Service of SURF
© 2025 SURF
Achtergrond Het is bekend dat gestructureerde instrumenten voor taxatie van het kortetermijnrisico bijdragen aan het voorspellen van fysiek agressief gedrag bij patiënten in de acute psychiatrie. Doel Onderzoeken of de Brøset Violence Checklist (BVC), een instrument voor de inschatting van fysieke agressie op korte termijn, kan bijdragen aan het voorspellen van fysieke agressie-incidenten binnen de forensische psychiatrie en onderzoeken hoe het gebruik van de BVC wordt ervaren. Methode Tweemaal per 24 uur op min of meer vaste momenten werd voor alle patiënten die in 2019 verbleven op een crisisafdeling binnen een forensisch psychiatrisch centrum een BVC-score geregistreerd. De totaalscores van de BVC werden vervolgens gerelateerd aan fysieke agressie-incidenten. Daarnaast werden focusgroepen en interviews gehouden met sociotherapeuten om de ervaringen met het gebruik van de BVC te onderzoeken. Resultaten Uit de analyse kwam een significante voorspellende waarde van de BVC-totaalscore naar voren (AUC = 0,69; p < 0,01). Bovendien ervoeren de sociotherapeuten de BVC als gebruikersvriendelijk en weinig tijdsintensief. Conclusie De BVC heeft toegevoegde waarde voor de forensische psychiatrie. Dit geldt met name voor patiënten bij wie de primaire diagnose géén persoonlijkheidsstoornis betreft.
Sommige mensen hebben psychiatrische of ernstige psychische problemen én leveren gevaar op voor anderen. Het betreft bijvoorbeeld mensen die lijden aan schizofrenie of een antisociale persoonlijkheidsstoornis, die anderen schade berokkenen, leed veroorzaken of strafbare feiten plegen. Goed omgaan met deze mensen is een moeilijke opgave. Ze maken deel uit van twee werelden. Die van de zorg en die van justitie, die zich in de praktijk moeizaam tot elkaar verhouden. Allereerst kampt een aanzienlijk deel van de gedetineerden in Nederlandse gevangenissen met psychi(atri)sche problemen, die niet altijd behandeld worden. Ten tweede zijn de recidivecijfers hoog. Binnen vier jaar na ontslag uit de gevangenis is 66% opnieuw veroordeeld voor een misdrijf. Ten derde en in samenhang daarmee zijn er knelpunten in het begeleiden van (ex-)gedetineerden bij hun terugkeer naar de maatschappij. Als beter en langer nazorg zou worden verleend, zou het risico op terugval kunnen worden verkleind. Tot slot komen psychiatrische patiënten die overlast veroorzaken niet altijd tijdig in beeld bij de hulpverlening. Daardoor kunnen zij terechtkomen in situaties waarin zij delicten plegen die mogelijk hadden kunnen worden voorkomen. De vraagstelling van het advies luidt: hoe kunnen we beter omgaan met delictplegers met psychi(atri)sche problemen?
