Service of SURF
© 2025 SURF
A rail-guided robotic system is currently being designed for the inspection of ballast water tanks in ships. This robotic system will manipulate sensors toward the interior walls of the tank. In this paper, the influence of rail compliance on the end-effector position error due to ship movement is investigated. An analytical model of the six degrees-of-freedom (DOF) rail stiffness is presented and implemented in a reduced-order analytical frequency response model. This model describes the transfer function between ship acceleration and end-effector position as a function of rail geometry and material properties. Moreover, the influence of the robot compliance is investigated, resulting in design parameters for the robot. The models and calculations are evaluated and compared with a multibody model and prove to be accurate. The analytic models indicate whether or not a proposed robotic system is feasible and if so, optimize rail dimensions, material and robot design. A use-case scenario has been developed which shows that the proposed design will be unlikely to meet the requirements of this robot system design; therefore an alternative design strategy is recommended.
Stakeholders in the Netherlands' rail cargo sector exhibit strategic behavior that causes irregularity and unpredictability in freight trains. This leads to the suboptimal use of scarce rail capacity. The authors present the results of a research project that used gaming to explore and validate alternative organizational methods for the management of rail cargo capacity with decision makers and subject matter experts from ProRail, the Netherlands' railway infrastructure manager. Various scenarios for the organization of rail cargo capacity management were played out, tested, and extensively debriefed in three project phases. The gaming sessions demonstrated that open information sharing among stakeholders does not depend on the introduction of price mechanisms and is, indeed, a more effective way of managing capacity. The authors conclude that it is vital to introduce gaming gradually and build up organizational acceptance for this method. However, once acceptance has been achieved, gaming can generate valuable insight into strategic behavior and the performance of sociotechnical infrastructures.
LINK
The potential reduction of risk in LPG (Liquified Petroleum Gas) road transport due to the adoption of passive fire protectionswas investigated. Experimental data available for small scale vessels fully engulfed by a fire were extended to real scale road and rail tankers through a finite elements model. The results of mathematical simulations of real scale fire engulfment scenarios that may follow accidents involving LPG tankers proved the effectiveness of the thermal protections in preventing the “fired” BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion) scenario. The presence of a thermal coating greatly increases the “time to failure”, providing a time lapse that in the European experience may be considered sufficient to allowthe start of effective mitigation actions by fire brigades. The results obtainedwere used to calculate the expected reduction of individual and societal risk due to LPG transportation in real case scenarios. The analysis confirmed that the introduction of passive fire protections turns out in a significant reduction of risk, up to an order of magnitude in the case of individual risk and of about 50% if the expectation value is considered. Thus, the adoption of passive fire protections, not compulsory in European regulations, may be an effective technical measure for risk reduction, and may contribute to achieve the control of “major accidents hazards” cited by the European legislation
MULTIFILE
De inzet van blended care in de zorg neemt toe. Hierbij wordt fysieke begeleiding (face-to-face) met persoonlijke aandacht door een zorgprofessional afgewisseld met digitale zorg in de vorm van een platform of mobiele applicatie (eHealth). De digitale zorg versterkt de mogelijkheden van cliënten om in hun eigen omgeving te werken aan gezondheidsdoelen en handvatten tijdens de face-to-face momenten. Een specifieke groep die baat kan hebben bij blended care zijn ouderen die na revalidatie in de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) thuis verder revalideren. Focus op zowel bewegen (door fysio- en oefentherapeut) en voedingsgedrag (door diëtist) is hierbij essentieel. Echter, na een intensieve zorgperiode tijdens hun opname wordt revalidatie veelal thuis afgeschaald en overgenomen door een ambulant begeleidingstraject of de eerste lijn. Een groot gedeelte van de ouderen ervaart een terugval in fysiek functioneren en zelfredzaamheid bij thuiskomt en heeft baat bij intensieve zorg omtrent voeding en beweging. Een blended interventie die gezond beweeg- en voedingsgedrag combineert biedt kansen. Hierbij is maatwerk voor deze kwetsbare ouderen vereist. Ambulante en eerste lijn diëtisten, fysio- en oefentherapeuten erkennen de meerwaarde van blended care maar missen handvatten en kennis over hoe blended-care ingezet kan worden bij kwetsbare ouderen. Het doel van het huidige project is ouderen én hun behandelaren te ondersteunen bij het optimaliseren van fysiek functioneren in de thuissituatie, door een blended voeding- en beweegprogramma te ontwikkelen en te testen in de praktijk. Ouderen, professionals en ICT-professionals worden betrokken in verschillende co-creatie sessies om gebruikersbehoefte, acceptatie en technische eisen te verkennen als mede inhoudelijke eisen zoals verhouding face-to-face en online. In samenspraak met gebruikers wordt de blended BITE-IT interventie ontwikkeld op basis van een bestaand platform, waarbij ook gekeken wordt naar het gebruik van bestaande en succesvolle applicaties. De BITE-IT interventie wordt uitgebreid getoetst op haalbaarheid en eerste effectiviteit in de praktijk.
Observationele studie
Het aantal dierlijke graverijen in fysieke infrastructuren, waaronder waterkeringen, spoordijken en autowegen, neemt de laatste jaren hard toe. Dit komt door exponentiële groei van de bever die in Nederland een beschermde status heeft. Waterschappen geven aan dat de inspectie en detectie van graverijen door bevers geen gemakkelijke opgave is. De gevolgen voor de veiligheid van primaire waterkeringen en spoordijken kunnen aanzienlijk zijn. Om grip te krijgen op graverijen, zijn tot op heden verschillende aanpakken gehanteerd van lopen door watergangen in waadpakken met prikstokken t/m de inzet van GPR, camera- en sonartechnologie alsook getrainde speurhonden. Tot op heden is er nog geen oplossing gevonden voor ongewenste graverijen door bevers. Met dit onderzoeksproject wordt nieuwe technologische kennis ontwikkeld en toegevoegd aan de state-of-the-art op het gebied van detectie van beveractiviteiten (graverijen). In dit project wordt een robot platform (hardware/software) ontwikkeld dat beverschades aan kritieke publieke infrastructuren kan detecteren en monitoren. Hiervoor zijn robuuste technologieën nodig die gangenstelsels/kamers kunnen waarnemen (perceptie), zelfstandig in kaart kunnen brengen (autonome navigatie). Daarnaast moeten operators (veldwerkers) het robot platform eenvoudig kunnen toepassen in hun dagelijkse gebruik (mens-robot interactie). Het consortium bestaat uit publiek partijen (waterschappen, Rijkswaterstaat, provincies), prorail technologieontwikkelaars en dienstleveranciers (MKBs, ander privaat partijen), onderzoeksgroepen van Saxion (lectoraten SMART en TCI), opleidingen en overkoepelende innovatie boosters. Zij zetten kennis en capaciteit in om antwoord te geven op de centrale onderzoeksvraag: “Welke bestaande navigatie- en perceptietechnologieën kunnen binnen een periode van 2 jaar worden doorontwikkeld tot de realisatie en inzet van een gebruiksvriendelijk beverbeheer robotplatform waarmee ongewenste beveractiviteiten vroegtijdig kunnen worden gedetecteerd en herstelmaatregelen effectief kunnen worden ingezet?” Opbrengsten van het project dragen bij aan duurzaam beverbeheer, preventieve detectie en kosteneffectieve inzet van maatregelen die nadien op basis van de verschillende detectiemethoden kunnen worden ontwikkeld. Daarnaast vindt borging van (technologische) kennis plaats in alle deelnemende partijen en opleidingen.