Ervaringsdeskundigen (ED’s) zijn nadrukkelijk bij de opzet en uitvoering van het SPRINT-project (zie blz. 16-27) betrokken, onder andere als gespreksleider tijdens de focusgroepen. Met hen is teruggekeken hoe zij hun inzet hebben ervaren, wat zij de eventuele meerwaarde voor het project vinden en wat de impact op hun eigen ontwikkeling was. Ook de onderzoeker blikt terug.
Ervaringsdeskundigen (ED’s) zijn nadrukkelijk bij de opzet en uitvoering van het SPRINT-project (zie blz. 16-27) betrokken, onder andere als gespreksleider tijdens de focusgroepen. Met hen is teruggekeken hoe zij hun inzet hebben ervaren, wat zij de eventuele meerwaarde voor het project vinden en wat de impact op hun eigen ontwikkeling was. Ook de onderzoeker blikt terug.
De ANSE Summer Online Special ‘Two days of the new normal’ vond plaats op 19 en 20 augustus 2021. De organisatie verzorgde het programma volledig online vanuit een (fysiek) pand in Zwolle, met keynotes en workshops via Zoom. ‘Experimental online networking’ vond plaats via Wonder.me. Nederland was prominent aanwezig, zowel in de organisatie (Rijer Jan van ’t Hul), bij de keynotes (Sijtze de Roos) als door het verzorgen van een workshop (Adrianne van Doorn). Er waren 120 deelnemers uit maar liefst 19 Europese landen (en zelfs een deelnemer uit Rusland). Vooral Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en de Baltische staten bleken goed vertegenwoordigd. Jetty de Groot, Annette Perino en Fer van den Boomen van de Commissie Vakontwikkeling (CVO) van de LVSC namen ook deel. We zoomen in dit artikel eerst in op onze eigen belevingen als deelnemer aan de online conferentie, zoomen dan met een hele grote beweging uit naar technische ontwikkelingen die wij in ons eigen leven hebben meegemaakt en keren dan terug naar onze ervaringen als professionele begeleiders – en omdat we alle drie ook professionele begeleiders opleiden, ook als docent – tijdens het afgelopen anderhalf jaar. We sluiten de bijdrage af met een voorzichtige verkenning van de toekomst van professioneel begeleiden, vooral door een oproep te doen aan onze collega’s om het gesprek over de uitdagingen van online begeleiden in bredere kring voort te zetten. Als het aan ons ligt, doen we dat in de fysieke ruimte; als het niet anders kan, ‘dan maar’ online.
Kennisnetwerken in het Nederlandse onderwijsveld zijn door formalisering en schaalvergroting aan een nieuwe fase begonnen. In dit project wordt kennis over de effectiviteit van deze formele netwerken hertaald naar de huidige situatie.Doel Kennisnetwerken in het Nederlandse onderwijsveld richten zich op de ontwikkeling van onderwijsprofessionals en -organisaties. Het zijn geneste systemen met een collectieve verantwoordelijkheid voor organisatie-overstijgende onderwijsvraagstukken. Dit onderzoek brengt voor 12 regionale kennisnetwerken in kaart hoe zij als complex systeem functioneren, wat de opbrengsten zijn en onder welke omstandigheden die zich voordoen. Doel is ontwerprichtlijnen voor optimale, duurzame processen van kennisontwikkeling, -deling en -benutting in regionale kennisnetwerken te formuleren. Het gaat hier om netwerken waarin scholen, kennisinstellingen en bedrijven plaatsnemen en samenwerken aan bijv. een duurzame onderzoekscultuur. Resultaten ontwerprichtlijnen voor optimale, duurzame processen van kennisontwikkeling, -deling en -benutting in regionale kennisnetwerken jaarlijkse reflectiesessies voor de kennisnetwerken leidraden voor de kennisnetwerken en de gehele onderwijspraktijk wetenschappelijke artikelen en bijdragen aan congressen Looptijd 01 juli 2023 - 31 december 2027 Aanpak We zetten verschillende elkaar aanvullende kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden in zoals sociaal netwerk vragenlijsten, (groeps-)interviews en document/productanalyses ten behoeve van within-case en cross-case analyses. Vanuit lectoraat Werken in Onderwijs voegen wij o.a. expertise toe over sociaal netwerk analyse.
