De bevolking van Nederland vergrijst. Dit gaat gepaard met een forse toename van het aantal mensen met (verschillende) chronische aandoeningen, bijvoorbeeld dementie. Tegelijkertijd is er een almaar groter personeelstekort, waardoor we steeds meer een beroep doen op hulp en ondersteuning van familie en naasten rondom de patiënt. Deze ontwikkeling heeft grote consequenties voor families; overbelasting van families (c.q. mantelzorgers) is uitgegroeid tot een belangrijk maatschappelijk thema. Vooral wijkverpleegkundigen hebben een sleutelpositie bij het ondersteunen van families die langdurig en intensief voor een directe naaste zorgen.
De bevolking van Nederland vergrijst. Dit gaat gepaard met een forse toename van het aantal mensen met (verschillende) chronische aandoeningen, bijvoorbeeld dementie. Tegelijkertijd is er een almaar groter personeelstekort, waardoor we steeds meer een beroep doen op hulp en ondersteuning van familie en naasten rondom de patiënt. Deze ontwikkeling heeft grote consequenties voor families; overbelasting van families (c.q. mantelzorgers) is uitgegroeid tot een belangrijk maatschappelijk thema. Vooral wijkverpleegkundigen hebben een sleutelpositie bij het ondersteunen van families die langdurig en intensief voor een directe naaste zorgen.
Composieten zijn onmisbare materialen voor toepassingen waar een laag gewicht in combinatie met hoge sterkte en vormgevingsvrijheid vereist is. Ze nemen een sleutelpositie in binnen de energietransitie omdat grote rotorbladen van windmolens alleen hiermee te realiseren zijn. Traditioneel worden composieten gemaakt met thermoharde harsen. Dit is voor de transitie naar de circulaire economie een opgave omdat thermoharders moeilijk recyclebaar zijn. Het Lectoraat Kunststoftechnologie van Windesheim heeft hiervoor een hergebruik-methode als oplossing ontwikkeld. Hiermee wordt End-of-Life (EoL) thermoharde composiet als versterkingselementen ingebed in thermoharde hars om nieuwe composietproducten te vervaardigen. Als vervanging van traditionele thermoharde harsen zijn recent recyclebare harsen op de markt gekomen voor het maken van rotorbladen. Dit zijn injecteerbare thermoplast-monomeren en recyclebare epoxy-harsen. Deze recyclebare harsen worden gebracht als dé oplossingen voor het recycle-probleem van composieten. Hiermee is echter het EoL-probleem van reeds vervaardigde composieten, gemaakt met moeilijk recyclebare thermoharders de komende decennia nog niet opgelost. Maar het zijn voor de transitie naar een circulaire economie wel veelbelovende en nodige ontwikkelingen. De vraag vanuit de industrie is of deze recyclebare harsen ook inzetbaar zijn in de hergebruik-methode, in plaats van de traditionele thermoharde harsen, teneinde een nog betere circulariteit te krijgen. Dit levert de praktijkvraag: In welke mate kunnen nieuwe recyclebare harsen worden toegepast bij het hergebruik van composietmateriaal om zo de doelen voor een circulaire economie voor 2050 te halen? In dit project wordt onderzocht of de hergebruik-methode met nieuwe recyclebare harsen industrieel toepasbaar is, wat de ontwerp-eigenschappen zijn van hiermee geproduceerde producten en wat de milieu-impact is als deze harsen worden gebruikt in de hergebruik-methode. Met de resultaten uit het project wordt voor het MKB duidelijk welke mogelijkheden er zijn om recyclebare harsen in te zetten in de hergebruik-methode om nieuwe, circulaire composietproducten te maken van EoL composietstromen die in de nabije toekomst vrijkomen.
