Service of SURF
© 2025 SURF
This open access book states that the endemic societal faultlines of our times are deeply intertwined and that they confront us with challenges affecting the security and sustainability of our societies. It states that new ways of inhabiting and cultivating our planet are needed to keep it healthy for future generations. This requires a fundamental shift from the current anthropocentric and economic growth-oriented social contract to a more ecocentric and regenerative natural social contract. The author posits that in a natural social contract, society cannot rely on the market or state alone for solutions to grand societal challenges, nor leave them to individual responsibility. Rather, these problems need to be solved through transformative social-ecological innovation (TSEI), which involves systemic changes that affect sustainability, health and justice. The TSEI framework presented in this book helps to diagnose and advance innovation and change across sectors and disciplines, and at different levels of governance. It identifies intervention points and helps formulate sustainable solutions for policymakers, administrators, concerned citizens and professionals in moving towards a more just and equitable society.
MULTIFILE
• The combination of coping with mental health problems and caring for children makes parents vulnerable.• Family-centred practice can help to maintain and strengthen important family relationships, and to identify and enhance the strengths of parents with a mental illness, thus contributing to their recovery.• Parents with mental illness find strength for parenting in several ways. They feel responsible, and this helps them to stay alert while parenting; parenthood also offers a basis for social participation.• Dedication to the parental role provides a focus; parents develop strengths and skills as they find a balance between attending to their own lives and caring for their children, and parenting prompts them to find adequate sources of support and leads to a valued identity.• Practitioners can support parents with mental health problems to set and address parenting related goals.
In this paper we discuss the general approach and choices we made in developing a prototype of a social media monitor. The main goal of the museum monitor is to offer museum professionals and researchers better insight in the effects of their own social media usage and compare this with other actors in the cultural heritage sector. It gives researchers the opportunity to consider communication within the sector as whole. In the research project “Museum Compass” we have developed a prototype of a social media monitor, which contains data of current and historic online activities on Facebook, Twitter, YouTube, Foursquare and Flickr of all registered Dutch museums. We discuss – mostly in a practical sense – our approach for developing the monitor and give a few examples as a result of its usage.
Een vraagarticulatieproces met projectmanagers en -leiders uit private en Triple-Helix organisaties laat zien dat zij behoefte hebben aan tools voor: 1. Het bepalen van de juiste incentives om stakeholders actief te betrekken in multi-sector collaboratieve innovatieprojecten (verder verwezen als innovatieprojecten), en 2. Het concreet, transparant en op één lijn te krijgen van de belangen van de partners. Vandaar dat dit project betreft het doorontwikkelen van het Degrees of Engagement diagram (DoE-diagram), een tool voor het managen van stakeholder engagement in innovatieprojecten voor het behalen van de maatschappelijke opgaven. Hiermee sluit het project aan bij de programmalijn ‘rollen, belangen en coördinatie’ van de Kennis en Innovatieagenda van de missie Maatschappelijke Verdienvermogen- thema’s Klimaat & Energie en Circulaire economie. Het consortium bestaat uit de Hogeschool van Amsterdam (HvA), KplusV en Amsterdam Smart City (ASC). De HvA ontwikkelde het DoE-diagram. Voor het identificeren van stakeholders bevat het DoE-diagram attributen op project- en organisatieniveau. In dit project wordt het DoE doorontwikkeld door onderzoek te doen naar: 1. De attributen op individuniveau en potentiele nieuwe attributen op project- en organisatieniveau, 2. De mate waarin deze attributen invloed hebben op het bepalen van de passende incentives, de concretisering van de partnerbelangen en al dan niet succesvolle verloop van innovatieprojecten, 3. Een verkenning van een digitale versie van het DoE voor het managen van in- en uitstappen van partners. Hiermee beoogt het project twee doelen: 1. Inzicht verkrijgen in stakeholderconfiguraties voor het ondersteunen van beslissingen met betrekking tot stakeholder-engagement, 2. Bouwen van een consortium van partijen die vervolg aan het project gaan geven door longitudinaal onderzoek te doen naar de inzet van de uitbreiding van het DoE-diagram en het maken van een werkend prototype en testen van de digitale versie ervan.