Het voorstel voor dit platform komt van vijf lectoraten van verschillende kunsthogescholen. Het platform KUNST ≈ ONDERZOEK staat open voor alle onderzoeksdomeinen in kunst en design, van ‘artistic research’ tot de creatieve economie en van stedelijke vernieuwing tot cultuureducatie. Het platform komt voort uit een sterke behoefte om onderzoek in de kunsten in kaart te brengen, zichtbaar te maken en te profileren, maar zeker ook vanuit een wens voor meer samenwerking op verschillende gebieden en niveaus: zowel onderling als met niet-artistieke domeinen. Zowel de aanvragende als de deelnemende lectoraten worden nadrukkelijk betrokken bij de activiteiten van het platform. Kunstonderzoekers en lectoraten worden gestimuleerd en ondersteund om binnen het Platform kleinere thematische netwerken te ontwikkelen. Daarnaast wordt gestreefd naar de realisatie van een volwaardige derde cyclus in de kunsten: het platform zal daar actief aan bijdragen. Platform Praktijkgericht Onderzoek KUO sluit aan bij de volgende onderzoeksagenda’s en thema’s: NWA Route 14 en de investeringsagenda NWA, Strategische Onderzoeksagenda HBO ‘Onderzoek met Impact’, thema 9, de Human Capital Agenda en Topsector Creatieve Industrie.
De verstedelijking levert een grote bijdrage aan de afname van biodiversiteit, de uitstoot van broeikasgassen en de impact van klimaatverandering. Het vraagt om innovatie in gebruik van bouwmaterialen, toepassing van groen en nieuwe vormen van stedelijke samenwerking. Natuurinclusieve gebiedsontwikkeling biedt kansen om verschillende actuele opgaven van de stad integraal op te pakken zoals biodiversiteitsverlies, klimaatmitigatie via CO2-reductie, klimaatadaptatie en mobiliteitstransitie. Er is echter een sterk tekort aan kennis om ecologisch en biobased te bouwen en hoe dit op gebouw, kavel, gebied en ecosysteemniveau precies te organiseren en financieren. Van de vele recente innovaties in de natuurinclusieve bouw en gebiedsontwikkeling is nog nauwelijks bekend wat de verschillende waarden zijn voor de gebruiker en onderliggende ecosysteem. In dit project wordt onderzocht wat de knelpunten en kansen zijn voor een transitie naar natuurinclusiviteit bij gebiedsontwikkeling in management en uitvoering, en welke handvatten ontwikkeld kunnen worden om de transitie te versnellen. Op basis van de gesprekken met praktijkpartners, richten we ons op drie aspecten van natuurinclusieve gebiedsontwikkeling: biobased bouwmaterialen, natuurlijke vergroening en de governance aspecten. Deze onderdelen worden onderzocht in een verschillende case studies waarin diverse natuurinclusieve gebiedsopgaven liggen. Via vergelijkend onderzoek worden succes- en faalfactoren in kaart gebracht en handvatten voor natuurinclusieve gebiedsontwikkeling geïdentificeerd. Het onderzoek richt zich met de drie casussen op de drie schaalniveaus van gebiedsontwikkeling: Spoorzone Waarder voor gebouwniveau, Amsterdam Knowledge Mile Park voor straatniveau en Almere Centrum-Pampus voor gebiedsniveau. Het tweejarig onderzoek wordt uitgevoerd door een consortium van vier hogescholen en diverse innoverende werkveldpartijen waarbij de acht versnellingssessies resultaten “versnellen” en tussentijds delen met de praktijk. Door reflecties van het brede werkveld wordt de toepasbaarheid van de producten in de praktijk geborgd. Het project leidt onder andere tot uitgangspunten voor natuurinclusieve gebiedsontwikkeling, een vertaling in een programma van eisen en een daaraan gekoppeld puntensysteem voor aanbestedingen.