Service of SURF
© 2025 SURF
In the past decades many psychosocial interventions for elderly people with dementia have been developed and implemented. Relatively little research has been done on the extent to which these interventions were implemented in the daily care. The aim of this study was to obtain insight into strategies for successful implementation of psychosocial interventions in the daily residential dementia care. Using a modified RE-AIM framework, the indicators that are considered important for effective and sustainable implementation were defined. Methods: A systematic literature search was undertaken in PubMed, PsycINFO, and Cinahl, followed by a hand search for key papers. The included publications were mapped based on the dimensions of the RE-AIM framework: Reach, Effectiveness, Adoption, Implementation, and Maintenance. Results: Fifty-four papers met the inclusion criteria and described various psychosocial interventions. A distinction was made between studies that used one and studies that used multiple implementation strategies. This review shows that to improve their knowledge, caregivers needed at least multiple implementation strategies, only education is not enough. For increasing a more person-centered attitude, different types of knowledge transfer can be effective. Little consideration is given to the adoption of the method by caregivers and to the long-term sustainability (maintenance). Conclusions: This review shows that in order to successfully implement a psychosocial method the use of multiple implementation strategies is recommended. To ensure sustainability of a psychosocial care method in daily nursing home care, innovators as well as researchers should specifically pay attention to the dimensions Adoption, Implementation, and Maintenance of the RE-AIM implementation framework.
BACKGROUND: The care sector for persons with disabilities considers the physical environment relevant for the quality of life of people with intellectual disabilities. However, scientific evidence is limited. OBJECTIVE: To obtain evidence regarding comforting and encouraging environments and to develop an overview of studies addressing the effect of the physical environment on people with intellectual disabilities. METHODS: A scoping review, accompanied by expert panels and case findings combining scientific evidence and knowledge from practice, was performed to investigate the interaction between challenging behaviour and the physical environment. Between January and March 2020, several scientific databases were searched in the English, Dutch, and German language for relevant studies. Social media, care professionals, and experts in building physics were consulted. RESULTS: Studies on building-related factors as passive interventions and care- or therapy-related interventions could be distinguished. The majority of the studies report on building-related factors such as sound, acoustics, light, and colours and their influence on behaviour. Specific guidelines are lacking on how to adjust the indoor environment to an environment that is safe, comforting and encouraging for people displaying challenging behaviour. Proposed solutions are case-based. CONCLUSION: In future studies individual cases could be studied in a more in-depth manner, aligned and categorised to the building-related factors and to the expressions of challenging behaviour.
LINK
In de loop van het leven wordt muziek voor de meeste mensen een drager van herinneringen en emoties. In de jeugd en vroege volwassenheid ontwikkelen we onze persoonlijke muzieksmaak. De muziek uit die tijd blijft ons het beste bij. Voor mensen met dementie, meestal 80 plussers, is dat ruim zestig jaar geleden. Daarom maakten de lectoraten Psychogeriatrie en Informatie, Technologie en Samenleving, in samenwerking met muziektherapeut Machgiel Bakker, een online muziekstation dat muziek uit die periode draait: Radio Remember. Een station om naar te luisteren, maar ook om in te zetten als psychosociale interventie om de kwaliteit van leven van mensen met dementie te verbeteren. In dit artikel wordt verslag gedaan van de eerste ervaringen en worden de volgende stappen van het project beschreven.
