Service of SURF
© 2025 SURF
This article seeks to contribute to the literature on circular business model innovation in fashion retail. Our research question is which ‘model’—or combination of models—would be ideal as a business case crafting multiple value creation in small fashion retail. We focus on a qualitative, single in-depth case study—pop-up store KLEER—that we operated for a duration of three months in the Autumn of 2020. The shop served as a ‘testlab’ for action research to experiment with different business models around buying, swapping, and borrowing second-hand clothing. Adopting the Business Model Template (BMT) as a conceptual lens, we undertook a sensory ethnography which led to disclose three key strategies for circular business model innovation in fashion retail: Fashion-as-a-Service (F-a-a-S) instead of Product-as-a-Service (P-a-a-S) (1), Place-based value proposition (2) and Community as co-creator (3). Drawing on these findings, we reflect on ethnography in the context of a real pop-up store as methodological approach for business model experimentation. As a practical implication, we propose a tailor-made BMT for sustainable SME fashion retailers. Poldner K, Overdiek A, Evangelista A. Fashion-as-a-Service: Circular Business Model Innovation in Retail. Sustainability. 2022; 14(20):13273. https://doi.org/10.3390/su142013273
Co-creation as a concept and process has been prominent in both marketing and design research over the past ten years. Referring respectively to the active collaboration of firms with their stakeholders in value creation, or to the participation of design users in the design research process, there has arguably been little common discourse between these academic disciplines. This article seeks to redress this deficiency by connecting marketing and design research together—and particularly the concepts of co-creation and co-design—to advance theory and broaden the scope of applied research into the topic. It does this by elaborating the notion of the pop-up store as temporary place of consumer/user engagement, to build common ground for theory and experimentation in terms of allowing marketers insight into what is meaningful to consumers and in terms of facilitating co-design. The article describes two case studies, which outline how this can occur and concludes by proposing principles and an agenda for future marketing/design pop-up research. This is the peer reviewed version of the following article: Overdiek A. & Warnaby G. (2020), "Co-creation and co-design in pop-up stores: the intersection of marketing and design research?", Creativity & Innovation Management, Vol. 29, Issue S1, pp. 63-74, which has been published in final form at https://doi.org/10.1111/caim.12373. This article may be used for non-commercial purposes in accordance with Wiley Terms and Conditions for Use of Self-Archived Versions. LinkedIn: https://nl.linkedin.com/in/overdiek12345
MULTIFILE
Circulaire economie wordt vaak gezien als het langer en hoogwaardiger gebruiken van grondstoffen. Dat is ook zeker waar, maar daarnaast zijn er ook sociaaleconomische aspecten aan de circulaire economie. In de regio Arnhem-Velp proberen een aantal ondernemers de lokale kringlopen te sluiten door voor de voedselproduc-tie en –bereiding zo veel mogelijk uit te gaan van lokale producten. Hogeschool Van Hall Larenstein, op het landgoed Larenstein op de grens van Velp en Arnhem, onderschrijft die gedachte en wil zelf ook als instelling zijnde haar eigen kringlopen zoveel mogelijk sluiten. Samen met de betrokken ondernemers werkt zij een casus uit waarbij met behulp van een pop up streekkantine als concreet voorbeeld, wordt gekeken naar de mogelijkheden om kringloop zoveel mogelijk te sluiten. Behalve dat naar de organische stromen wordt geke-ken, wordt er ook gekeken naar het bedrijfsmatige bestaansrecht van dergelijke activiteiten, zodat dit als voorbeeld kan dienen voor het beheren van een voedselbos op een landgoed.
The Dutch floriculture is globally leading, and its products, knowledge and skills are important export products. New challenges in the European research agenda include sustainable use of raw materials such as fertilizer, water and energy, and limiting the use of pesticides. Greenhouse growers however have little control over crop growth conditions in the greenhouse at individual plant level. The purpose of this project, ‘HiPerGreen’, is to provide greenhouse owners with new methods to monitor the crop growth conditions in their greenhouse at plant level, compare the measured growth conditions and the measured growth with expected conditions and expected growth, to point out areas with deviations, recommend counter-measures and ultimately to increase their crop yield. The main research question is: How can we gather, process and present greenhouse crop growth parameters over large scale greenhouses in an economical way and ultimately improve crop yield? To provide an answer to this question, a team of university researchers and companies will cooperate in this applied research project to cover several different fields of expertise The application target is floriculture: the production of ornamental pot plants and cut flowers. Participating companies are engaged in the cultivation of pot plans, flowers and suppliers of greenhouse technology. Most of the parties fall in the SME (MKB) category, in line with the RAAK MKB objectives.Finally, the Demokwekerij and Hortipoint (the publisher of the international newsletter on floriculture) are closely involved. The project will develop new knowledge for a smart and rugged data infrastructure for growth monitoring and growth modeling in the greenhouse. In total the project will involve approximately 12 (teacher) researchers from the universities and about 60 students, who will work in the form of internships and undergraduate studies of interesting questions directly from the participating companies.
Aanleiding: De elektrische auto wordt steeds populairder en er zijn inmiddels meer dan 5.000 openbare en 5.000 semiopenbare oplaadpunten in Nederland. Professionals bij gemeenten, energiebedrijven, laadpuntexploitanten en netbeheerders missen echter de instrumenten waarmee zij tot onderbouwde besluitvorming omtrent de plaatsing en het aantal laadpunten kunnen komen. De belangrijkste vragen die ze hebben, hebben betrekking op beschikbaarheid en gebruik van de laadinfrastructuur (effectiviteit van de infrastructuur), en het sluitend krijgen van de businesscase (kostenefficiëntie). Doelstelling Het project wil bijdragen aan een van de grote uitdagingen rond elektrisch rijden: het ontwikkelen van een effectieve en kostenefficiënte laadinfrastructuur, gedragen door een sluitende businesscase. Het onderzoek bestaat uit het iteratief ontwikkelen van wiskundige voorspel- en simulatiemodellen voor de uitrol en het gebruik van de laadinfrastructuur. De projectdeelnemers toetsen deze modellen in de praktijk met concrete interventies in door de consortiumpartners geboden proeftuinen. De voorspellingen en simulaties worden vervolgens toegankelijk gemaakt voor de professionals bij gemeenten en bedrijven. Studenten ontwikkelen daarvoor instrumenten zoals kennisdashboards en decision-supportsystemen. Overige deelnemers kunnen bij het project aanhaken door casussen in te brengen die de studenten uitwerken met behulp van een datagedreven productontwikkelingsproces. Beoogde resultaten Concrete resultaten van dit project zijn onder andere: " een set gevalideerde en generiek toepasbare voorspel- en simulatiemodellen; " 10 uitgevoerde casestudies waarin concrete simulaties worden uitgevoerd en adviezen voor ketenpartijen worden gedestilleerd; " minimaal 3 experimenten waarin concrete interventies zijn uitgevoerd en geëvalueerd; " 3 geteste (kennis)dashboards voor te selecteren partijen; " 3 gerealiseerde datagedreven producten/services; " 3 concrete en geteste decision-supportsystemen voor nader te selecteren ketenpartijen.