Service of SURF
© 2025 SURF
Wanneer moet je je als leerkracht afvragen of een leerling wel goed hoort? De meeste kinderen reageren wel eens 'Oost-Indisch' doof, maar hoe weet je of er sprake is van een echt gehoorprobleem? En hoe zit het wanneer er een leerling met hoorapparaten op school komt?
Wat kan een reguliere school doen om ook slechthorende kinderen onderwijs te kunnen geven, in een klimaat waarin deze kinderen zich prettig voelen en tot hun recht komen? Inclusief onderwijs betekent dat elk kind de mogelijkheid krijgt om effectief onderwijs te volgen in de eigen buurt, waarbij verschillen tussen kinderen worden gewaardeerd en gerespecteerd. Bij inclusief onderwijs kan elk kind zijn of haar capaciteiten volledig ontplooien. Dat zou dus ook voor slechthorende kinderen moeten gelden. Maar is inclusief onderwijs voor deze groep mogelijk, terwijl recht wordt gedaan aan hun bijzondere communicatiebehoefte? In dit dossier vind je een interview met Annemiek Voor in 't Holt over dit onderwerp. Daarnaast biedt haar achtergrondartikel "Westervoort Inclusief. Een fictieve inclusieve school met dove en slechthorende leerlingen" tal van handvatten waarmee leerkrachten van diverse schooltypen hun onderwijs toegankelijk kunnen maken voor kinderen met een gehoorverlies. Ook vind je verschillende instrumenten waarmee je zelf als horende leraar een indruk kunt krijgen wat jouw slechthorende leerling(en) hoort, en vooral: wat niet. Door een blaffend hondje wordt in een powerpointboekje uitgelegd hoe het oor in elkaar zit, leuk om met de klas eens te bekijken. Op de pagina Voor kids: zo werkt je oor zijn ook nog handige links voor kinderen te vinden. Met een checklist kun je nagaan in hoeverre je zelf daadwerkelijk een actieve luisteraar bent.
Slechthorende en dove leerlingen op scholen voor slechthorende leerlingen en leerlingen met taalontwikkelingsstoornissen (TOS) vormen een minderheidsgroep op school en dat brengt risico’s met zich mee. Zo is hun toegang tot het gesproken Nederlands, de voertaal in de klassen, niet altijd optimaal. En het gesproken Nederlands wordt niet altijd consequent met gebaren ondersteund, aangezien niet elke leerkracht op deze scholen gebaarvaardig is. In dit artikel wordt verslag gedaan van het Kentalis project ‘NGT als T2 op school’ waarin slechthorende en dove leerlingen op Kentalis Rotsoord SO twintig lessen NGT als tweede taal (T2) kregen aangeboden van een dove docent, een native signer. Het doel van deze lessen was tweeledig: het aanleren van NGT-vaardigheden en een bijdrage leveren aan de identiteitsontwikkeling van de leerlingen.
Geavanceerde hoortesten die worden ingezet om slechthorendheid te diagnosticeren en hoortoestellen af te regelen worden standaard uitgevoerd door een geoefend professional in een face-to-face consult. In de context van Covid-19 afstandsmaatregelen brengt dit voor vele slechthorenden een belangrijk gezondheidsrisico mee. Dit is in het bijzonder zo voor de kwetsbare groep van 65-plussers met slechthorendheid die vaak bijkomende aandoeningen hebben. Zij kiezen er om die reden niet zelden voor om te verzaken aan de noodzakelijke hoorzorg. De centrale doelstelling van dit project is om een objectief meetinstrument te ontwikkelen om spraakverstaan geautomatiseerd en online te toetsen. Deze testprocedure dient een valide alternatief te vormen voor face-to-face testconsults. De resultaten van deze online test dienen professionals toe te laten om het functionele horen van cliënten op afstand in kaart te brengen en zo nodig te optimaliseren dankzij een aangepaste fijnstelling van het hoortoestel. Aldus biedt het online testen voor bepaalde groepen van slechthorende cliënten een kostenefficiënte en veilige manier om communicatief zo goed mogelijk aangesloten te blijven op de maatschappij. De beide praktijkpartners zullen aan de hand van surveys eerst de belangrijkste communicatieve uitdagingen en behoeften van de doelgroep van slechthorenden in kaart brengen. De resultaten hiervan leveren de nodige input voor het gericht ontwikkelen van het testinstrumentarium en de experimentele testcondities. Om de nieuwe testprocedure te valideren zullen tot slot de spraakverstaanscores van state-of-the-art manuele on-site procedures worden vergeleken met deze van een geautomatiseerde online procedure. Verder willen we de PPS samenwerking consolideren en een belangrijke opstap maken naar breedschalig vervolgonderzoek binnen het ‘SME Instrument’ van het Horizon Europe Programma 2021-2017 met als doel een volledig aanbod van online audiologische revalidatie te bieden. Dankzij dit KIEM project kan een eerste cruciale stap worden gezet in het deblokkeren van de rechte lijn naar dit einddoel.