Het Nederlands Openluchtmuseum (NOM) wil actief bijdragen aan een duurzame samenleving met zijn kennis van materialen, producten, diensten en culturele tradities die eeuwenlang functioneerden binnen circulaire gemeenschappen. Ondanks technologische vernieuwing en globalisering heeft het NOM de overtuiging dat deze historische kennis kan bijdragen aan duurzame producten voor de toekomst. Het NOM wil een structurele samenwerking met de creatieve sector om meetbare impact te realiseren binnen en buiten het museum voor de transitie naar een circulaire samenleving. Daarvoor wil het graag zijn collectie en kennis toegankelijk maken voor ontwerpers. Belangrijke praktijkvragen daarbij zijn: Welke rol kan het museum spelen i.s.m. ontwerpers? Hoe kan relevante kennis van het NOM toegankelijk en toepasbaar worden gemaakt voor ontwerpers? Hoe creëer je samen met ontwerpers de gewenste impact in de samenleving? Op basis hiervan is de onderzoeksvraag geformuleerd: Hoe kunnen maatschappelijke organisaties zoals het NOM relevante kennis en artefacten toegankelijk en toepasbaar maken voor ontwerpers t.b.v. meetbare impact voor een circulaire samenleving? Deze onderzoeksvraag is vertaald naar enkele sub-vragen over definities van duurzaamheid en circulariteit, de verwachte rollen van museum en ontwerpers, de gewenste structuur van samenwerking en over de rol van prototypen om de gewenste impact te realiseren. Naast het NOM als MKB, participeren in dit project twee creatieve ondernemers (1 MKB, 1 ZZP-er) die zijn geselecteerd op basis van hun specifieke ontwerpkwaliteiten, hun ervaringen in samenwerken met partners en hun kennis van circulair ontwerp. Samen met docent-onderzoekers en ontwerpstudenten van ArtEZ onderzoeken zij deze vragen. De belangrijkste projectresultaten zijn: prototypen, getest op gewenste maatschappelijke impact; een rapport dat beschrijft hoe het NOM kan samenwerken met de creatieve sector om bij te dragen aan ‘Nederland circulair’; en presentatie- en netwerkbijeenkomsten om kennis te delen en te bouwen aan het netwerk van stakeholders om beoogde impact te realiseren.
Collaborative networks for sustainability are emerging rapidly to address urgent societal challenges. By bringing together organizations with different knowledge bases, resources and capabilities, collaborative networks enhance information exchange, knowledge sharing and learning opportunities to address these complex problems that cannot be solved by organizations individually. Nowhere is this more apparent than in the apparel sector, where examples of collaborative networks for sustainability are plenty, for example Sustainable Apparel Coalition, Zero Discharge Hazardous Chemicals, and the Fair Wear Foundation. Companies like C&A and H&M but also smaller players join these networks to take their social responsibility. Collaborative networks are unlike traditional forms of organizations; they are loosely structured collectives of different, often competing organizations, with dynamic membership and usually lack legal status. However, they do not emerge or organize on their own; they need network orchestrators who manage the network in terms of activities and participants. But network orchestrators face many challenges. They have to balance the interests of diverse companies and deal with tensions that often arise between them, like sharing their innovative knowledge. Orchestrators also have to “sell” the value of the network to potential new participants, who make decisions about which networks to join based on the benefits they expect to get from participating. Network orchestrators often do not know the best way to maintain engagement, commitment and enthusiasm or how to ensure knowledge and resource sharing, especially when competitors are involved. Furthermore, collaborative networks receive funding from grants or subsidies, creating financial uncertainty about its continuity. Raising financing from the private sector is difficult and network orchestrators compete more and more for resources. When networks dissolve or dysfunction (due to a lack of value creation and capture for participants, a lack of financing or a non-functioning business model), the collective value that has been created and accrued over time may be lost. This is problematic given that industrial transformations towards sustainability take many years and durable organizational forms are required to ensure ongoing support for this change. Network orchestration is a new profession. There are no guidelines, handbooks or good practices for how to perform this role, nor is there professional education or a professional association that represents network orchestrators. This is urgently needed as network orchestrators struggle with their role in governing networks so that they create and capture value for participants and ultimately ensure better network performance and survival. This project aims to foster the professionalization of the network orchestrator role by: (a) generating knowledge, developing and testing collaborative network governance models, facilitation tools and collaborative business modeling tools to enable network orchestrators to improve the performance of collaborative networks in terms of collective value creation (network level) and private value capture (network participant level) (b) organizing platform activities for network orchestrators to exchange ideas, best practices and learn from each other, thereby facilitating the formation of a professional identity, standards and community of network orchestrators.