Service of SURF
© 2025 SURF
In Nederland is er een groeiende behoefte aan collectieve huisvesting voor ouderen om de kloof tussen 'ageing in place' en institutionele zorgvoorzieningen te overbruggen. Participatie van ouderen in de concept- en ontwerpfase is belangrijk om het marktaanbod af te stemmen op de behoeften van (toekomstige) bewoners. Sociale ondernemers vinden het echter een uitdaging om ouderen te betrekken. Dit hoofdstuk verkent verschillende manieren waarop ouderen betrokken kunnen worden bij het ontwikkelen van nieuwe wooninitiatieven. De ladder van burgerparticipatie wordt hier gebruikt om verschillende rollen te verkennen die (toekomstige) bewoners zouden kunnen spelen met verschillende niveaus van invloed, van niet-participatie tot burgerkracht. Overwegingen voor betekenisvolle participatie worden besproken. Verder wordt een Nederlandse casestudy gepresenteerd waarin vastgoed werd getransformeerd op basis van de betrokkenheid van ouderen, die illustreert hoe door het gebruik van een innovatieve methode partnerschappen kunnen worden gevormd tussen (toekomstige) bewoners en besluitvormers. Dit hoofdstuk concludeert dat naast de huisvesting zelf, ook de gebouwde omgeving en de buitenomgeving in beschouwing moeten worden genomen om de leefomstandigheden van ouderen te verbeteren.
Open innovatie biedt vanuit strategisch management een denkrichting voor het creëren van een andere aanpak om oplossingen te bedenken voor uitdagingen. Voor bestuurders en toezichthouders kan dit nieuwe inzichten geven. Er is veel waardevolle kennis beschikbaar buiten het eigen bedrijf. Samenwerking met andere organisaties, klanten en toeleveranciers, biedt mogelijkheden voor verbetering van producten en diensten. Bestuurlijke vraagstukken die gepaard gaan met open innovatie worden in dit artikel uitgelicht met specifieke aandacht voor het organiseren van open innovatie in het voortgezet onderwijs (VO). Er zijn kansen voor schoolbesturen om de onderwijskwaliteit continue hoog te houden, juist met de uitdagingen van deze tijd.
Met het oog op het oplopende lerarentekort is het van groot belang te voorkomen dat startende leraren het onderwijs vroegtijdig verlaten als gevolg van een gebrek aan goede begeleiding of omdat ze onvoldoende tijd hebben om zich verder te ontwikkelen. Steeds meer partnerschappen Samen Opleiden & Professionaliseren richten zich niet alleen op de opleiding van leraren maar, in het verlengde hiervan, ook op de inductie van beginnende leraren. Deze publicatie van het Platform Samen Opleiden & Professionaliseren biedt partnerschappen achtergrondinformatie over goede begeleiding van startende leraren, gebaseerd op relevant en/of recent onderzoek.
