Service of SURF
© 2025 SURF
To benefit from the social capabilities of a robot math tutor, instead of being distracted by them, a novel approach is needed where the math task and the robot's social behaviors are better intertwined. We present concrete design specifications of how children can practice math via a personal conversation with a social robot and how the robot can scaffold instructions. We evaluated the designs with a three-session experimental user study (n = 130, 8-11 y.o.). Participants got better at math over time when the robot scaffolded instructions. Furthermore, the robot felt more as a friend when it personalized the conversation.
MULTIFILE
To benefit from the social capabilities of a robot math tutor, instead of being distracted by them, a novel approach is needed where the math task and the robot's social behaviors are better intertwined. We present concrete design specifications of how children can practice math via a personal conversation with a social robot and how the robot can scaffold instructions. We evaluated the designs with a three-session experimental user study (n = 130, 8-11 y.o.). Participants got better at math over time when the robot scaffolded instructions. Furthermore, the robot felt more as a friend when it personalized the conversation.
MULTIFILE
While social robots bring new opportunities for education, they also come with moral challenges. Therefore, there is a need for moral guidelines for the responsible implementation of these robots. When developing such guidelines, it is important to include different stakeholder perspectives. Existing (qualitative) studies regarding these perspectives however mainly focus on single stakeholders. In this exploratory study, we examine and compare the attitudes of multiple stakeholders on the use of social robots in primary education, using a novel questionnaire that covers various aspects of moral issues mentioned in earlier studies. Furthermore, we also group the stakeholders based on similarities in attitudes and examine which socio-demographic characteristics influence these attitude types. Based on the results, we identify five distinct attitude profiles and show that the probability of belonging to a specific profile is affected by such characteristics as stakeholder type, age, education and income. Our results also indicate that social robots have the potential to be implemented in education in a morally responsible way that takes into account the attitudes of various stakeholders, although there are multiple moral issues that need to be addressed first. Finally, we present seven (practical) implications for a responsible application of social robots in education following from our results. These implications provide valuable insights into how social robots should be implemented
MULTIFILE
Flying insects like dragonflies, flies, bumblebees are able to couple hovering ability with the ability for a quick transition to forward flight. Therefore, they inspire us to investigate the application of swarms of flapping-wing mini-drones in horticulture. The production and trading of agricultural/horticultural goods account for the 9% of the Dutch gross domestic product. A significant part of the horticultural products are grown in greenhouses whose extension is becoming larger year by year. Swarms of bio-inspired mini-drones can be used in applications such as monitoring and control: the analysis of the data collected enables the greenhouse growers to achieve the optimal conditions for the plants health and thus a high productivity. Moreover, the bio-inspired mini-drones can detect eventual pest onset at plant level that leads to a strong reduction of chemicals utilization and an improvement of the food quality. The realization of these mini-drones is a multidisciplinary challenge as it requires a cross-domain collaboration between biologists, entomologists and engineers with expertise in robotics, mechanics, aerodynamics, electronics, etc. Moreover a co-creation based collaboration will be established with all the stakeholders involved. With this approach we can integrate technical and social-economic aspects and facilitate the adoption of this new technology that will make the Dutch horticulture industry more resilient and sustainable.
De transitie naar een gerobotiseerde industriële omgeving is in volle gang. Robots zijn zich aan het ontwikkelen tot collaboratieve robots (co-bots) en worden zo meer een collega dan een geïsoleerde machine in een kooi. Een goede co-bot-mens-samenwerking heeft positieve effecten op de werkbeleving, resulteert in minder stress, verzuim, minder ‘bijna-ongelukken’ en leidt tot hogere productiviteit en kwaliteit op de werkvloer. Onderling vertrouwen tussen medewerker en co-bot speelt een belangrijke rol in een goede samenwerking en voor effectieve teamprestaties. De interactie tussen medewerker en co-bot dient daartoe zo natuurlijk mogelijk, voorspelbaar en intuïtief te verlopen. Op dit terrein valt nog veel winst te boeken in het industriële MKB. Co-bots moeten leren anticiperen op wat in de directe omgeving komen gaat, zodat de medewerker nimmer in een onveilige situatie verkeert en zich comfortabel voelt in de samenwerking met de co-bot. Van de andere kant moeten medewerkers leren begrijpen hoe co-bots werken en wat ze van hen kunnen verwachten. Ambitie van het project “Close Encounters with Co-bots” is het verbeteren van de effectieve samenwerking tussen medewerker en co-bot op de industriële werkvloer en daarbij vertrouwen en beleefde veiligheid te borgen voor de medewerker. In het project wordt daartoe gewerkt aan begrip van de co-bot in de mens, begrip van de mens in de co-bot, het bouwen aan technische oplossingen voor effectieve communicatie, en prototyping en testing in relevante praktijkomgevingen in het MKB. Het bedrijfsleven kan met de resultaten van het project versneld de door hen gewenste leercurve doorlopen om samenwerkende industriële mens-co-bot-systemen substantieel te laten bijdragen aan operationele winst in economisch, (productie)technisch en sociaal opzicht. Het project is een interdisciplinair samenwerking tussen de vakgebieden psychologie, mechatronica en ICT binnen Fontys Hogescholen en Saxion Hogeschool. De negen participerende (MKB) bedrijven zijn actief als industrieel productiebedrijf, in robotica ontwikkeling, als systeem- en robotleverancier, in productieautomatisering en in de sociale werkvoorziening. Daarnaast zijn kennisinstelling TU/e, coöperatie Brainport Industries en samenwerkingsverband Holland Robotics nauw betrokken. In het project zal bestaande kennis toepasbaar worden gemaakt en zal nieuwe kennis worden ontwikkeld t.b.v. een natuurlijke, voorspelbare en intuïtieve samenwerking tussen medewerker en co-bot op de industriële werkvloer. Verder zal verankering van kennis en kunde in onderwijs en lectoraten plaatsvinden en een vergroting van de kwaliteit van docenten en afstudeerders. Er zullen circa 17 docent-onderzoekers van de hogescholen en circa 100 studenten betrokken worden, die in de vorm van studentenprojecten, stages en afstudeeronderzoeken werken aan interessante vraagstukken direct uit de beroepspraktijk.
De meeste kinderen zien er tegenop om geprikt te worden. Voor sommige kinderen is die weerstand zo groot, dat het ingewikkeld is om bloed bij hen af te nemen. In samenwerking met het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) heeft het lectoraat Betekenisvol Digitaal Innoveren onderzoek gedaan naar de inzet van sociale robots om deze angst te verminderen.Doel Door middel van onderzoek in samenwerking met het WKZ wordt geanalyseerd of de inzet van sociale robots de prikangst bij kinderen significant kan verminderen. Resultaten Het onderzoek heeft aangetoond dat de inzet van sociale robots met name bij kinderen van 6 tot 9 jaar duidelijk prikangst kan verminderen. In alle leeftijdsgroepen is aangetoond dat ouders zeer positief staan tegenover de inzet van sociale robots. Looptijd 01 november 2019 - 31 januari 2022 Aanpak Het onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met de bloedafnamepoli van het WKZ. Studenten van de minor Social Robotics werden begeleid en werkten samen met onderzoekers Koen Smit en Matthijs Smakman aan een robot die kinderen optimaal afleidt tijdens het prikken. Om te bepalen op welke manier een robot zou kunnen helpen zijn kinderen bevraagd. Zo is onderzocht welke kleuren, bewegingen en geluiden van de robot het best werken.