Service of SURF
© 2025 SURF
Martien Visser vindt dat we niet alleen trots, maar ook zuinig moeten zijn op de efficiënte Nederlandse raffinaderijen.De Nederlandse raffinagesector is na de Tweede Wereld oorlog tot wasdom gekomen en nu zo’n 60 jaar oud. In tegenstelling tot wat soms wordt gedacht, is haar pensioen nog niet in zicht. Mooi dus dat die raffinaderijen zo enorm efficiënt zijn. Dat ontslaat ze niet van de verantwoordelijkheid hun CO2-emissie te verminderen.
LINK
De klimaatdoelstelling van de nederlandse overheid is om in 2020 de co2 uitstoot met 30 te reduceren ten opzichte van 1990. Diverse scenario’s gaan uit van een reductie van de co2 met 50% in 2050 [o.a. Uyterlinde 2007]. Voor 2020 wil men de doelstelling bereiken door inzet van 20% duurzame energie en een aanzienlijke efficiencyverbetering in het energiegebruik. Maar als we in 2050 de co2 emissie met 50% verminderd willen hebben, zullen ook andere maatregelen moeten worden genomen. Hierbij wordt onder andere gedacht aan afvang van co2 bij de industrie en elektriciteitsopwekking, en ondergrondse opslag van het afgevangen co2. Ook het wegtransport zal veel efficiënter moeten gaan plaatsvinden. Een belangrijk middel hierbij is om auto’s te laten rijden op een waterstof aangedreven brandstofcel. Alhoewel waterstof zelf geen duurzame brandstof is, kan het wel duurzaam geproduceerd worden met windenergie of uit fossiele energie met afvang van co2. Tot nu toe is er weinig aandacht geweest voor de veiligheidsaspecten van de energietransitiemaatregelen. Als het co2 tijdens het transport van de afvanglocatie naar de ondergrondse opslag door een ongeval vrij zou komen, kan dit gevolgen hebben voor de gezondheid van mensen die in de nabijheid van de transportroute wonen of werken. Het tanken en het vervoeren van het zeer brandbare waterstof (bij een druk van 700 bar), zal zodanig moeten plaatsvinden dat de bestuurder en passagiers even veilig kunnen rijden als in een auto met conventionele brandstoffen.
MULTIFILE
Dit boekje is een weerslag van de inaugurele rede als Lector Biobased Economy bij Hogeschool Van Hall Larenstein die Hans Derksen op 8 mei 2012 hield. De kern van het betoog is wat de biobased economy kan betekenen voor een duurzame samenleving. Maar ook wat deze niet kan betekenen, want biomassa is niet de oplossing voor alles. Uiteindelijk gaat het vooral over de kansen die biomassa, en meer in het bijzonder een biobased economy, de mens biedt.
MULTIFILE
Het produceren van zogenaamde tweede generatie biodiesel vanuit afvaloliën en –vetten vormt zowel in EU-verband als ook nationaal een prioriteit. Avans Hogeschool verricht, samen met de Nederlandse bedrijven Van der Kooy en DieselUp, al een aantal jaren onderzoek naar opwerken en omzetten van kwalitatief laagwaardige oliën en vetten zodanig dat deze kunnen worden toegepast in bijvoorbeeld biodieselfabrieken of motoren. Veel van deze laagwaardige vetten en oliën zijn afkomstig uit het buitenland. Er wordt bij dit onderzoek nadrukkelijk samengewerkt met kennisinstellingen uit Brazilië (UFMG en UFV) en Spanje (UPC). Er wordt specifiek onderzoek gedaan naar het opwerken van FFA-rijke (FFA = vrij vetzuren) vetten en oliën afkomstig van plantaardige olieraffinaderijen en FFA-rijke Macauba olie. Het consortium onderzoekt hierbij twee innovatieve heterogene katalytische processen: 1 proces gebruik makend van een Zinkschaafsel reststroom als vaste katalysator en 1 proces met vaste katalysator om FAME biodiesel voor bijvoorbeeld verbrandingsmotoren te maken. Dit laatste proces heeft onder andere als voordeel dat er een zuivere glycerine wordt geproduceerd en er veel minder waswater nodig is. In dit KV project (part 1) wordt onderzoek gedaan naar een innovatief katalytisch (Zinkschaafsel) proces waarbij laagwaardige FFA-rijke olie zodanig wordt opgewerkt dat deze voldoet richting biodieselfabrieken. Een 60 m3 reactor zal hiertoe worden geëvalueerd en geoptimaliseerd. Tevens zal procesmodellering plaatsvinden in het programma Aspen plus.