Met ingang van 2023 krijgen alle kinderen in het primair onderwijs minimaal twee uur per week bewegingsonderwijs door een vakleerkracht. Voor de vakleerkrachten bewegingsonderwijs betekent dit een aanzienlijke uitbreiding van het aantal lesuren. Echter zijn de werkomstandigheden niet altijd optimaal, zeker niet wat akoestiek betreft. Sportaccommodaties voldoen vaak niet aan de normen voor een goede akoestiek, waardoor de leraren aan hoge geluidsniveaus worden blootgesteld. In de praktijk komen er regelmatig klachten betreffende geluidsoverlast in sportaccommodaties. Blootstelling aan hoge geluidsniveaus kan op lange termijn voor onherstelbare gehoorproblemen zorgen. Daarnaast zijn er ook secundaire effecten en hebben veel vakleerkrachten stemproblemen, vermoeidheid en concentratieverlies als gevolg van de rumoerige werksituatie. Met dit onderzoek willen we een bijdrage leveren aan het realiseren van een gezonde werkomgeving voor vakleerkrachten bewegingsonderwijs in het primair onderwijs. Preventie van beroepsslechthorendheid begint met kennis over- en bewustzijn van de risico’s die (teveel) blootstelling aan geluid met zich mee kan brengen. In dit onderzoek gaan we daarom inventariseren wat de kwaliteit van het gehoor is, wat de geluidsniveaus zijn waaraan vakleerkrachten worden blootgesteld, wat de relatie is tussen de akoestische parameters van de sportaccommodatie en de geluidsniveaus tijdens de les, hoe de geluidsniveaus inzichtelijk gemaakt kunnen worden en wat de impact van geluid is op het welbevinden, de communicatie en de didactiek van vakleerkrachten. Daarbij wordt er ook een applicatie ontwikkeld die de geluidsniveaus inzichtelijk maakt. Tenslotte brengen we de opgedane kennis en inzichten samen in voorlichtingsmateriaal voor studenten en vakleerkrachten met als doel om een gezonde werkomgeving voor de vakleerkrachten bewegingsonderwijs te realiseren.
Naar schatting lopen jaarlijks 1 miljoen werknemers het risico om gehoorschade op te lopen tijdens hun werkzaamheden. Arbeid-gerelateerde lawaaislechthorendheid is dan ook één van meest voorkomende en tegelijk onbehandelbare beroepsziekte in Nederland. Gehoorschade heeft namelijk een onomkeerbaar karakter - het is niet te genezen, alleen te voorkomen – en daarom is preventie cruciaal. Desondanks wordt er weinig aandacht geschonken aan de preventie van gehoorschade in het MBO onderwijs, terwijl juist deze groep studenten in hun latere werk vaak met hard geluid geconfronteerd worden. De Nationale Hoorstichting, de MBO raad, &ranj en het lectoraat User Centered Design van de Hanzehogeschool Groningen willen hier verandering in aanbrengen door een innovatieve interventie (serious game) te ontwikkelen om het risicogedrag voor het oplopen van gehoorschade door hard geluid tijdens het werk (blijvend) te verminderen. Gezien de omvang van deze wens, is de projectdoelstelling van deze KIEM aanvraag om de fundering te leggen voor een Raak Publiek aanvraag, waarmee de interventie daadwerkelijk ontwikkeld kan worden. Deze fundering zal bestaan uit onderzoek naar de succesfactoren van serious game design, zodat daadwerkelijk langdurige en duurzame gedrags-verandering gerealiseerd kunnen worden. Het onderzoek zal enerzijds bestaan uit gebruikersonderzoek naar de belevingswereld van de doelgroep en de achterliggende problematiek van gehoorschade. Anderzijds zal er onderzoek gedaan worden op het gebied van langdurige gedragsverandering. De vergaarde kennis zal vervolgens toegepast worden in de ontwikkeling van enkele prototypes, waarmee de samenwerking tussen het hoger onderwijs en de creatieve sector verder gestimuleerd wordt. Daarnaast zal er een netwerk opgezet worden rondom deze problematiek ten behoeve van een langdurige samenwerking en waarborging van de interventie in de praktijk. Tezamen leiden deze activiteiten tot het schrijven van een Raak Publiek aanvraag, waarmee de interventie en formele modellen van langdurige gedragsverandering daadwerkelijk ontwikkeld kunnen worden.