Service of SURF
© 2025 SURF
Inaugurele rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van lector aan Hogeschool van Hall Larenstein, 16 juni 2023. Rivieren en beken zijn een gemeenschappelijk, gedeeld goed (in het Engels: common property). De grote rivieren stonden via transport van sediment aan de oorsprong van ons Deltaland en zijn een manifestatie van een belangrijk gedeeld proces: de waterkringloop (Fig. 1). De biogeochemische processen binnen diehydrologische kringloop zorgen voor ons belangrijkste gemeenschappelijk goed: zoet water. Oppervlaktewater – zoals zeewater – verdampt, en wordt door de wind in de vorm van wolken landinwaarts gebracht. Daar valthet als neerslag en zakt in de aarde, wordt gebruikt door planten, verdampt of stroomt vanuit een groter of kleiner stroomgebied via beken en rivieren terug naar zee. Het is daarbij van levensbelang voor ons allen: mensen, dieren en planten. Wij gebruiken rivieren en beken voor ons drinkwater, omvoedsel te verzamelen, als transportader, als riool, als natuurlijke hulpbron inagrarische en industriële productie, voor energieproductie (zowel waterkracht als koeling), als aantrekkelijke woonplaats en voor recreatie. Maar ook wilde dieren en planten gebruiken het als drinkwater,transportader, om voedsel te verzamelen en als leefomgeving. Daarnaast genieten we van de schoonheid van rivieren en beken en biedt het onsinspiratie. Een goed beheer van (het stroomgebied van) beken en rivieren is daarom een gemeenschappelijk belang, waarbij het cruciaal is om de draagkracht van onze watersystemen te kennen en ze niet te overschrijden. Soms moeten we daarvoor terug of verder kijken: naar hoe het vroegerwas, hoe onze buren het doen, of hoe het zou kunnen. In deze rede wordt geschetst hoe er met natuur-gebaseerd rivierbeheer op zoek wordt gegaan naar grote gemene delers: maatregelen waar velen baat bij hebben en waar de belangen ook samenvallen, terwijl we binnen de systeemgrenzen blijven en de draagkracht niet wordt overschreden.
MULTIFILE
Openbare pleinen hebben een enorme impact op de levenskwaliteit van stadsbewoners, vooral in kwetsbare wijken. Ze kunnen lichaamsbeweging, gemeenschapsinteracties, spel en klimaatadaptatie vergemakkelijken, die allemaal de gezondheid van de lokale bevolking beïnvloeden. Er zijn echter vaak veel vragen over hoe de percepties en ervaringen van lokale gemeenschappen kunnen worden vastgelegd bij de (her)ontwikkeling van deze pleinen, waarbij het risico bestaat dat gemarginaliseerde groepen worden uitgesloten. Hoe kunnen openbare pleinen deze verschillende functies en percepties integreren en inclusieve plekken voor iedereen worden? Ontdek het in de korte documentaire 'Eyes on the Square'. Door algemene principes van experts, ervaringen uit best practices door heel Nederland en perspectieven van omwonenden te combineren, pleiten de makers voor meer inclusieve ontwikkelingen voor gezonde steden.
MULTIFILE
In Nederland worden steeds vaker onderwaterdrones ingezet voor aquatische monitoring van ecologie en waterkwaliteit. Het eerste grootschalige nationale onderzoek met aquatische drones werd in 2013 uitgevoerd in het kader van het programma ‘Collaboratorium Klimaat en Weer’ [1] naar de waterkwaliteit onder drijvende woningen door Tauw, DeltaSync en Deltares en de hogescholen van Rotterdam en Groningen, waaruit bleek dat de effecten op o.a. zuurstofgehalte klein waren en het goede ecologische vestigingsplaatsen (o.a. mosselen en schuilplaatsen zijn voor kleine vissen) [2]. Na dit onderzoek hebben twee betrokken lectoren in 2015 het bedrijf INovatieve DYnamische MOnitoring (INDYMO) opgericht om de toepassing van aquatische drones in waterbeheer verder te onderzoeken in nauwe samenwerking met diverse overheden en kennisinstituten. INDYMO verbindt onderzoek, ondernemerschap en onderwijs en heeft vestigingen in YES!Delft en de watercampus in Leeuwarden, die nauw samenwerken met o.a. TU Delft en de hogescholen Groningen, Rotterdam en hogeschool Van Hall Larenstein.
