technology and the Internet. This study address this issue using a sample of 37 offender networks. The results show variations in the offending behaviors of those involved in cybercrime. Almost half of the offender networks in this sample appeared to be cybercrime specialists, in that they only performed certain forms of cybercrime. The other half performed various types of crimes on and offline. The relative equity in specialization relative to versatility, particularly in both on and offline activities, suggests that there may be limited value in treating cybercriminals as a distinct offender group. Furthermore, this study calls to question what factors influence an offender's pathway into cybercrime, whether as a specialized or versatile offender. The actors involved in cybercrime networks, whether as specialists or generalists, were enmeshed into broader online offender networks who may have helped recognize and act on opportunities to engage in phishing, malware, and other economic offenses.
Bookreviews of Anders Ericsson & Robert Pool. Peak: How All of Us Can Achieve Extraordinary Things and of Cal Newport. Deep Work: Rules for Focused Success in a Distracted World. Human beings are unique among all living organisms in that their primary adaptive specialization does not require some particular physical form or skill or fit in an ecological niche, but rather in identification with the process of adaptation itself – in the process of learning. We are thus the learning species, and our survival depends on our ability to adapt not only in the reactive sense of fitting into the physical and social worlds, but in the proactive sense of creating and shaping those worlds. (Kolb, 1984, Experiential Learning: Experience as The Source of Learning and Development, p. 1)
LINK
In 2019 en 2020 heeft het Joint Research Center van de Europese Commissie (JRC) uitgebreid onderzoek (Higher Education for Smart Specialisation: HESS) gedaan naar de rol van kennisinstellingen in Noord-Nederland in het innovatie-ecosysteem. JRC constateert dat de kennisinstellingen in de afgelopen jaren meerdere waardevolle initiatieven (proeftuin, hub, field lab, living lab, leeratelier, innovatiewerkplaats of gebiedscoöperatie) hebben ontplooid, bijvoorbeeld op het gebied van het koppelen van studenten en onderzoekers aan bedrijven en het samenwerken tussen kennisinstellingen op verschillende niveaus.Uit dit ‘HESS’- onderzoek kwam onder meer ook naar voren dat veel Noord-Nederlandse mkb’ers nog op grote afstand staan van de kennisinstellingen en dat kenniscirculatie die plaatsvindt veelal een lokaal karakter heeft. Verder mist de samenhang onderling en zijn de initiatieven van korte duur. De netwerken die worden gecreëerd zijn onvoldoende open en toegankelijk voor het mkb. De initiatieven vanuit de kennisinstellingen werken goed voor het onderwijs (studenten koppelen aan bedrijven en de samenwerking kennisinstellingen met bedrijven), maar de initiatieven werken blijkbaar niet voor het grote deel van het mkb.De conclusies van het onderzoek vormen het vertrekpunt van de Regional Innovation Strategies for Smart Specialization (RIS3) en het EFRO-programma 2021-2027 voor Noord-Nederland. Ter voorbereiding op het nieuwe EFRO-programma 2021-2027 en om de negatieve economische impact van COVID 19 te helpen verkleinen, is medio 2020 REACT EU in het leven geroepen (‘Recovery Assistance for Cohesion and the Territories of Europe’). De middelen vanuit REACT EU worden onder meer gebruikt om kennisinstellingen in Noord-Nederland te ondersteunen bij aanpakken van inefficiënties en het effectiever vervullen van hun valorisatierol. Het gaat hier met name om het valorisatieproces als geheel, van idee/kenniscreatie tot aan markttoepassing/ondernemerschap.1.2.Gezamenlijk voorstel: KONNECT In Noord-Nederland worden de middelen die REACT EU biedt gebruikt om te experimenteren met een aantal uitvragen. De middelen kunnen worden gebruikt om het huidige innovatie-ecosysteem te versterken en om de eerste stappen te zetten in de uitvoering van het nieuwe EFRO-programma 2021-2027. Hiervoor hebben de drie noordelijke provincies onder andere de noordelijke kennisinstellingen opgeroepen met een propositie te komen, gericht op het oplossen van knelpunten ten aanzien van het valoriseren van kennis. Het voorstel moet daarbij structureel bijdragen aan een grotere effectiviteit van kennisinstellingen in het Noord-Nederlandse innovatie-ecosysteem en de potentiële impact vergroten van initiatieven die inspelen op kansen rond de RIS3 Transities. De noordelijke kennisinstellingen hebben de handen ineengeslagen en de verbinding opgezocht met de eerstelijnsorganisaties1 om een integraal voorstel aan te dragen: KONNECT.Het doel van KONNECT is om te:Inventariseren, experimenteren, monitoren en met elkaar leren hoe de Noord-Nederlandse kennisen onderwijsinstellingen (mbo, hbo en wo) de afstand met het MKB kan overbruggen en hun valorisatierol efficiënter en effectiever kunnen invullen. Hierbij wordt rekening gehouden met het feit dat de relaties tussen kennisinstelling en mkb per onderwijsniveau en regio verschillen.
This research is dedicated to the study of marketing opportunities and consumer behavior, as well as the impact of technology on marketing relationships (eg, interorganizational, company-consumer). It is also in its interest to explore the form and nature of the entrepreneurial phenomenon beyond the contexts in which it can occur. A sub-area of specialization that has been deserving special interest is that of entrepreneurial skills. Another area of commitment is related to information systems and information technology with decision support in organizations.Partners: CAPES Conselho Nacional de Desenvolvimento Científico e Tecnológico (Brazil), Federal University of Pernambuco (Brazil)
Helping business networks and clusters to collaborate in international value chains and interregional collaborations as part of regional growth strategies.[project in progress]To improve regional/national policy instruments seeking to intensify clusterization processes (especially in KETs related sectors), fostering clusters’ and business networks interregional cooperation, integration into innovative value chains and better employment for the implementation of smart specialization strategies.