Service of SURF
© 2025 SURF
Dit rapport bevat een evaluatie van de maatschappelijke impact van deelname aan de Dam tot Damloop. Hierbij wordt aandacht besteed aan het gebruik van technologie, gezondheidseffecten, effecten op werkgerelateerde uitkomsten en profielen van hardlopers worden in kaart gebracht.
In dit onderzoeksrapport staat de wijk de Drielanden te Groningen Centraal. Aan de noordoostzijde van de stad Groningen is de wijk gelegen. De wijk drielanden bestaat sinds 1995, in die tijd was het een vooruitstrevende wijk op het gebied van duurzaamheid. Tegenwoordig worden veel nieuwe duurzame wijken gebouwd, maar er is een terugloop geconstateerd in de koop van woningen in duurzame wijken. Met behulp van dit onderzoek wordt duidelijk hoe er in de toekomst op koop- en verkoopmotieven ingespeeld kan worden. Er gaat onderzocht worden wat de motieven zijn voor de koop van een duurzame woning, het gaat hier om bewuste, onbewuste en psychologische motieven. Dit leidt tot de volgende probleemstelling: Welke kenmerken van de bewoners uit de Drielanden hangen samen met de koopmotieven? Het vraagtype van de probleemstelling is definiëren. Het onderzoek is uitgevoerd met een enquête, dit is het meetinstrument. Het totale domein van dit onderzoek bedraagt 390 huishoudens verdeeld over de drie straten in de wijk Drielanden; Waterland met 166 huishoudens, Zonland met 142 huishoudens en Mooiland met 82 huishoudens. Het onderzoek is uitgevoerd om de verkoop- en koopmotieven in de duurzame wijk te onderzoeken, dit zijn de onderzoekseenheden van het onderzoek. De methode die gebruikt is voor het onderzoek is een combinatie van de kwantitatieve (desk research) en de kwalitatieve strategie (enquête).De doelstelling van het onderzoek is weten welke motieven kopers van 'duurzame woningen' hebben om een dergelijke woning te kopen, zodat de neergang in de verkoop en verhuur van duurzame woningen kan worden tegengegaan. De hoofdresultaten uit het onderzoek hebben betrekking op de leefstijlen, toepassing van duurzaamheid en de koop- en huurmotieven van de bewoners van de Drielanden. Er zijn vier leefstijlen te onderscheiden. Eén leefstijl is minder vertegenwoordigd, namelijk vitaliteit. Deze beslaat de bevolkingsgroep die ego georiënteerd en extravert is. De toepassing van duurzaamheid is gemiddeld matig tot licht voldoende. Voor een duurzame wijk is dit zeer beneden de maat. In verhouding tot de motieven is dit te verklaren aangezien ongeveer 1 op de 10 bewoners voor duurzaamheid heeft gekozen. De overige bewoners hebben andere redenen als ligging en een ruimere woning. Dit zijn direct de twee meest voorkomende motieven. Er zal ongetwijfeld samenhang zijn tussen duurzaamheid en een ruim opgezette wijk. Het ruimer wonen kan dus in verband staan met het motief duurzaam wonen. Dit zal een juist onderwerp zijn voor een eventueel vervolgonderzoek. Studentenonderzoek in het kader van het thema Duurzaam bouwen
In het RAAK-project, genaamd Groningen MAPS, is er veel data en kennis vergaard van waaruit antwoorden zijn geformuleerd op verschillende vragen rondom belasting en belastbaarheid van (top)sporters. Het onderzoek naar de factoren die invloed hebben op de prestaties en het blessurerisico van sporters heeft opgeleverd dat we nu meer inzicht hebben in de informatie die nodig is om gericht te zoeken naar verbanden tussen belasting en belastbaarheid. We hebben echter nog niet gekeken naar de data vanuit een datamining perspectief. Datamining is het gericht zoeken naar verbanden in een database met als doel het opstellen van profielen. Deze profielen kunnen nieuwe inzichten geven waardoor sporters van nog betere feedback voorzien kunnen worden. Het doel van het Top-up project is om kennis te ontwikkelen over het automatiseren van de verwerking en analyse van datastromen. Dit zal leiden tot een datasysteem wat automatisch analyses uitvoert achter de schermen. Met dit datasysteem kan de Groningen MAPS-data verder geanalyseerd worden (door middel van datamining) om nieuw inzicht te verkrijgen op het gebied van patronen in belasting en belastbaarheid van (top)sporters.
In het RAAK-project, genaamd Groningen MAPS, is er veel data en kennis vergaard van waaruit antwoorden zijn geformuleerd op verschillende vragen rondom belasting en belastbaarheid van (top)sporters. Het onderzoek naar de factoren die invloed hebben op de prestaties en het blessurerisico van sporters heeft opgeleverd dat we nu meer inzicht hebben in de informatie die nodig is om gericht te zoeken naar verbanden tussen belasting en belastbaarheid.We hebben echter nog niet gekeken naar de data vanuit een datamining perspectief. Datamining is het gericht zoeken naar verbanden in een database met als doel het opstellen van profielen. Deze profielen kunnen nieuwe inzichten geven waardoor sporters van nog betere feedback voorzien kunnen worden. Het doel van het Top-up project is om kennis te ontwikkelen over het automatiseren van de verwerking en analyse van datastromen. Dit zal leiden tot een datasysteem wat automatisch analyses uitvoert achter de schermen. Met dit datasysteem kan de Groningen MAPS-data verder geanalyseerd worden (door middel van datamining) om nieuw inzicht te verkrijgen op het gebied van patronen in belasting en belastbaarheid van (top)sporters.
In dit project wordt onderzoek gedaan naar de 21st century skills van de social media architect. Dat is een aansprekend nieuw beroep, dat cross-overs kent tussen onder meer communicatie en IT & Design. De beschrijvingen van de 21st century skills worden op beeldende wijze gekoppeld aan reële beroepshandelingen en beroepsproducten. Voor het voortgezet onderwijs is dit van belang om een concreet en actueel beeld te kunnen laten zien van een dergelijk nieuw beroep omdat hun leerlingen een keuze moeten maken voor vervolgonderwijs. Bovendien willen zij graag onderzoeken hoe zij hun leerlingen kunnen voorbereiden op dit nieuwe beroep. Voor bedrijven die nieuwe medewerkers willen aantrekken is het eveneens zaak om zicht te krijgen op de profielen en de bijbehorende 21st century skills. Ons onderwijssysteem kent geen gebaande paden of geijkte toeleveranciers voor nieuwe beroepen waardoor ze lastig het juiste personeel kunnen vinden. In dit project: ‘Beroepen in Transitie: het belang van het laten zien van cross-overs in de techniek’ worden de 21st century skills beschreven in de context waarin de social media architect opereert, en de verschillende rollen waarin hij/zij aan het werk kan zijn. Dit onderzoek beoogt een realistisch beroepsbeeld neer te zetten door de 21st century skills te koppelen aan actuele beroepshandelingen en -producten om potentieel geïnteresseerde scholieren, studenten en professionals daar zo goed mogelijk op voor te bereiden en een gefundeerde keuze te bevorderen. Daarmee kunnen we beter aan de groeiende vraag naar technische professionals voldoen, die daarvoor ook passende talenten hebben. Bovendien is dit project een voorbeeld van hoe bedrijven met het onderwijs samen kunnen komen tot een vernieuwing van functieprofielen en toekomstbestendig opleiden ten behoeve van de veranderende arbeidsmarkt. Het is tevens een voorbeeld voor andere beroepen, vandaar de parallelle aanvraag Zorg (ook De Haagse Hogeschool en Inholland).