Service of SURF
© 2025 SURF
Een exploratie van principes voor beleid, zelforganisatie en solidariteit voor cultuur aan gene zijde van de Covid-crisis
MULTIFILE
Column ten behoeve van conferentie FNV werkt, 29 april 2015- Hoe kunnen mensen investeren in hun toekomstige positie op de arbeidsmarkt, zodat ze onzekerheid wat beter de baas kunnen?- Wat betekent deze aanslag op de bestaanszekerheid voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt, die verdrongen dreigen te worden door mensen met betere competenties?- Wat betekent deze ontwikkeling voor de betekenis van werk in het leven van mensen? Waar halen mensen nog meer zekerheid vandaan? Hoe organiseren zij dat zelf? En wat betekent dat voor begrippen als solidariteit en emancipatie?
Ons huidige voedselsysteem is steeds meer gericht op winst, waardoor we vervreemd raken van de natuur, gezondheid en elkaar. Hoewel gezond voedsel produceren goedkoper is dan ooit, is het in de winkels duurder dan bewerkt voedsel. Dit maakt een gezond eetpatroon vooral voor kwetsbare huishoudens moeilijker, wat leidt tot grotere gezondheidsverschillen tussen verschillende sociale en culturele lagen. Stichting Plaatsen Nederland wil het voedselsysteem van de toekomst vernieuwen door samen met boeren, burgers en andere betrokkenen te werken aan een regeneratief voedselsysteem. Dit systeem is gebaseerd op drie pijlers: natuurgedreven, sociaal verbonden en economisch gedragen. Plaats De Kleine Aarde in Boxtel (PDKA) ondersteunt dit initiatief door te bouwen aan een kennisnetwerk dat de transitie naar een beter voedselsysteem stimuleert. In 2025 wil PDKA hiervoor een horecavoorziening starten die gezond en duurzaam voedsel toegankelijk maakt voor iedereen. Dit wordt gedaan door ideeën rondom ‘Commons’ (gemeenschappelijk beheer) te gebruiken, waarbij gezamenlijke maaltijden centraal staan. In 2025 wordt hiervoor een verkennend onderzoek uitgevoerd door het lectoraat ‘Economie als gemeengoed’ van het Centre of Expertise Brede Welvaart en Nieuw Ondernemerschap (BWNO). Hierbij gaan onderzoekers, medewerkers van de PDKA en burgers samenwerken om een model te ontwikkelen voor het organiseren van deze maaltijden. Dit model moet gemeenschappelijkheid en solidariteit bevorderen en iedereen, ongeacht sociale of culturele achtergrond, betrekken. Het doel van dit onderzoek is om te ontdekken welke werkwijzen en basisregels succesvol zijn voor het gezamenlijk organiseren van gezonde en duurzame maaltijden. De resultaten moeten bruikbaar zijn voor andere groepen en locaties in Nederland, zodat het model breed toegepast kan worden.
Bij erfgoed horen emoties. Maar wanneer deze emoties schadelijk blijken te zijn en voor (meer) polarisatie in de samenleving zorgen, wordt het tijd om te kijken of in de omgang met erfgoed veranderingen aangebracht kunnen worden. Hierin kan de erfgoedprofessional een rol spelen. Het onderzoek ‘Precaire spanning’ kijkt naar de herdenkingspraktijken van de Shoah en van het slavernijverleden. Die praktijken tonen en creëren spanning. Deze spanning komt naar voren en wordt gecreëerd op verschillende plekken en op verschillende momenten, gerelateerd aan de herdenkingen, zoals in discussies over excuses of restituties en bij tentoonstellingen en educatieve programma’s. In het project wordt onderzocht hoe de erfgoedprofessional de componenten kan herkennen en wegnemen die in de bredere herdenkingscontext bijdragen aan de spanning tussen herdenkers van de Shoah en van het slavernijverleden. Het onderzoek bestaat uit interviews en expertmeetings met stakeholders zoals herdenkers, beleidsmedewerkers, kunstenaars en erfgoedprofessionals, en uit observaties van woordkeuzes, kunstuitingen en rituelen die de herdenkingspraktijken mee vormgeven. Aan de basis van het onderzoek ligt het idee dat de spanning voortkomt uit een gevoel van ongelijkwaardigheid in de strijd om een plek in het Nederlands herdenkingslandschap. Dit is niet los te zien van het ontbreken van herkenning en erkenning van nog bestaande trauma’s, van de aanwezigheid van antisemitisme en racisme in de samenleving, en van het bestaan van verschillende repertoires aan historische kennis. Het onderzoek beoogt een handelingskader te ontwikkelen waarmee de erfgoedprofessional kan bijdragen aan sensitievere herdenkingspraktijken, teneinde de spanning tussen herdenkers van de Shoah en van het slavernijverleden onderling weg te nemen of tenminste te verminderen. Het onderzoek valt onder het lectoraat van de Reinwardt Academie, onderdeel van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Hier worden de inzichten van dit onderzoek ingezet in een breder onderzoeks- en onderwijsdomein van erfgoed en kunsten.
Sociaal werkers houden zich bezig met het versterken van sociaal functioneren van mensen en sociale kwaliteit van de samenleving rond maatschappelijke kwesties als eenzaamheid, armoede en schulden. Zij zijn daarbij gericht op het realiseren van belangrijke waarden als sociale rechtvaardigheid, gelijkheid, solidariteit en menselijke waardigheid. Sociaal werkers interveniëren op drie niveaus: - individuen/ huishoudens (microniveau) - het collectief: groepen, wijken, gemeenschappen (mesoniveau) - organisaties en beleid (macroniveau) De praktijk en de methodiekontwikkeling van het sociaal werk spitsen zich vooral toe op het interveniëren op microniveau. Collectieve arrangementen (mesoniveau) en het signaleren en agenderen van structurele oorzaken waardoor mensen in de problemen komen (macroniveau) krijgen minder aandacht terwijl die ook van groot belang zijn voor de aanpak van sociale kwesties. Individueel georiënteerde sociaal werkers vinden het moeilijk om de mogelijkheden op meso- en macroniveau te zien. Sociaal werkers die meer op collectieve arrangementen gericht zijn vinden het lastig hun werk goed te verwoorden en te verantwoorden. En beide type sociaal werkers erkennen dat zij signalen op macroniveau wel opvangen, maar handelingsverlegenheid ervaren om daar vervolgens voldoende werk van maken. In een ontwerpgericht onderzoek werken in dit project de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Movisie, Ons Welzijn, Synthese, buurtteam Venlo, gezinscoachteam Venray en Buurtplein samen aan de vraag: Wat biedt sociaal werkers houvast bij het besluiten welke interventies zij op welk niveau gaan inzetten en bij het verantwoorden van deze keuze? Via vier fasen (diagnose, ontwerp, test en implementatie) worden tools ontwikkeld voor de praktijk en het onderwijs van het sociaal werk. Het model professionele besluitvorming door sociaal werkers van Movisie wordt door ontwikkeld met behulp van wetenschappelijke, praktijk- en ervaringskennis over interveniëren in het sociaal werk en het versterken van sociale kwaliteit om (toekomstige) professionals een houvast te bieden bij het interveniëren op alle niveaus.