Service of SURF
© 2025 SURF
Electromagnetic fields, or EMF, are ubiquitous in our daily life. Extremely low frequency magnetic fields (ELF MF) are generated by any device using electric current. Especially in workplace situations involving MRI scanners, welding equipment, induction heaters, and power plants, they are known for potentially high field strengths. These high field strengths may lead to adverse health effects if insufficient preventive measures are in place. This study investigates employees’ perceptions on work safety regarding EMF exposure. We held 15 semi-structured interviews in three different (non-nuclear) power plants in the Netherlands. We found that power plants in this study made ample use of fences and warning signs where needed, creating a safe working environment. Nevertheless, some workers perceive that there are vague regulations, organizational issues and lack of clarity on the properties of EMF. Participants also indicated that there is some room for improvement with respect to work safety meetings on EMF. Employees want to be informed about EMF and its potential health effects and mitigation methods, but their information need is limited and straightforward. A simple warning system, along with safety information on paper, may be sufficient. https://doi.org/10.1080/13669877.2020.1750459 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/john-bolte-0856134/
MULTIFILE
Wind and solar power generation will continue to grow in the energy supply of the future, but its inherent variability (intermittency) requires appropriate energy systems for storing and using power. Storage of possibly temporary excess of power as methane from hydrogen gas and carbon dioxide is a promising option. With electrolysis hydrogen gas can be generated from (renewable) power. The combination of such hydrogen with carbon dioxide results in the energy carrier methane that can be handled well and may may serve as carbon feedstock of the future. Biogas from biomass delivers both methane and carbon dioxide. Anaerobic microorganisms can make additional methane from hydrogen and carbon dioxide in a biomethanation process that compares favourably with its chemical counterpart. Biomethanation for renewable power storage and use makes appropriate use of the existing infrastructure and knowledge base for natural gas. Addition of hydrogen to a dedicated biogas reactor after fermentation optimizes the biomethanation conditions and gives maximum flexibility. The low water solubility of hydrogen gas limits the methane production rate. The use of hollow fibers, nano-bubbles or better-tailored methane-forming microorganisms may overcome this bottleneck. Analyses of patent applications on biomethanation suggest a lot of freedom to operate. Assessment of biomethanation for economic feasibility and environmental value is extremely challenging and will require future data and experiences. Currently biomethanation is not yet economically feasible, but this may be different in the energy systems of the near future.
ObjectiveTo determine the effectiveness of the “Plants for Joints” multidisciplinary lifestyle program in patients with metabolic syndrome-associated osteoarthritis (MSOA).DesignPatients with hip or knee MSOA were randomized to the intervention or control group. The intervention group followed a 16-week program in addition to usual care based on a whole food plant-based diet, physical activity, and stress management. The control group received usual care. The patient-reported Western Ontario and McMasters Universities Osteoarthritis Index (WOMAC) total score (range 0–96) was the primary outcome. Secondary outcomes included other patient-reported, anthropometric, and metabolic measures. An intention-to-treat analysis with a linear-mixed model adjusted for baseline values was used to analyze between-group differences.ResultsOf the 66 people randomized, 64 completed the study. Participants (84% female) had a mean (SD) age of 63 (6) years and body mass index of 33 (5) kg/m2. After 16 weeks, the intervention group (n = 32) had a mean 11-point larger improvement in WOMAC-score (95% CI 6–16; p = 0.0001) compared to the control group. The intervention group also lost more weight (–5 kg), fat mass (–4 kg), and waist circumference (–6 cm) compared to the control group. Patient-Reported Outcomes Measurement Information System (PROMIS) fatigue, pain interference, C-reactive protein, hemoglobin A1c, fasting glucose, and low-density lipoproteins improved in the intervention versus the control group, while other PROMIS measures, blood pressure, high-density lipoproteins, and triglycerides did not differ significantly between the groups.ConclusionThe “Plants for Joints” lifestyle program reduced stiffness, relieved pain, and improved physical function in people with hip or knee MSOA compared to usual care.
MULTIFILE
Overheden en bedrijven in binnen- en buitenland zien grote potentie in waterstof als energiedrager, omdat het geen schadelijke emissie oplevert bij productie uit duurzame energiebronnen en toepassing in elektrochemische processen. Ook het Nederlandse MKB is bezig met de ontwikkeling van producten (van vorkheftrucks tot stadsbussen en energieopslagtanks tot power plants) gebaseerd op de aantrekkelijke eigenschappen van waterstof. Er zijn echter vele zaken rondom de betreffende technologie die niet of onvoldoende bekend zijn bij het MKB. Middels een uitgebreide MKB-consultatie, waaronder een workshop, zijn deze bedrijfsvragen verzameld. Terugkomende vragen waren: Is het mogelijk om waterstof op grote schaal uit duurzame bronnen te produceren? Zijn brandstofcellen voldoende betrouwbaar? Kunnen de kosten van brandstofceltechnologie worden verlaagd? Hoe zit het met de veiligheid? Het HYDROVA-project gaat een aantal van deze vragen beantwoorden, waarbij we ons specifiek richten op de brandstofcelsystemen, daar waar de waterstof wordt omgezet in bruikbare energie. We kijken hierbij naar zowel mobiele als stationaire toepassingen, aangezien de principes voor deze systemen gelijk zijn, maar de systeemeisen sterk verschillen. Doel van dit project is om MKB praktijkvoorbeelden tot specifieke toepassingen te ontwikkelen en er zo toe bij te dragen dat de betrokken MKB’s hun producten doelgerichter en met minder onzekerheden kunnen ontwikkelen. De Faculteit Techniek van de HAN wil zo bestaande kennis en ervaring verder uitbreiden, toepassen in het onderwijs, en een steeds betere kennispartner op dit terrein te worden voor zowel het MKB als voor regionale en landelijke overheden. Er wordt vanuit een consortium van de o.a. de hogeschool, 12 MKB’s, de Gemeente Arnhem en de Nederlandse Waterstof en Brandstofcellen Associatie gewerkt aan het testen van brandstofcelsystemen, het ontwikkelen van nieuwe systemen, het vaststellen van systeemperformance onder verschillende operationele condities, het bepalen van de te verwachten levensduur, het vaststellen van economische haalbaarheid, en de te hanteren normen en standaarden.