MULTIFILE
Dit project draagt bij aan een circulair grondstoffen efficiënt systeem waarbij de baggerketen (afvoer van bagger naar depots) wordt gekoppeld aan de realisatie van dijkversterking (van grondstof naar waterkering). Momenteel wordt er in Nederland jaarlijks naar schatting 10 miljoen m3 aan bagger uit rivieren en delta’s afgevoerd naar depots. Het afvoeren van deze bagger kost nu ongeveer 10 tot 20 euro per m3. Van deze bagger is er in Nederland ruim 90% toepasbaar en naar verwachting zeer goed herbruikbaar in verschillende toepassingen bij dijkversterkingsprojecten. De komende jaren wordt ongeveer 750 km dijken versterkt in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), waarin Rijk en waterschappen intensief samenwerken om dijkversterkingen slimmer, sneller en beter (zowel qua kosten als qua meerwaarde) aan te pakken. Door lokaal het gebaggerde sediment te hergebruiken in dijkversterkingsprojecten, minimaliseer je de afvoer van bagger én bespaar je op de aanvoer van nieuwe grondstoffen voor het project. Omdat zowel opdrachtgevers als de aannemers vaak niet goed bekend zijn met de mogelijkheden van bouwen met bagger, wordt de kans om kostenvoordelen te behalen door baggerspecie toe te passen vaak gemist. Met dit onderzoek wordt gestreefd om opdrachtgevers en aannemers beter bewust te maken van de mogelijkheden om bagger toe te passen bij dijkversterkingsprojecten. Daarom richt het zich voornamelijk op de startfase van dijkversterkingsprojecten waarin de precieze scope nog moet worden vastgesteld. In deze fase is het vooral van belang om te weten welke toepassingen er mogelijk zijn en onder welke voorwaarden. Als zodanig draagt het bij aan een transitie van bagger als afvalstof naar bagger als waardevol bouwmateriaal.
De afgelopen jaren zijn we een aantal keren geconfronteerd met de effecten van klimaatverandering. Lokale extreme neerslag zorgde voor overstromingen van kleine rivieren, terwijl een aantal droge zomers op rij tot schade voor de landbouw en de natuur leidden. Via verschillende programma’s en projecten wordt gezocht naar passende maatregelen, waarbij ook wordt gezocht naar afstemming en integratie met andere beleidsopgaven. Daarbij wordt vooral gekeken naar de grote wateren waardoor er een kans is op trade-offs naar bijvoorbeeld de kleinere rivieren. Terwijl deze juist belangrijk zijn voor lokale sociaal-economische en ecologische waarden. Daarom is er bij beheerders en stakeholders van kleinere rivieren grote behoefte aan kennis over effectieve en duurzame adaptatiemaatregelen voor kleine rivieren met zoveel mogelijk positieve co-benefits voor gebruikers en omgeving. Bijvoorbeeld via Nature-based Solutions: innovatieve en duurzame maatregelen waarbij mét de natuur wordt samengewerkt om doelen te bereiken. Dit leidt tot vele co-benefits voor o.a. biodiversiteit, recreatie en landschap. Natuurlijke processen zijn echter dynamisch en complex. Voor een langjarig – duurzaam – effect moeten Nature-based Solutions daarom aansluiten bij het natuurlijke (water en bodem) systeem en ruimte krijgen om zich aan te passen. In dit project zoeken studenten, samen met experts, lokale betrokkenen en beleidsmakers naar geschikte Nature-based Solutions voor drie kleine rivieren: de Linge, de Lauwers en de Overijsselse Vecht. Alle drie zijn ze belangrijk voor het regionale waterbeheer. Het delen van ervaringen en kennis, en het samen leren door studenten (van verschillende onderwijsinstellingen) en lokale betrokkenen van en met experts en via praktijkonderzoek en veldbezoek staat centraal. Dit leidt tot de ontwikkeling van een community rond ‘Kleine Rivieren voor Klimaat’. Daarbij is het de ambitie om ook te leren van internationale voorbeelden van Nature-based Solutions en samenwerkingsprocessen. Zo kunnen studenten al tijdens hun studie ervaring opdoen met samenwerken en bijdragen aan de ontwikkeling van innovatieve adaptatiemaatregelen.
Dit project richt zich op het herverwerken van kunststofafvalstromen uit rivieren en van remote communities, waar plastic afval tot op heden nog in grote hoeveelheden in rivieren terecht komt. Er zijn inmiddels meerdere initiatieven die gericht zijn op het verzamelen van deze afvalstromen, mede om daarmee de vervuiling van de wereldzeeën te voorkomen. Maar voor de herverwerking van deze v verzamelde kunststoffen bestaan nog maar nauwelijks initiatieven; doorgaans wordt gekozen voor verbranding. In dit project wordt de basis gelegd voor een techniek die op zeer eenvoudige wijze kunststofafvalstromen uit rivieren en communities om kan zetten in producten met toegevoegde waarde. Als uitgangspunt wordt gekozen voor de productie van ‘bouwstenen voor woningen’. De beoogde techniek dient eenvoudig, mobiel en goed kopieerbaar te zijn. Bij succes zal het open source worden aangeboden, zodat overal ter wereld van deze techniek gebruik gemaakt kunnen worden. Om een zo hoog mogelijke waarde toe te voegen met de techniek, zal tegelijkertijd worden gezocht naar een zo hoogwaardig mogelijk productontwerp, bijvoorbeeld door zoveel mogelijk functies in bouwstenen te integreren (verbinden, isoleren, verwerkbaarheid, etc.). Het prototype zal worden getest in Nederland.