Snoezelen is een wereldwijd toegepaste interventie, ontwikkeld voor mensen met een ernstige verstandelijke beperking. Tijdens het snoezelen worden zintuigen gestimuleerd zodat de persoon ontspant (“doezelen”) of juist geactiveerd wordt (“snuffelen”). Inmiddels wordt snoezelen breed ingezet voor de daginvulling van mensen met een (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperking (EMB). Deze mensen zijn door de combinatie van beperkingen afhankelijk van hun naasten en professionals voor ontwikkeling, optimale participatie en betekenisvolle daginvulling. Hoewel er wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar snoezelen, is niet bekend welke elementen tijdens het snoezelen het meest effect sorteren bij mensen met EMB en hoe het snoezelen optimaal vormgegeven kan worden, blijkt uit een literatuurreview. Daarnaast verschillen de vorm en de doelstellingen van snoezelen tussen de verschillende wetenschappelijke studies. Een wereldwijde survey onder snoezelende zorgprofessionals en naasten toonde aan dat er in de praktijk een enorme variatie bestaat in doelgerichtheid van snoezelen en de manier waarop snoezelen wordt toegepast. Hbo professionals zoals ergotherapeuten ervaren hierdoor handelingsverlegenheid bij het adviseren binnen een interprofessionele setting over het op maat en doelgericht inzetten van snoezelen bij mensen met EMB. Snoezelen wordt nog niet optimaal benut als interventie om ontwikkeling en participatie van deze doelgroep te verbeteren omdat de werkzame elementen nog niet bekend zijn.Doel van dit project is om 1) een interventieleidraad te ontwikkelen die zorgprofessionals helpt om snoezelen optimaal en doelgericht vorm te geven en 2) de effectiviteit te toetsen. De interventieleidraad wordt ontwikkeld middels een ontwerponderzoek waarbij naasten en professionals met (ervarings)deskundigheid zijn betrokken. De effectiviteit van snoezelen wordt vervolgens in vijf kleinschalige studies getoetst om de effectieve elementen van snoezelen in beeld te brengen en zonodig de interventieleidraad aan te scherpen. Hiermee draagt dit project bij aan ontwikkeling en participatie van mensen met EMB en aan de kennisagenda Ergotherapie.
Snoezelen is een wereldwijd toegepaste interventie, ontwikkeld voor mensen met een ernstige verstandelijke beperking. Tijdens snoezelen worden zintuigen gestimuleerd zodat de persoon ontspant (“doezelen”) of juist geactiveerd wordt (“snuffelen”). Inmiddels wordt snoezelen frequent ingezet als interventie binnen de ondersteuning van mensen met een (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperking (EMB). Deze mensen zijn door de combinatie van beperkingen afhankelijk van hun naasten en professionals voor ontwikkeling, optimale participatie en betekenisvolle dagactiviteiten. Hoewel er verschillende studies zijn uitgevoerd naar opbrengsten van snoezelen die positieve effecten laten zien, blijken de vorm en doelstellingen van snoezelen per studie te verschillen. Ook is nog onbekend welke elementen tijdens het snoezelen het meest effect sorteren bij mensen met EMB en hoe het snoezelen optimaal vormgegeven kan worden. Een wereldwijde survey onder snoezelende zorgprofessionals en ouders toonde aan dat er ook in de praktijk een enorme variatie bestaat in doelgerichtheid én toepassing van snoezelen. Dit geeft hbo-professionals zoals ergotherapeuten te weinig handvatten bij de uitvoering en het geven van advies over het op maat en doelgericht inzetten van snoezelen bij mensen met EMB binnen een interprofessionele setting. Snoezelen wordt nog niet optimaal benut als interventie om ontwikkeling en participatie van deze doelgroep te verbeteren. De interventie snoezelen voor mensen met EMB en de werkzame elementen dienen dus onderbouwd te worden conform de Kennisagenda van Ergotherapeuten. Het doel van dit project is om 1) een interventieleidraad te ontwikkelen die zorgprofessionals helpt om snoezelen op maat en doelgericht vorm te geven, en 2) de effectiviteit te toetsen. De interventieleidraad wordt ontwikkeld met ontwerponderzoek gebaseerd op literatuur en (ervarings)deskundigheid van naasten en professionals. De effectiviteit van snoezelen wordt vervolgens in kleinschalige studies getoetst wat betreft werkzame elementen en om zonodig de interventieleidraad aan te scherpen. Hiermee draagt dit project bij aan de ontwikkeling en participatie van mensen met EMB.