Service of SURF
© 2025 SURF
Vanouds bestaat er een vanzelfsprekende verwevenheid tussen boer en burger en tussen producent en consument. Zonder vitale landbouw geen gevarieerd voedsel, zonder uitgekiende afzetkanalen geen volle supermarkten. Maar in de historische ontwikkeling waren het altijd steden die de voedselproductie dichtbij en verder weg hebben vormgegeven. En bij smaakvoorkeuren en tafelmanieren waren het rijke stadsbewoners die de toon zetten.
We hebben een ingewikkelde band met dieren en ook in onze huidige geïndustrialiseerde samenleving hebben we een bijzondere band met dieren. Want hoe kan het dat we intens verdriet hebben bij het overlijden van ons huisdier, en we tegelijkertijd producten consumeren waar veel dieren het leven voor laten? Wat maakt – grof gezegd – nu het verschil tussen een hond die we dagelijks verzorgen en een kip die we ’s avonds op ons bord hebben? We kunnen hier op verschillende manieren naar kijken. In dit whitepaper ‘Dieren en ethiek: voedsel of vriend?’ legt Bart Wernaart aan de hand van theoretische modellen en hypotheses de achtergronden hiervan uit en biedt hij een tweetal discussieopdrachten die in groepen kunnen worden uitgevoerd.
LINK
Circulaire economie wordt vaak gezien als het langer en hoogwaardiger gebruiken van grondstoffen. Dat is ook zeker waar, maar daarnaast zijn er ook sociaaleconomische aspecten aan de circulaire economie. In de regio Arnhem-Velp proberen een aantal ondernemers de lokale kringlopen te sluiten door voor de voedselproduc-tie en –bereiding zo veel mogelijk uit te gaan van lokale producten. Hogeschool Van Hall Larenstein, op het landgoed Larenstein op de grens van Velp en Arnhem, onderschrijft die gedachte en wil zelf ook als instelling zijnde haar eigen kringlopen zoveel mogelijk sluiten. Samen met de betrokken ondernemers werkt zij een casus uit waarbij met behulp van een pop up streekkantine als concreet voorbeeld, wordt gekeken naar de mogelijkheden om kringloop zoveel mogelijk te sluiten. Behalve dat naar de organische stromen wordt geke-ken, wordt er ook gekeken naar het bedrijfsmatige bestaansrecht van dergelijke activiteiten, zodat dit als voorbeeld kan dienen voor het beheren van een voedselbos op een landgoed.
Ondanks de hygiënische voorzorgsmaatregelen heeft de voedingsverwerkende industrie te kampen met bacterieël besmette producten. Bedrijven zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van hun producten en zijn verplicht de productielijn te bewaken en te beoordelen of hun producten voldoen aan de wettelijke eisen voor veilig consumptie gebruik. Tijdige diagnose van de veroorzaker van een productbesmetting, stelt bedrijven in staat tot sneller ingrijpen en wordt voorkomen dat besmette producten in de winkelschappen terecht komen. Dit initiatief richt zich op de ontwikkeling van de SID (See, Identify, and Destroy) robot is een initiatief van de stichting TROIKA. In de robot wordt diagnostiek gecombineerd met decontaminatie, waarbij bacteriofagen worden gebruikt. Bacteriofagen zijn bacterie-specifieke virussen die deze bacterie doden. Derhalve kunnen ze als natuurlijke vijand van bacteriën gebruikt worden voor duurzame ontsmeting. Deze behandeling is uitermate geschikt voor deze industrie, waar recalls voor enorme kosten zorgen, en waar de eisen voor voedselveiligheid hoog is. Een belangrijk onderdeel is de typering van de bacteriesoort die men wil bestrijden (Identify). De typeringsresultaten kunnen worden gebruikt om de besmettingsbron op te sporen en transmissieroutes op te helderen. De oplossing voor een typeermethode wordt gezocht in de toepassing van de DNA-sequencer (MinION) van Oxford Nanopore. Met de KIEM subsidie kan met Generade Hogeschool Leiden een pilot worden gestart om de praktijktoepassing van bacterie identificatie en -typering met behulp van de MinION te testen. De methode moet in staat zijn om zowel de bacteriestam te identificeren om de juiste bacteriofaag te selecteren en de juiste preventieve maatregelen te kunnen nemen. In de pilot richten we ons op de meest voortkomende bacteriële besmetting van voedingsproducten: Listeria monocytogenes. Naast het uitvoeren van de pilot wordt de KIEM subsidie aangewend om een consortium te formeren, waarmee een gezamenlijke projectvoorstel wordt opgesteld waarin de SID-robot verder kan worden ontwikkeld.
De vraag naar het realiseren van de korte keten van voedselproductie is groot. Veel bedrijven zien hier het nut en de noodzaak van in, maar hebben nog wel uitdagingen in het kader van voedselhoudbaarheid en voedselveiligheid. Want hoe werkt het als je in een lokaal cateringbedrijf, zonder tussenkomst van allerlei grootschalige keuringsinstanties en kwaliteitssystemen, werkt met producten die rechtstreeks van de producent komen? En wat betekent het als je die dan zo duurzaam mogelijk wil verpakken? De vraag die centraal staat in dit onderzoek is: hoe kun je de voedselhoudbaarheid van een lokaal geteeld product en lokaal verwerkt product verlengen?