Service of SURF
© 2025 SURF
In deze publicatie houden we een pleidooi voor socioprudentie in het sociaal werk. Wat is socioprudentie: Onder socioprudentie verstaan we de praktische wijsheid die de sociale professional ontwikkelt om ‘goed’ te handelen, en retrospectief om te kunnen toetsen of er goed gehandeld is. Deze toetsing/reflectie draagt bij aan het continu leren van situaties, om op deze wijze de praktische wijsheid te vergroten. Hiermee geven we ook aan dat socioprudentie er niet in een keer is. Het is iets dat zich ontwikkelt en in ontwikkeling blijft. Daarmee is het ook een constant leerproces, waarin reflectiviteit en ‘sociale reflexiviteit’ essentieel zijn.
LINK
Hoofdstuk in ‘Sociaal werk doordacht’. In dit boek beschrijft een aantal belangrijke kernelementen van de professionaliteit van het sociaal werk. In het hoofdstuk 'Pleidooi voor socioprudentie in het sociaal werk' beschrijft een pleidooi voor socioprudentie in het sociaal werk. Onder socioprudentie verstaan we de praktische wijsheid die de sociale professional ontwikkelt om ‘goed’ te handelen, en retrospectief om te kunnen toetsen of er goed gehandeld is. Deze toetsing/reflectie draagt bij aan het continu leren van situaties, om op deze wijze de praktische wijsheid te vergroten.
Het sociaal werk bevindt zich in woelige tijden en in die dynamiek werken sociaal werkers aan het (zo integraal mogelijk) bevorderen van het sociaal functioneren van mensen. Dat vraagt om voortdurende afstemming met burgers, hun netwerk, betrokken professionals en andere actoren. In onze diverse, ongelijke, geïndividualiseerde en complexe samenleving is het leggen van verbindingen tussen verschillende groepen in de samenleving essentieel en een van de kerntaken van sociaal werk. Het blijkt vaak lastig om de communicatie en afstemming met al die partijen voor elkaar te krijgen en daarbij de focus op burgers/cliënten vast te houden (Feringa, Peels, Van der Sanden, & Linders, 2017; Linders & Feringa, 2014). Sociaal werkers hebben er bijvoorbeeld moeite mee om te bepalen wanneer ze echt de regie kunnen ‘laten’ bij burgers. Dat doen ze – al dan niet bewust – vanuit de gedachte dat zijzelf als professional de bepalende factor zijn in het samenspel met burgers. Dit zien we terug in het taalgebruik dat vaak gebezigd wordt in het sociale domein. Professionals leggen regie bij cliënten terug, regisseren lotgenotencontact, zetten mensen in hun kracht, of organiseren burgerinitiatieven (Linders & Feringa, 2014; Linders, Feringa, Potting, & Jager-Vreugdenhil, 2016). Gesprekken tussen professionals gaan vaak over rollen, taken en verdeling van verantwoordelijkheden of vraagstukken die betrekking hebben op de (on)mogelijkheden om conform de transformatiedoelstellingen te werken (Van der Sanden, Feringa, Peels, & Linders, 2017). Dat kan ten koste gaan van de verbinding met cliënten, wijkbewoners, vrijwilligers, enzovoorts.