Service of SURF
© 2025 SURF
Lopend onderzoek in het kader van de onderzoekslijn Kind, Taal & Ontwikkeling.Deze onderzoekslijn maakt deel uit van het Lectoraat Transparante Zorgverleningen en het Lectoraat Integraal Jeugdbeleid. Effectief kunnen zuigen en slikken is voor baby’s één van de eerste noodzakelijke levensbehoeften en zeker bij prematuur geboren baby’s. Uit het onderzoek Da Costa e.a. (2010) blijkt dat maar liefst 62% van de prematuur geboren kinderen met een normaal geboortegewicht een afwijkend zuigpatroon heeft. Verschillende onderzoekers (Palmer en Heyman, 1999; Medoff-Cooper et al., 1989; Mizuno en Ueda, 2005) verwachten dat een afwijkend zuigpatroon op babyleeftijd een indicatie is voor afwijkingen in de latere ontwikkeling van deze kinderen op diverse ontwikkelingsgebieden. Een reden om te veronderstellen dat een dergelijke relatie bestaat is dat een intact centraal zenuwstelsel een voorwaarde is voor de coördinatie van zuigen, slikken en ademen na de geboorte. Het fout lopen van die coördinatie kan een uiting zijn van beschadigingen in of het abnormaal functioneren van gebieden van het centraal zenuwstelsel, die betrokken zijn bij de ontwikkeling van complexere vaardigheden, zoals motoriek en cognitie. Duidelijke onderzoeksgegevens zijn hierover echter nog niet voorhanden.
LINK
Eén van de eerste uitdagingen voor een te vroeg geboren baby is het leren drinken uit fles of borst. Voor de meeste op tijd geboren kinderen levert dit geen problemen op, maar te vroeg geboren baby’s hebben meer moeite met het coördineren van het zuigen, slikken en ademen tijdens het drinken. Er zijn aanwijzingen dat deze zuig- en slikproblemen in de weken na geboorte geassocieerd zijn met ontwikkelingsproblemen op kinderleeftijd. Deze resultaten van dit onderzoek lijken te wijzen op een gevoelige periode in de ontwikkeling: als de problemen met het drinken nog aanwezig zijn in de 4 tot 6 weken na de uitgerekende datum betekent dat dat er een verhoogd risico is op ontwikkelingsproblemen op 2-jarige leeftijd.
AIM: To determine the association between sucking in infants born preterm and developmental outcomes at 5 years.METHOD: Thirty-four infants were included (mean gestational age 30wks 4d, mean birthweight 1407g). The Neonatal Oral-Motor Assessment Scale was used longitudinally from 37 to 50 weeks postmenstrual age. At 5 years, we assessed motor skills, intelligence, language, verbal memory, and behavioural problems. Linear regression analyses were performed to test whether aspects of sucking behaviour predicted these developmental outcomes. Where linear regression was not appropriate, Spearman's correlation coefficients were calculated between sucking and developmental outcomes.RESULTS: Sucking was associated with total motor skills (B [unstandardized correlation coefficient for normally distributed data]=22.66, 95% confidence interval [CI] 6.61 to 38.71), balance (Spearman's ρ=0.64, p<0.001), total intelligence (B=-1.16, 95% CI -1.89 to -0.44, B=10.48, 95% CI 0.39 to 20.71, B=-2.22, 95% CI -3.42 to -1.02), verbal intelligence (B=-0.95; 95% CI -1.83 to -0.07, B=-2.02; 95% CI -3.55 to -0.49), performance intelligence (B=-1.34, 95% CI -2.13 to -0.54, B=12.36, 95% CI 1.13 to 23.60, B=-2.37, 95% CI -3.75 to -0.96), and language (B=-1.78, 95% CI -3.36 to -0.19). All associations were in the same direction: the better the sucking, the higher the test scores. Verbal memory and behavioural problems were not associated with sucking.INTERPRETATION: Abnormal sucking between 42 weeks and 50 weeks postmenstrual age may reflect abnormal neurological functioning in children born preterm.