Service of SURF
© 2025 SURF
This article examines how the human perception of knowledge is structured in the empirical world. It is often argued by scientists that facts in this empirical world can be perceived, which makes us believe that this world is an objective world. However, the human way of making sense of the world is individual and embodied, which causes the creation of an individual world for every human: a body-world. The empirical world is in this case a shared space for multiple bodies that agree on the causality of certain events and objects in that space. Every body-world therefore has its own partial perspective on the knowledge in this shared space, which is formed by the physiology of the body, the cultural background, and the identity of the person. The theater has the power, through the techniques of re-enactment and disruption, to give its audience insight in other situated knowledges from different partial perspectives. It can therefore connect different situated knowledges and create ecological knowledge: the awareness of the connected network of knowledges that is produced in various body-worlds on what is happening in the shared space. Only then can we emancipate knowledge and embrace the various partial perspectives that this shared space of body-worlds has to offer.
Politieke kunstenaars zoeken de spanning tussen de wereld van de kunst en die daarbuiten. Ze willen met hun werk echt effect sorteren en ontwikkelen daarvoor verschillende strategieën. Hoe werken die?
De EFT is in eerste instantie een vorm van partnerrealtietherapie, die onderbouwd is vanuit de hechtingstheorie van Bowlby, de experientiële benadering van Rogers en de systeemtherapie. Het contextuele gedachtegoed helpt te onderzoeken wie er in de relatie nog meer recht op de sleutel heeft en welk delegaten echoën in de relatie. Het gaat niet alleen om je te kunnen en duven te verbinden, maar ook de vrijheid te verwerven om die verbinding aan te gaan.
Dit onderzoek richt zich op het ontwikkelen van principes voor duurzame ontsluiting van een uniek archief binnen de Nederlandse podiumkunstensector: het archief van de Nederlandse mime. Hierbij staan drie vragen centraal: 1) Hoe ontsluit je een archief dat betrekking heeft op belichaamde kennis en voortkomt uit een bij uitstek fysieke praktijk? 2) Hoe kunnen principes voor ontsluiting ontwikkeld worden in antwoord op actuele vragen van studenten, docenten, en het brede professionele nationale en internationale werkveld? 3) Welke innovatieve vormen van kenniscirculatie zijn geschikt om de potentie van het archief ook voor andere kennisgebieden, buiten de kunsten, zichtbaar te maken? Dit postdoconderzoek van ATD docent Marijn de Langen bouwt voort op haar recente proefschrift Mime denken: Nederlandse mime als manier van denken in en door de theaterpraktijk (Universiteit Utrecht, 2017). Het onderzoek brengt actuele vraagstukken met betrekking tot het archief vanuit de opleiding en het beroepsveld in kaart, inventariseert sterke voorbeelden en bestaande strategieën van archiefontsluiting binnen- en buiten de podiumkunsten en analyseert relevante theorievorming. Gedurende het onderzoeksproces worden, in samenwerking met studenten, docenten en vakbeoefenaars, een aantal testcases/pilots gecreëerd waarin geëxperimenteerd wordt met mogelijke principes van ontsluiting. Dit kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld een digitale presentatie, artistiek onderzoek, re-enactment. Het onderzoek laat zien hoe urgentie gegeven kan worden aan een archief, en positioneert zich binnen een hedendaags discours in wetenschap en kunst rondom de ontwikkeling van methodologie om belichaamde kennis te expliciteren en te dissemineren. Het project legt hierdoor een concrete basis voor toekomstige multidisciplinaire samenwerkingsprojecten.