Service of SURF
© 2025 SURF
In dit artikel wordt het onderzoek zoals dat plaatsvindt in kenniscentra voor professionele praktijken, beschreven als een vorm van kenniscreatie (SKO, 2008), die tot stand komt door het samenbrengen van ervaringskennis van de professional met gedocumenteerde kennis uit de literatuur. Praktijkonderzoek behoeft een nauwe samenwerking tussen onderzoekers en professionals, waarbij het gegeven dat de beroepsbeoefenaar zelf een integraal onderdeel is van die praktijk, als een essentieel uitgangspunt wordt aanvaard. In de geschetste methodiek, gebaseerd op de regulatieve cyclus van Van Strien, is kennisontwikkeling een creatieve activiteit, waarbij de persoon van de beroepsbeoefenaar niet alleen als object, maar ook als subject in het onderzoek betrokken wordt. De praktijkonderzoeker verzamelt niet primair kennis over de praktijk, maar ontwikkelt die samen met de praktijk. Daarbij is de professional een actieve partner in het onderzoek door bewust te ervaren en waar te nemen, door te reflecteren, te ontwerpen, te oefenen en te evalueren met betrekking tot zijn beroepsmatig handelen. Aan de hand van een casus van kenniscreatie samen met de managers van een zorginstelling wordt duidelijk gemaakt dat het de rol is van de praktijkonderzoeker om het proces van creatieve kennisontwikkeling methodisch te begeleiden, de resultaten daarvan op scheppende wijze met elkaar in samenhang te brengen en toegankelijk te maken voor een breder publiek.
Het boek ontwikkelt in discussie met de sociologische traditie en met behulp van de ideaaltypische methode een integraal model van professionaliteit waarin de waardevolle kern, de innerlijke samenhang en de contextuele positionering centraal staan. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de identiteit en de positie van professionals. Het model is geschikt als referentiekader voor reflectie op professioneel functioneren en voor onderzoek van professionele praktijken. Het boek is tegelijk goed toegankelijk en goed onderbouwd, en daarmee zowel interessant voor praktijkgerichte professionals als voor sociale wetenschappers.
LINK
Since 2000, all Dutch Universities of Professional Education are confronted with three major renewals. The first was the European agreement to implement the Bachelor-Master system in Higher Education. The second was the strong tendence to renew eduction towards Competence Based Education. The third renewal came from the decision of the ministery of Education to contract lectures (lectoren) and research networks (kenniskringen) to improve research competences among students. Basic idea behind the latest renewal was that if students from Universities of Professional Education bring in more knowledge in companies, during and after their study, this will stimulate the innovative power of Dutch small and medium enterprices (SME’s). Educational developers have been very bussy with these renewals. Under the cloak of national assurance guidelines and external panels of inspection many educational developers automatically tended to use the instrumental paradigm for many design contexts. In accordance with the research of Gustafson (1993) and Richey (1993) we raised questions about the relevance of the instrumental paradigm for educational design contexts, because often the means-end thinking of the instrumental approach have seemed to be out of place. This research project by Lappia, De Boer & Van Rennes took place in 2006 at INHOLLAND university of professional education in the western part of The Netherlands with four pilots at School of Technology, Social Work, Education and Economics. The researchers started from the assumption that improving competence-based internships could not been based on an instrumental paradigma, because of the lack of absolute standards and the need to support deliberation among stakeholders. The Design Science Approach of Van Aken (2004) and Andriessen (2004) was been used to reveal field-tested and grounded technological rules as design specifications for improvement tools. Beside that the research project used the communicative paradigm (Visscher-Voerman & Gustafson, 2004) to reach consensus among the practitioners, who accompanion students during their internships in organisations in order to achieve a growth of competences in the choosen working field. Participants in the research project were employees of the School of Education, The School of Technology and the School of Economics, the department of Education, Quality, Research and development (OKR). Conditions for participating in the project were that the Schools recognized the problems with implementing Competence Based Internship and the School had to set the employees whe participated in the project free for half a day during the project. The Schools as stakeholders in the project were primary interested in solution of their practical problem (practical stream). The department of Education, Quality, Research and development was interested in solution of the pratical problem for dissemination reasons, but would also learn new strategies for implementation (knowledge stream). Therefore was choosen to follow the Design Science Research Approach.