De COVID-19-pandemie heeft het belang duidelijk gemaakt van continuïteit van zorgverlening binnen de GGZ. Online behandeling is een veelbelovende oplossing daarvoor. Vaktherapie is een vaak ingezette behandeling voor psychiatrische aandoeningen. Vaktherapie is ervaringsgericht en bestaat uit beeldende, dans-, drama-, muziek-, psychomotorische en/of speltherapie. Vaktherapie wordt tot dusverre nog niet online aangeboden. Virtual Reality (VR) is een innovatieve manier om vaktherapie online aan te bieden. Eerder is een innovatieve online vaktherapieruimte ontwikkeld, de VR Health Experience (VRhExp). Hierdoor konden cliënten online vanuit huis aan vaktherapie deelnemen. De VRhExp werd door vaktherapeuten als veelbelovend beschouwd. Tegelijkertijd gaven vaktherapeuten aan specifieke interventies te missen. Het ´ARts and psychomotoR Interventions for Virtual rEality (ARRIVE)´ project stelt zich ten doel om vaktherapeutische VR-interventies te ontwikkelen en te bouwen voor de VRhExp. Vervolgens worden de VR-interventies in pilots onderzocht. Dit wordt gedaan door IT-technici, vaktherapeuten en onderzoekers met behulp van de Design Thinking methode. De VR-interventies worden Open Access beschikbaar gesteld. Door het opnemen van VR-interventies in de VRhExp wordt deze daadwerkelijk bruikbaar voor het aanbieden van online vaktherapie. Dit praktijkonderzoek wordt uitgevoerd door de lectoraten ‘Vaktherapie bij Persoonlijkheidsstoornissen’ en ‘Innovatie in de Care’ van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in samenwerking met twee vaktherapeutische praktijken (MKB) en GGNet (Centrum voor Geestelijke Gezondheid). De onderzoeksresultaten worden geïmplementeerd in het onderwijs en het werkveld.
Persoonlijkheidsstoornissen zijn ernstige veelvoorkomende psychiatrische stoornissen met vergaande beperkingen in psychisch en sociaal functioneren en met negatieve gevolgen voor werk, intieme en sociale contacten. Het behandelen van patiënten met een persoonlijkheidsstoornis is een belangrijk maatschappelijk vraagstuk, dat aansluit bij behandelrichtlijnen en verschillende landelijke kennisagenda’s. Vaktherapie (beeldende, dans-, drama-, muziek en psychomotorische therapie) is een veel ingezette behandeling. Volgens professionals, patiënten en eerste onderzoeksresultaten is vaktherapie veelbelovend voor het bevorderen van het welbevinden van patiënten met een persoonlijkheidsstoornis. Het bevorderen van welbevinden (i.e. zich psychologisch, emotioneel en sociaal goed voelen) is belangrijk naast het verminderen van klachten: beide zijn belangrijk voor goede geestelijke gezondheid en patiënten met een persoonlijkheidsstoornis hebben vaak een laag welbevinden. Een vaktherapeutische behandelmodule gericht op het bevorderen van het welbevinden van patiënten met een persoonlijkheidsstoornis is echter nog niet ontwikkeld en onderzocht op effectiviteit. Voorgesteld onderzoek richt zich op de ontwikkeling en evaluatie van een vaktherapeutische behandelmodule met vaktherapeutische interventies ter bevordering van het welbevinden van patiënten met een persoonlijkheidsstoornis. Op geleide van een uitgebreide vraagarticulatie onder vaktherapeuten, samenwerkende zorgverleners en patiënten, wordt de vaktherapeutische behandelmodule gebaseerd op Schematherapie, een bewezen effectieve en veel ingezette gesprekstherapie. De behandelmodule wordt ontwikkeld en geëvalueerd door een consortium van kennisinstellingen, expertisecentra voor de diagnostiek en behandeling van persoonlijkheidsstoornissen en de brancheorganisatie van vaktherapeuten en patiëntenorganisaties. Dit gebeurt in vier werkpakketten: Ontwikkeling vaktherapeutische module (Werkpakket 1), Randvoorwaarden implementatie vaktherapeutische module (Werkpakket 2), Haalbaarheid vaktherapeutische module (Werkpakket 3) en Pilot evaluatie vaktherapeutische module (Werkpakket 4), die gebaseerd zijn op de stapsgewijze Intervention Mapping Methode. De effectiviteit wordt onderzocht in een haalbare pilot evaluatie (het multiple baseline single case experimental design). Data worden zowel kwantitatief als kwalitatief geanalyseerd. De vaktherapeutische module wordt duurzaam ingebed in praktijk en onderwijs. Kernwoorden: Vaktherapie, Schematherapie, Persoonlijkheidsstoornissen cluster B/C, Positieve Psychologie, Welbevinden, Psychiatrie