MULTIFILE
Het sinds 2002 bestaande Kennisnetwerk Beroepsonderwijs richt zich op vraagstukken van beroepsonderwijs in relatie met ontwikkelingen in de (regionale) beroepspraktijk en maatschappelijke uitdagingen. Deelnemers zijn lectoren, hoogleraren en recent ook practoren met een breed scala aan expertise, zowel vanuit de praktijk van beroepsonderwijs als de disciplines die vraagstukken van beroepsonderwijs bestuderen zoals de onderwijswetenschappen, psychologie, pedagogiek, economie, organisatiewetenschappen. Het netwerk is onderscheidend en uniek omdat de kennispartners uit de volledige beroepsonderwijsketen samenwerken en sterk verankerd zijn in de praktijk van het beroepsonderwijs zelf. Het Kennisnetwerk beoogt de continue kennisontwikkeling over, in en met het beroepsonderwijs te versterken en is daarmee gericht op de fundamentele bijdrage die beroepsonderwijs levert aan de ontwikkelkracht van Nederland in de breedte. Het Kennisnetwerk richt zich dus niet op één van de topsectoren maar op - de Human Capital Agenda van - alle sectoren en past daarmee naadloos bij de KIA Maatschappelijk Verdienvermogen en sluit aan bij de NWA-route Veerkrachtige Samenleving. Het Kennisnetwerk wil via de platformregeling een duurzame en verbindende werkwijze ontwikkelen én praktiseren waarin vraagarticulatie, agendering en doorwerking met, door en voor het beroepsonderwijs en de samenwerkingspartners de bouwstenen zijn voor krachtenbundeling. Cruciaal is dat beroepsonderwijs samen met bedrijven en sociale partners werkt aan een toekomstbestendige regio. Kennisontwikkeling met het oog op het vormgeven en realiseren van deze partnerschappen vormt de motivatie voor dit platform. De inhoudelijke focus van het Kennisnetwerk betreft de kwaliteit van het beroepsonderwijs in het algemeen, de bijdrage van het beroepsonderwijs aan het leven lang ontwikkelen en het onderzoekende en responsieve vermogen van het beroepsonderwijs. Het Kennisnetwerk is ook een strategische alliantie om de kennisinfrastructuur over leren en ontwikkelen van en voor het gehele beroepsonderwijs te versterken omdat de omvang van het onderzoek en onderzoekscapaciteit gericht op beroepsonderwijs, achterlopen op de omvang en het belang van het beroepsonderwijs in Nederland.
Het project Partnerschap voor Circulaire economie richt zich op het bieden van ondersteuning aan het MKB in het maken van bewuste keuzes betreffende samenwerking in hun waardenetwerk om circulaire business modellen te realiseren. De casuïstiek in dit project is gericht op het verwaarden van bermgras.Partijen die de gehele waardeketen afdekken, waaronder biomassa-aanbieders (vertegenwoordigd door Branche Vereniging Organische Reststromen en Brinkmann Consultancy) en verwerkers van biomassa fracties in de papierindustrie (vertegenwoordigd door Kenniscentrum Papier en Karton, en Bumaga) staan voor de uitdaging om 120.000 ton bermgras in stappen volledige te verwaarden. Dit past bij de ambitie van de Papier- en Kartonindustrie om lokale grondstoffen te gebruiken en bij de ambitie van de leveranciers van het biomateriaal / maaisel (de overheden) om de kosten van landschapsonderhoud te verlagen. Dit niet alleen uit moreel besef, maar zeker ook uit zakelijk oogpunt. Het Kenniscentrum Papier en Karton geeft aan dat er naast de uitdaging van de kwaliteit van grondstoffen (grote variatie van soorten gewasdelen; aanwezige macro en microvervuiling), een zeker zo grote uitdaging ligt in de afspraken en afstemming tussen de partners en belanghebbenden. De ontwikkeling van een rendabele business case (op basis van alle componenten in het bermgras) binnen een duurzaam partnerschap ervaren de ketenpartners als een lastig te nemen hobbel in de transitie naar een circulaire economie. Dit onderzoek richt zich dan ook op de vraag: Hoe kan het MKB een bij klanten gevalideerde samenwerking met belanghebbenden identificeren en organiseren waarbij aandacht voor sociale en ecologische effecten binnen een economische context centraal meegewogen wordt (de zogenaamde ‘duurzame waardecreatie’)? Potentiële blokkades in partnerschappen en bij internationalisering via buitenlandse partners worden hierbij expliciet gemaakt. Dit project wil een bijdrage bieden aan de ontwikkeling van kennis over duurzame waardecreatie in de keten van terreinbeheerders en toepassers van de biomassa (onderdelen), door nationale en internationale partnerschappen te identificeren en organiseren. Door het ontwikkelen van een algemene werkmethode, die organisaties hierbij ondersteunt, wordt een concrete stap gezet richting circulaire business modellen.