Het platteland is in transitie om de balans tussen economie, ecologie en de sociale omgeving opnieuw vorm te geven. Binnen de grote diversiteit aan actoren en belangen op het platteland heeft de boerderij, het boerenbedrijf dat een agrarische onderneming werd, een sleutelpositie om veranderingen concreet te maken. De boerderij heeft perspectief nodig voor een bedrijfsstrategie die economisch verantwoord en van waarde is voor de sociale en ecologische omgeving. De focus ligt sterk op de negatieve effecten van het boerenbedrijf, dit project onderzoekt de huidige en potentiële positieve effecten. We verdiepen de kennis over het boerenbedrijf vanuit beroepsidentiteit, regionale identiteit en de communicatie over het boerenbedrijf. Het instrument BoerenDonut meet objectief de effecten op de omgeving en maakt zo eenduidig communiceren over de waarde mogelijk. Dit instrument wordt doorontwikkeld en vertaald naar de hippische sector, daarbij onderzoeken we hoe de inzet van het instrument kan met behoud van onafhankelijkheid. De opgedane kennis wordt verbonden aan innovatieve initiatieven om het boerenbedrijf te verbinden met de sociale en ecologische omgeving. De ontwikkelde kennis en instrumenten dragen bij aan het handelingsperspectief van boerenbedrijven doordat het kansen vanuit sociale en ecologische omgeving voor het boerenbedrijf beter inzichtelijk maakt. Om herkende kansen economische verantwoord te kunnen realiseren is het samenspel van alle actoren op het platteland nodig. In dit project werken Aeres Hogeschool, Van Hall Larenstein, HAS Green Academy en Christelijke Hogeschool Ede samen met een aanvulling vanuit Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten voor het perspectief van cultuurhistorie en levend erfgoed. Met een dynamische groep praktijkpartners wordt kennis ontwikkeld en vertaald naar relevante doelgroepen. De Double Diamond methode vanuit Design Thinking borgt tijdens het project de concretisering van activiteiten om op basis van opgedane kennis en inzichten instrumenten te ontwerpen voor praktijk en onderwijs.
In Nederland hebben 75.000 tot 116.000 gezinnen te kampen met problemen op meerdere levensgebieden, zoals het voeren van de huishouding, opvoeding, financiën, individuele ontwikkeling en relaties. De lijdenslast van deze gezinnen is groot en de publieke kosten per gezin zijn hoog. Kenmerkend voor deze gezinnen is dat ze zowel problemen hebben in het gezin, als problemen met de hulpverlening. Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning aan gezinnen met meervoudige problemen. Sociaal werkers nemen een sleutelpositie in bij de ondersteuning aan deze gezinnen. Ze hebben de belangrijke taak om de problemen, die vaak van generatie op generatie doorgegeven worden, te doorbreken. Het realiseren van ondersteuning aan deze gezinnen is complex. Sociaal werkers verwoorden een paradox: de meervoudigheid van de problematiek vraagt om samenwerking, maar juist samenwerking is vanwege deze meervoudigheid moeilijk te realiseren. De ervaring leert dat gebrekkige samenwerking, zowel met het gezin als tussen de hulpverleners onderling, fatale gevolgen kan hebben. Sociaal werkers geven aan dat er een andere werkhouding nodig is om in gezinnen met meervoudige problemen effectief samen te werken. Zij willen komen tot een houding waarmee zij zich duidelijk positioneren, als professional verbinding kunnen leggen met alle betrokkenen (cliënten, sociaal netwerk, professionals en leidinggevenden) en deze kunnen aanspreken op (de effecten van) hun handelen. Om hun handelen te optimaliseren, willen zij structureel op hun houding reflecteren. In aansluiting op voorgenoemde behoeften van sociaal werkers ontwikkelen we, samen met sociaal werkers, een op sociale technologie gebaseerde ?tool?: een leerinstrument dat hun reflectie ondersteunt. Het doel van dit instrument is dat professionals hun op samenwerken gerichte houding kunnen observeren en hierop reflecteren in interactie met anderen als onderdeel van hun dagelijkse werkzaamheden. Op deze manier verbeteren professionals de kwaliteit van de samenwerking en daarmee ook de ondersteuning aan gezinnen met meervoudige problemen.