Het produceren van zogenaamde tweede generatie biodiesel vanuit afvaloliën en –vetten vormt zowel in EU-verband als ook nationaal een beleidsprioriteit. Avans Hogeschool verricht, samen met de Nederlandse bedrijven Van der Kooy en DieselUp, al een aantal jaren onderzoek naar opwerken en omzetten van kwalitatief laagwaardige oliën en vetten zodanig dat deze kunnen worden toegepast in bijvoorbeeld biodieselfabrieken of motoren. Veel van deze laagwaardige vetten en oliën zijn afkomstig uit het buitenland en er wordt bij dit onderzoek nadrukkelijk samengewerkt met kennisinstellingen uit Brazilië (UFMG en UFV) en Spanje (UPC). Er wordt specifiek onderzoek gedaan naar het opwerken van FFA-rijke (FFA = vrij vetzuren) vetten en oliën afkomstig van plantaardige olieraffinaderijen en FFA-rijke Macauba olie. Het consortium onderzoekt hierbij twee innovatieve heterogene katalytische processen: 1 proces gebruik makend van een Zinkschaafsel reststroom als vaste katalysator en 1 proces met vaste katalysator om FAME biodiesel voor bijvoorbeeld verbrandingsmotoren te maken. Dit laatste proces heeft onder andere als voordeel dat er een zuivere glycerine wordt geproduceerd en er veel minder waswater nodig is. In dit KV project (Part 2) zal onderzoek worden gedaan naar het deactiveren en regenereren van Zink katalysatormateriaal (Zinkschaafsel reststroom van Nyrstar). Dit Zinkschaafsel wordt gebruikt ten behoeve van een innovatief proces waarbij FFA-rijke laagwaardige oliën zodanig worden opgewerkt dat deze kunnen worden gebruikt bij biodieselfabrieken en in verbrandingsmotoren.
Het produceren van zogenaamde tweede generatie biodiesel vanuit afvaloliën en –vetten vormt zowel in EU-verband als ook nationaal een beleidsprioriteit. Avans Hogeschool verricht, samen met de Nederlandse bedrijven Van der Kooy en DieselUp, al een aantal jaren onderzoek naar opwerken en omzetten van kwalitatief laagwaardige oliën en vetten zodanig dat deze kunnen worden toegepast in bijvoorbeeld biodieselfabrieken of motoren. Veel van deze laagwaardige vetten en oliën zijn afkomstig uit het buitenland en er wordt bij dit onderzoek nadrukkelijk samengewerkt met kennisinstellingen uit Brazilië (UFMG en UFV) en Spanje (UPC). Er wordt specifiek onderzoek gedaan naar het opwerken van FFA-rijke (FFA = vrij vetzuren) vetten en oliën afkomstig van plantaardige olieraffinaderijen en FFA-rijke Macauba olie. Het consortium onderzoekt hierbij twee innovatieve heterogene katalytische processen: 1 proces gebruik makend van een Zinkschaafsel reststroom als vaste katalysator en 1 proces met vaste zure katalysator om FAME biodiesel voor bijvoorbeeld verbrandingsmotoren te maken. Dit laatste proces heeft onder andere als voordeel dat er een zuivere glycerine wordt geproduceerd en er veel minder waswater nodig is. In dit project wordt onderzoek gedaan naar een innovatief katalytisch proces waarbij laagwaardige bio-olie wordt omgezet richting FAME biodiesel zodanig dat deze kan worden gebruikt in verbrandingsmotoren. Er wordt hierbij tevens gesimuleerd in computerprogramma ASPEN.