Service of SURF
© 2025 SURF
Er zal dus gekeken moeten worden naar hoe de kans op brand bij zelfstandig wonende verminderd zelfredzamen verkleind kan worden en hoe deze verminderd zelfredzamen zichzelf in veiligheid kunnen brengen als er brand ontstaat. Dit zou kunnen door hier bij de bouw van bijvoorbeeld seniorencomplexen rekening mee te houden, maar ook door bijvoorbeeld het mogelijk te maken dat er een soort “bhv-systeem” opgezet wordt in seniorencomplexen. Dit laatste vereist sociale innovatie: op dit moment is de verplichting voor bhv vastgelegd in de Arbowet. Dit betekent dat er in een complex waar mensen wonen en er geen mensen continu werken, er geen verplichting is om een bhv te hebben. De vraag is dan wie kan dit organiseren in seniorencomplexen en wie zou dan deel uit kunnen maken van dit “bhv-systeem”. Ook het geven van voorlichting over brand en brandpreventie zou een goed idee kunnen zijn. Dit wordt natuurlijk al gedaan door de brandweer maar het zou goed zijn om ook hulpverleners die bij mensen thuis komen bij te scholen over brand en brandpreventie zodat zij hun cliënten hier ook bij kunnen helpen. Op dit moment zijn er al thuiszorgorganisaties die hun cliënten helpen met het aanbrengen en testen van rookmelders en waar thuiszorgmedewerkers getraind worden door de brandweer (Rivas, 2013). Wellicht dat dit breder opgepakt kan worden ook richting de begeleiding van psychiatrische patiënten. Omdat dit een specifieke doelgroep is zou deze voorlichting door de begeleiders zelf gedaan moeten worden, maar dan zullen zij eerst ook getraind moeten worden. Het KSI zou dit kunnen oppakken bijvoorbeeld door lesmateriaal te ontwikkelen voor studenten Social Work.
BACKGROUND: The aims of the study were to examine the effects of a multidimensional rehabilitation program on cancer-related fatigue, to examine concurrent predictors of fatigue, and to investigate whether change in fatigue over time was associated with change in predictors.METHODS: SAMPLE: 72 cancer survivors with different diagnoses.SETTING: rehabilitation center.INTERVENTION: 15-week rehabilitation program.MEASURES: Fatigue (Multidimensional Fatigue Inventory), demographic and disease/treatment-related variables, body composition (bioelectrical impedance), exercise capacity (symptom-limited bicycle ergometry), muscle force (handheld dynamometry), physical and psychological symptom distress (Rotterdam Symptom Check List), experienced physical and psychological functioning (RAND-36), and self-efficacy (General-Self-Efficacy Scale, Dutch version). Measurements were performed before (T0) and after rehabilitation (T1).RESULTS: At T1 (n = 56), significant improvements in fatigue were found, with effect sizes varying from -0.35 to -0.78. At T0, the different dimensions of fatigue were predicted by different physical and psychological variables. Explained variance of change in fatigue varied from 42%-58% and was associated with pre-existing fatigue and with change in physical functioning, role functioning due to physical problems, psychological functioning, and physical symptoms distress.CONCLUSIONS: Within this selected group of patients we found that (a) rehabilitation is effective in reducing fatigue, (b) both physical and psychological parameters predicted different dimensions of fatigue at baseline, and (c) change in fatigue was mainly associated with change in physical parameters.
De laatste jaren groeit het bewustzijn onder wetenschappers en het brede publiek over hoe innig financiën, gezondheid en welzijn met elkaar verstrengeld zijn. Je kunt problemen van mensen vaak niet reduceren tot een aantal sub-problemen die je onafhankelijk van elkaar kunt oplossen, vanuit de gedachte dat alle oplossingen bij elkaar opgeteld het totaalprobleem verhelpen.4 Uit onderzoek weten we inmiddels steeds meer over hoe problemen met elkaar in verband staan. Beleidsmakers en uitvoerende beroepskrachten en vrijwilligers die de complexe relatie tussen financiële, fysieke en mentale factoren begrijpen, bevinden zich in de unieke positie om deze inzichten te vertalen naar hun initiatieven. Dit rapport biedt een overzicht van academische en grijze literatuur, en de lessen die we hieruit kunnen trekken.