Service of SURF
© 2025 SURF
Er hebben de eerste meting 161 cliënten deelgenomen aan MOVE. Deze cliënten hebben een ZZP 3 C indicatie. Toch wijken ze qua socio-demografische kenmerken niet af van de totale BW-cliëntenpopulatie van de RIBW, zoals tijdens het UTOPIA-onderzoek in kaart is gebracht.
In deze rapportage worden de eerste resultaten van het MOVE‐project beschreven. MOVE staat voor Mensen Ondersteunen bij Vermaatschappelijking en Extramuralisering. Dit project wordt uitgevoerd door het lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool Groningen, in samenwerking met het Rob Giel Onderzoekcentrum te Groningen, in opdracht van zes Regionale Instellingen voor Beschermd Wonen (RIBWs), te weten Pameijer, Stichting Anton Constandse, RIBW Nijmegen & Rivierenland, RIBW Arnhem & Veluwevallei, RIBW Brabant en RIBW Heuvelland & Maasvallei. Deze rapportage doet verslag van de resultaten van de eerste meting van MOVE, uitgevoerd tussen mei en augustus van 2013. Tijdens deze meting zijn cliënten in het beschermd wonen bevraagd over hun kwaliteit van leven, zorgbehoeften, maatschappelijke participatie, hun herstelproces en hoe zij staan tegenover ambulantisering. Deze resultaten geven een overzicht van de deelnemende cliënten en de motivatie ten aanzien van zelfstandig gaan wonnen. De deelnemers worden twee jaar gevolgd. Gedurende die periode zal worden onderzocht wie wel en niet gaat ambulantiseren, wat het effect van ambulantisering is op maatschappelijke participatie en herstel, en welke factoren bijdragen aan succes en falen. Daarnaast wordt een kosteneffectiviteitstudie uitgevoerd. De tweede meting, een half jaar na de eerste meting, is inmiddels van start gegaan in december 2013 en zal plaatsvinden tot en met februari 2014. De informatie van de tweede meting zal een eerste inzicht geven in het verloop van het ambulantiseringsproces. Het rapport dat voor u ligt is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 1 worden de sociodemografische en zorgkenmerken van de cliënt‐deelnemers beschreven. Hoofdstuk 2 is gericht op de sociale inclusie van cliënten en de samenhang tussen sociale inclusie en de wens om wel of niet zelfstandig te willen wonen. In hoofdstuk 3 komt het cliëntperspectief op kwaliteit van leven, zorgbehoeften, herstel en ambulantisering aan de orde. Ook hier zal weer worden onderzocht of e.e.a. samenhangt met de wens om wel of niet zelfstandig te willen wonen. Hoofdstuk 4 bestaat uit de samenvattende discussie en conclusie naar aanleiding van de eerste bevindingen.
Pijn treft veel mensen en veroorzaakt niet alleen veel persoonlijk leed, maar sluit grote groepen mensen uit van maatschappelijke participatie en brengt dientengevolge ook hoge kosten voor de samenleving met zich mee. Momenteel is het thema ‘pijn’ evenwel slechts gefragmenteerd in het onderwijscurriculum van zorgverleners binnen de HAN opgenomen. Docenten zijn vaak onvoldoende onderlegd op het gebied van pijn en beschikbare richtlijnen worden onvoldoende in de praktijk gebruikt. Ook praktijkgericht onderzoek naar preventie en behandeling van pijn wordt onvoldoende opgezet. Deze postdoc aanstelling biedt een unieke kans om het thema ‘Intensieve pijnzorg’ voor verpleegkundigen en paramedici verder te ontwikkelen en te verbinden in zowel het onderwijs als het praktijkgerichte onderzoek. Hierbij kan worden aangesloten bij wat de afgelopen jaren is ontwikkeld aan onderwijs en onderzoek door de kandidaat zelf. De kandidaat bevindt zich in de unieke positie waarin zij haar functie als docent en coördinator in Bachelor, post-hbo en Master van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN) combineert met zowel een functie als onderzoeker en verpleegkundig pijnexpert aan het Radboudumc, als met een functie als voorzitter van de afdeling Pijnverpleegkundigen van Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN). De kandidaat beschikt over een uitgebreid nationaal en internationaal netwerk waarin zij een voortrekkende rol vervult. De activiteiten van de kandidaat zullen in de postdoc periode zijn gericht op onderzoek naar preventie van acute en chronische postoperatieve pijn met daaraan verbonden complicaties en het verbeteren van onderwijs over pijn. Deze activiteiten passen bij de activiteiten van het HAN kenniscentrum Duurzame Zorg en meer specifiek het Lectoraat Acute Intensieve Zorg (LAIZ) en zwaartepunt Health. De HAN is tevens de enige opleider in Nederland die op (post-)hbo niveau opleidingen en cursussen aanbiedt op het thema pijn voor verpleegkundigen. Hierin wordt, evenals voor het onderzoek, nauw samengewerkt met het Radboud Expertisecentrum Pijn en Palliatieve Geneeskunde (REPPG).