Service of SURF
© 2025 SURF
Dit rapport is een schriftelijke weergave van de uitgesproken lectorale rede van Dr. Ir. C.J.M. Heemskerk bij Hogeschool Inholland. De rede geeft een duidelijk beeld van wat robots zijn, waar wij anno 2016 met de ontwikkelingen van de robot staan en hoe snel deze gaan. Robots worden steeds socialer en slimmer. Vanuit de twee werkvelden van het Lectoraat, zorg en agri-food, wordt nader ingegaan op de vraag of de angst dat robots banen overnemen of de mensen zullen overheersen reëel is.
Through a qualitative examination, the moral evaluations of Dutch care professionals regarding healthcare robots for eldercare in terms of biomedical ethical principles and non-utility are researched. Results showed that care professionals primarily focused on maleficence (potential harm done by the robot), deriving from diminishing human contact. Worries about potential maleficence were more pronounced from intermediate compared to higher educated professionals. However, both groups deemed companion robots more beneficiary than devices that monitor and assist, which were deemed potentially harmful physically and psychologically. The perceived utility was not related to the professionals' moral stances, countering prevailing views. Increasing patient's autonomy by applying robot care was not part of the discussion and justice as a moral evaluation was rarely mentioned. Awareness of the care professionals' point of view is important for policymakers, educational institutes, and for developers of healthcare robots to tailor designs to the wants of older adults along with the needs of the much-undervalued eldercare professionals.
Deze Powerpoint presentatie werd door lector Cock Heemskerk gebruikt voor een lezing over zorgrobots in het Slimste Huis in Alkmaar. Na een korte uitleg over het werkveld van het lectoraat en de wetenschappelijke definitie van een robot wordt nader ingegaan op de inzetbaarheid van zorgrobots anno 2017. De testresultaten van de zorgrobots Alice en ROSE worden duidelijk uiteengezet. Er wordt ingezoomd op de 21ste eeuw vaardigheden van studenten verpleegkunde en die onderzoekers. Tot slot wordt de opbouw en de doelstelling van een klinische les (nagespeelde praktijksituatie) gepresenteerd.
Angst en pijn komen vaak voor bij kinderen die medische procedures ondergaan. Een nieuwe potentiële angst- en pijnreducerende methode voor ziekenhuizen is de inzet van sociale robots. Hoewel deze succesvol zijn in het afleiden van kinderen in de prikkamer, willen ziekenhuizen een robot die breder inzetbaar is (d.i. bij diverse medische procedures onder een brede leeftijdsgroep kinderen). Ook is het belangrijk dat de zorgverlener de robot zelf eenvoudig kan inzetten binnen het zorgproces. Vanuit ziekenhuizen kwam het idee om een robot te programmeren die de medische hypnosetechniek ‘geleide fantasie’ kan toepassen, waarbij middels positieve suggesties een andere betekenis gegeven wordt aan beangstigende gedachtes of pijn op een andere manier wordt ervaren. De diverse vraagarticulatiegesprekken met ziekenhuizen, robot-onderzoekers, robot-programmeurs en -leveranciers, medische hypnose-experts, en vertegenwoordigers van de robot-industrie en het kind-in-ziekenhuis-perspectief, leidden uiteindelijk tot de praktijkvraag om: een plug & play robot te ontwikkelen die effectief middels geleide fantasie angst en pijn kan verminderen onder 4- tot 12-jarigen bij verschillende medische procedures in het ziekenhuis, daarbij rekening houdend met de persoonlijke en leeftijdsgebonden behoeftes van kinderen en de uitvoerbaarheid en haalbaarheid in de praktijk. Deze praktijkvraag wordt in samenwerking met kinderen, ouders, zorgverleners, technici en onderzoekers middels vier werkpakketten beantwoord. Allereerst worden de ziekenhuispraktijksituaties en belangrijkste robotvereisten binnen het consortium in kaart gebracht om hiermee een eerste prototype van een AI-ondersteunde (autonome) sociale ‘droomrobot’ te ontwikkelen die geleide fantasie toepast. Dit prototype wordt eerst verder verfijnd en beter afgestemd op de praktijksituatie in een reeks kortlopende tests in verschillende ziekenhuispraktijksituaties. Vervolgens wordt de droomrobot grootschalig getest op de angst- en pijnreducerende werking onder kinderen van verschillende leeftijden in een langlopende ziekenhuisstudie. Tenslotte wordt in kaart gebracht wat nodig is voor de brede adoptie en invoering van de droomrobot in ziekenhuizen.
