Service of SURF
© 2025 SURF
© 2025 SURF
Het lectoraat Media & Entertainment (nu Media Business) heeft in opdracht van P60 en de branchevereniging VNPF een tweeledig onderzoek verricht. Daarbij was het doel enerzijds een aansprekende casus te presenteren bij de masterclass op de Noorderslag/Eurosonic conferentie en anderzijds heeft het lectoraat onderzocht of en hoe de gehanteerde programmeringsstrategie van P60 bijdraagt aan het behalen van de geformuleerde doelstellingen in het beleidsplan 2010-2014.
ACHTERGRONDMDMA (ecstasy) is een relatief veilige drug en induceert weinig afhankelijkheid, maar staat desondanks samen met andere harddrugs op lijst I van de Nederlandse Opiumwet. Bezorgdheid over de aan MDMA gerelateerde criminaliteit, het aantal gezondheidsincidenten en de mogelijk onterechte plaatsing van MDMA op lijst I hebben geleid tot een voortdurend debat over het huidige Nederlandse ecstasybeleid.DOELOntwikkeling van een rationeel MDMA-beleid waarbij men rekening houdt met alle aspecten gerelateerd aan de productie, verkoop en gebruik van MDMA.METHODEEen interdisciplinaire groep van 18 experts formuleerde een wetenschappelijk onderbouwd MDMA-beleid door de verwachte effecten van 95 beleidsopties op 25 uitkomsten te beoordelen, waaronder gezondheid, criminaliteit, rechtshandhaving en financiën. Het optimale beleidsmodel werd gevormd door een combinatie van 22 beleidsopties met de hoogste totaalscore op alle 25 uitkomsten. RESULTAAT Het optimale beleidsmodel bestond uit een vorm van gereguleerde productie en verkoop van MDMA, beter kwaliteitsbeheer van ecstasypillen en intensievere bestrijding van de MDMA-gerelateerde georganiseerde criminaliteit. Een dergelijk beleid zou leiden tot een kleine toename in de prevalentie van ecstasygebruik, maar met minder gezondheidsschade, minder MDMA-gerelateerde misdaad en minder milieuschade. Om de praktische uitvoerbaarheid en de politieke haalbaarheid te vergroten werd het optimale model enigszins aangepast.CONCLUSIEHet ontwikkelde optimale model biedt een politiek en maatschappelijk haalbare set van beleidsinstrumentopties, waarmee men plaatsing van MDMA op lijst I kan herzien, wat de schade van MDMA voor gebruikers en de samenleving kan verminderen. Voor de psychiatrie betekent het bevordering van therapeutisch onderzoek en minder hinder door nodeloze stigmatisering bij de behandeling van patiënten.--English:SUMMARYThe development of a rational national MDMA policy and itsrelevance for psychiatry.J.G.C. van Amsterdam, T. Nabben, G.-J. Peters, F. van Bakkum, J. Noijen, W. van den BrinkBackground MDMA (ecstasy) is a relatively safe drug and induces little dependence, but is nevertheless scheduled as a hard drug (Dutch Opium Act, List 1). Concerns about MDMA-related crime, health incidents and possible inappropriate listing of MDMA on List I have led to an ongoing debate about current Dutch ecstasy policy.Aim To develop a rational MDMA policy that takes into account all aspects related to production, sale and use ofMDMA.Method An interdisciplinary group of 18 experts formulates a science-based MDMA policy by assessing the expected effects of 95 policy options on 25 outcomes, including health, crime, law enforcement and finance. The optimal policy model consists of the combination of the 22 policy options with the highest total score on all 25 outcomes.Results The optimal policy model consisted of a form of regulated production and sale of MDMA, better qualitymanagement of ecstasy tablets and more intensive fight against MDMA-related organized crime. Such a policywould lead to a small increase in the prevalence of ecstasy use, but with less health damage, less MDMA-related crime, and less environmental damage. To increase practicality and political feasibility, the optimal model was slightly modified.Conclusion The developed optimal model offers a politically and socially feasible set of policy instrument options, with which the placement of MDMA on List I can be revised, thereby reducing the damage of MDMA to users and society. For psychiatry, it means promoting therapeutic research and less nuisance from unnecessary stigmatization in the treatment of patients.
MULTIFILE
De culturele industrie staat onder druk. De subsidiënten en de sponsors trekken zich terug. De vraag is hoe Oerol zonder verlies aan identiteit nieuwe verdienmodellen kan introduceren op de volgende edities. Oerol trekt in 10 dagen 55.000 bezoekers waarvan er 25.000 het paspoort kopen waarmee toegang tot de koop van tickets mogelijk is. Dit aantal moet omhoog kunnen. Tevens veronderstellen wij dat de bezoeker niet bewust is van het risico die de particuliere organisatie van Oerol loopt bij iedere editie. In het rapport staat een analyse van de situatie waarbij de programmering- piramide alsmede de customer life-time value theorie wordt ingepast en aanbevelingen van verdienmodellen.
Rosa Alberto (HU) en Bart Kleine Deters (ECBO) deden onderzoek naar welke lessen we als Nederland kunnen leren van het buitenland op het gebied van beleid in gecijferdheid. Dit deden ze aan de hand van een thematische analyse op vier terreinen: 1. Samenhang in basisvaardigheden(-beleid) 2. Implementatiemethode van basisvaardighedenbeleid 3. De rol van kenniscentra 4. Rol van werkgevers in het versterken van basisvaardigheden Het onderzoek geeft mooie aanknopingspunten en inspiratie voor de ve-plannen die bij het ministerie van OCW in de maak zijn. Dit onderzoek is verschenen binnen het project Gecijferdheid als Basisvaardigheid, waarbij de HU, CINOP en Freudenthal Instituut (UU) samen optrekken.
Management goeroes hebben weinig oog voor de analytische kanten van het managen.
Lokale aanpak gebiedsgericht beleid. Prakttijkvoorbeelden in het landelijk gebied.
MULTIFILE
Toets en beleid: twee woorden die in dit boek in één adem genoemd worden. Goed onderwijs vraagt om goede toetsing. En goede toetsing vraagt om goed toetsbeleid: beleid dat is afgeleid van de onderwijsvisie en dat ondersteund wordt door automatisering waar dat kan en waar dat nodig is. Dit boek behandelt in deel 1 het proces van het formuleren en in stand houden van het toetsbeleid (op strategisch, tactisch en operationeel niveau) en in deel 2 de uitwerking van het toetsbeleid op het terrein van papieren geautomatiseerde toetsen. Het begrip: de toetscyclus wordt geïntroduceerd als kapstok voor de diverse processen rondom het toetsen. Het boek is toegespitst op papieren toetsen die automatisch worden aangemaakt, verwerkt en beheerd. Het boek is echter ook bruikbaar voor toetsbeleid en toetsing in het algemeen door de generieke elementen in het boek. Door de beknoptheid is het toegankelijk voor snelle kennisopname.