Na een grondige analyse van de behoefte in de markt door middel van bilaterale gesprekken en een workshop, komt HAN Automotive Research (HAN AR) tot de conclusie dat het werkveld behoefte heeft aan ondersteuning bij het optimaliseren van ontwerp en aansturing van de elektrische en hybride aandrijvingen voor hun (proto-)voertuigen en -machines. De complexiteit van eisen, randvoorwaarden en technische mogelijkheden is moeilijk te overzien en te vertalen naar een succesvol product, dat aan de wensen van de klant voldoet. Het Intemas project beoogt genoemde bedrijven te ondersteunen bij dit belangrijke werk, door een voldoende gedetailleerde analyse van het lastproces (bijvoorbeeld: snelheid tegen de tijd), een wetenschappelijk gefundeerd ontwerp van het energiemanagement systeem (EMS) en een voorstel voor de dimensionering van de deelsystemen (batterij, verbrandingsmotor, e.d.). Het EMS is een systeem dat voortdurend het meest optimale werkpunt kiest voor de diverse energiesystemen aan boord van het voertuig. Deze keuze wordt bepaald op basis van eisen en wensen in termen van o.a. emissies, energieverbruik, prestaties en/of kosten. De HAN wil eigen kennis en ervaring combineren met die van diverse bedrijven en de groep regeltechniek van de Hochschule Rhein Waal om tot nieuwe inzichten en oplossingen te komen en deze te implementeren in het MKB. Veel bij HAN AR bestaande kennis en ervaring (besturingstechniek, modelontwikkeling, veiligheidsconcepten, testtechnieken) is opgedaan met de auto-industrie. Met Intemas willen we ons werkterrein uitbreiden richting de Agro-industrie, een bedrijfstak met veel potentie vanwege haar omvang en stand van techniek. Een kruisbestuiving tussen beide domeinen kan met relatief weinig inspanning tot grote voordelen leiden. Belangrijke deliverables van Intemas project zijn: TCO analyse van diverse producten, een softwaretool voor dimensionering van deelsystemen, Rapport EMS in praktische toepassingen en minimaal 2 demonstrators (elektrische fiets en een hybride trekker). Het bouwen van de demonstrators behoort niet tot het Intemas project; dit zal door de partner-bedrijven worden gedaan. Door de lange ervaring opgedaan in meerdere aanverwante (Raak) projecten, een promotieonderzoek op dit gebied en veel hands-on ervaring kan HAN AR van grote meerwaarde zijn voor de MKB?s en ook belangrijk bijdragen aan een nieuwe kennisbasis voor onderwijs op bachelor en master niveau, gericht op een meer systeem georiënteerde probleemaanpak.
Treatment of crops with insecticides remains essential because globally more than 75 billion dollars is lost through crop destruction by invasive insects. However it is accompanied by severe disadvantages including i. increasing resistance of the target insects against insecticides and ii. the undesired lethality of beneficial insects such as bees and other pollinator species. The significant reduction of insect species during the last years, at least partly caused by the presently available insecticides has also effects on insect-eating species. Last but not least the presence of residual amount of insecticides in the environment (soil and plants), because of poor (bio)degradation, is another distinct disadvantage. Therefore, the overall aim of this proposal is to design and synthesize peptide based biopesticides. This should lead to Nature inspired green alternatives for insect control because "Peptides" are the small equivalents of "proteins", that are biomolecules, which are universally present in all organisms and subject to their natural biodegradation mechanisms, as well as also chemically degraded in the soil (water, heat, UV, oxygen). Design and synthesis of these environmentally benign compounds will eventually take place in a founded company called "INNOVAPEPLINE". Evaluation of candidate peptide based biopesticides can be carried out in collaboration with a recently founded company (spin-out of the University of Glasgow) called "SOLASTA BIO" (founders professors Shireen Davies, Julian Dow and Rob Liskamp) and/or with other (third) parties such as the University of Wageningen. Upon recent identification of promising candidate compounds ("leads"), chemical optimization studies of leads will take place, followed by evaluation in field trials. In this proposal design, synthesis and chemical optimization of the biological activity of new peptides and development of methods to monitor their biodegradation rate will take place. Thereby expanding the repertoire of peptide based biopesticides. (292 words)