Service of SURF
© 2025 SURF
Het groeiend aantal mensen met overgewicht baart steeds meer zorgen. Omdat tegelijkertijd het aantal kinderen met overgewicht toeneemt, wordt ook steeds vaker naar het onderwijs gekeken wanneer het gaat om het voorkómen of doen afnemen van overgewicht. Maar wat is nu eigenlijk het probleem als je te dik bent? En om hoeveel kinderen gaat het nu eigenlijk? En doen we in het onderwijs eigenlijk al niet alles wat we kunnen aan deze problematiek?
Er lijkt een duidelijke mate van evidentie te bestaan betreffende de relatie fysieke activiteit, respectievelijk fitheid en gezondheid in de algemene populatie en bij bepaalde pathologieën. Er is evenwel nog behoefte aan verder wetenschappelijk onderzoek naar mogelijke determinanten en onderliggende mechanismen, als ook naar evidentie bij bepaalde, specifieke aandoeningen. Tevens mag duidelijk zijn dat ondanks de bestaande evidentie fysieke activiteit/oefening te weinig toegepast wordt in de gezondheidszorg. Het onderzoek naar de effectiviteit van gezondheidskundige interventies is dan ook uitermate belangrijk. Dit lectoraat hoopt dan ook een bescheiden bijdrage hieraan te kunnen leveren. Hiervoor heeft zij reeds afspraken tot samenwerking met de academische en medische wereld (in Utrecht, Amsterdam, Maastricht en Leuven), met de gezondheidszorg (RIVM Bilthoven en GG&GD Utrecht) en met de beroepen- of bedrijfswereld (Politie regio Utrecht; Enraf Nonius, Delft). De beoogde doelstellingen zullen echter naar alle waarschijnlijkheid beduidend meer tijd in beslag nemen dan de periode van 4 jaar die de Stichting Kennis Ontwikkeling voorzien heeft met betrekking tot het oprichten en financieren van de lectoraten.
In 2008 heeft het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) de KNGF-beweegprogramma’s herzien; het warden de ‘Standaarden Beweeginterventies’, gericht op mensen met een chronische aandoening. Een dergelijke standaard stelt een voldoende competente fysiotherapeut in staat bij mensen met een chronische aandoening een actieve leefstijl te bevorderen en hun mate van fitheid te verhogen. Basis voor de herziening vormen de oorspronkelijk door TNO ontwikkelde beweegprogramma’s, van waaruit de tekst grondig is geactualiseerd. De gedetailleerde invulling van de programma’s in ‘kookboekstijl’ is niet opnieuw opgenomen. Gekozen is voor een actueel concept dat de fysiotherapeut de mogelijkheid biedt een ‘state-of-the-art’programma te ontwikkelen met respect voor de individuele patiënt en praktijkspecifieke randvoorwaarden
Jaarlijks genereert de Nederlandse agrosector ongeveer 9,5 Megaton aan rest/zijstromen. Telers zijn daarom hard op zoek naar oplossingen om deze rest/zijstromen op aanwezige plantenstoffen liefst zo hoogwaardig mogelijk te benutten. Om meer kennis van deze plantenstoffen te ontwikkelen, is de Extractenbibliotheek gecreëerd, die ruim 2200 plantenextracten bevat uit de Nederlandse tuinbouw. Van plantenstoffen is o.a. bekend dat zij antimicrobiële- en/of antikankerwerking kunnen vertonen. Hogeschool Rotterdam (HR) wil daarom de medische sector en de agrosector met elkaar verbinden d.m.v. de ontwikkeling en uitvoering van verschillende innovatieve methodes om de extracten uit deze Extractenbibliotheek te onderzoeken op zowel antimicrobiële- als antitumorwerking in respectievelijk bacteriële testsystemen en een in vitro humaan celkweekmodel dat uitzaaiingen (metastase) van kanker in botten nabootst. Antibioticaresistentie is wereldwijd een groot en groeiend probleem, en ook naar het bot gemetastaseerde kanker is een aandoening waarvoor nog geen afdoende effectieve behandeling bestaat. Voor beide is er vanuit de medische sector daarom grote behoefte aan nieuwe therapieën. In samenwerking met onderzoekers van het ErasmusMC zullen daarvoor op HR en het VARTA Valorisatielab methodes worden opgezet om de extracten te screenen op antimicrobiële werking. Tegelijkertijd wordt het effect van dezelfde extracten op gemetastaseerde prostaatkanker getest door onderzoekers bij het ErasmusMC. Positieve resultaten zullen bij het ErasmusMC diepgaander worden onderzocht. Tegelijkertijd worden deze positieve resultaten gebruikt om bij HR i.s.m. betrokken telers en veredelaars technologie op te zetten ter identificatie van de werkzame stoffen en optimalisatie van deze stoffen in de aanzet tot aangepaste teeltcondities, variëteiten, en extractiemethoden. Door verschillende in dit consortium opgenomen overkoepelende organisaties zoals INNO Growers, Dubbel Doel Flora en Greenport West-Holland, kunnen de onderzoeksresultaten niet alleen met een enorm netwerk aan telers en veredelaars worden gedeeld, maar is tevens veel expertise in huis om vanuit de circulaire doelstellingen uiteindelijk te komen tot Biobased producten en nieuwe verdienmodellen.