Voor MKB-winkeliers is het de afgelopen jaren steeds lastiger geworden om goed personeel te vinden. De kwaliteit van de dienstverlening in de winkel komt hierdoor onder druk te staan wat ten koste gaat van klanttevredenheid en omzetten. Om het tij te keren willen MKB-winkeliers meer kennis opdoen over de mogelijkheden die sociale robots hen bieden om klanten te bedienen. Uit de vraagarticulatie is gebleken dat de MKB-winkeliers het meeste verwachten van de mogelijkheden om met sociale robots klanten te ontvangen, hen de weg te wijzen, promoties te tonen, productinformatie te verstrekken, en advies te geven. In dit project onderzoeken wij de toegevoegde waarde van sociale robots die deze dienstverlenende taken uitvoeren in tien winkels in Nederland. De centrale onderzoeksvraag van dit project luidt: “Hoe en in welke mate leidt de inzet van sociale robots voor diverse dienstverlenende taken in de winkel (ontvangen van klanten, wijzen van de weg, promoten van aanbiedingen, verstrekken van productinformatie, het geven van advies) tot tevredenheid van klant en personeel, en zorgt het voor toegevoegde waarde voor de winkelier?” Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn vijf deelvragen geformuleerd, die aan de hand van drie samenhangende werkpakketten samen met consortiumpartners via praktijkgericht onderzoek zullen worden beantwoord. De kern van het consortium bestaat uit de Hogeschool van Amsterdam, de Vrije Universiteit Amsterdam, TMO Fashion Business School, tien winkeliers, en een robotprovider. De nieuwe kennis die met dit project wordt gegenereerd over de mogelijkheden van sociale robots voor de dienstverlening in winkels (en daarmee hun voortbestaan), is van grote waarde voor MKB-winkeliers in heel Nederland. De resultaten van het onderzoek worden daarom in een vierde werkpakket breed gedeeld via de brancheorganisaties INretail, Het Vakcentrum en Techniek Nederland, een websitepagina op Retail Insiders, een YouTube kanaal, een boekje, en blogartikelen voor winkeliers op toonaangevende online platforms.
Het doel van het project is het ontwerpen en evalueren van een voorleesrobot die meertalige kleuters in het basisonderwijs in hun thuistaal kan ondersteunen en ingezet kan worden voor programmeeronderwijs voor oudere kinderen. Het gebruik van thuistalen in het onderwijs is belangrijk voor de (taal)ontwikkeling van meertalige kinderen, maar blijkt vaak lastig voor leerkrachten als zij deze talen niet spreken. Een robot kan eenvoudig geprogrammeerd worden om in allerlei talen voor te lezen, waardoor leerkrachten de robot kunnen inzetten om meertalige kinderen in hun thuistaal extra ondersteuning te bieden. Robots zijn bij uitstek een geschikte vorm van technologie voor voorlezen, vanwege hun fysieke en sociale aanwezigheid en de mogelijkheid tot het maken van spraakondersteunende gebaren. De robot wordt in dit project op verschillende manieren ingezet: enerzijds als co-voorlezer naast de leerkracht, waarbij de leerkracht in het Nederlands voorleest en de robot in de thuistaal van kinderen, en anderzijds als zelfstandige pre-teachingactiviteit, waarbij de robot kinderen in de thuistaal voorleest voorafgaand aan klassikale Nederlandstalige voorleesactiviteiten. De verwachting is dat de voorleesactiviteiten met de robot het woord- en verhaalbegrip en de betrokkenheid van meertalige kinderen tijdens klassikale Nederlandstalige activiteiten ondersteunen en dat de robot het welbevinden van meertalige kinderen bevordert door hun thuistaal in het onderwijs te erkennen en gebruiken. Binnen dit project is het uitgangspunt om te zorgen voor een robotprogramma dat eenvoudig uit te breiden is naar andere verhalen én talen. Er wordt daarom ingezet op eenvoudig te programmeren software, waarbij kinderen uit groep 7 en 8 van het basisonderwijs de robot kunnen programmeren. Naast het hoofddoel van het ondersteunen van meertalige kinderen, is het secundaire doel om kinderen uit groep 7 en 8 programmeeronderwijs te bieden dat aansluit bij hun belevingswereld en hen kan helpen basisvaardigheden in het programmeren onder de knie te krijgen.