Service of SURF
© 2025 SURF
There is a growing number of eHealth interventionsaiming at enhancing lifestyle to address obesity. However, theexisting interventions do not take the emotional aspects ofobesity into account. Forty percent of the overweight populationis an emotional eater. Emotional eaters gain weight because ofpoor emotion regulation, not just due to bad eating habits. Weaim at developing a personalised virtual coach ‘Denk je zèlf!’providing support for self-regulation of emotions for obeseemotional eaters. This paper presents a research study protocolon validating persuasive coaching strategies in emotionregulation, based on Dialectical Behaviour Therapy, ultimatelytargeting behaviour change. Our goal is to design a personalisedeCoaching framework, allowing us to optimally translatesuccessful behaviour change mechanisms and techniques, suchas dialectical strategies, into personalised persuasive coachingstrategies.
LINK
Purpose: Breast cancer follow-up (surveillance and aftercare) varies from one-size-fits-all to more personalised approaches. A systematic review was performed to get insight in existing evidence on (cost-)efectiveness of personalised follow-up. Methods: PubMed, Scopus and Cochrane were searched between 01–01-2010 and 10–10-2022 (review registered in PROSPERO:CRD42022375770). The inclusion population comprised nonmetastatic breast cancer patients≥18 years, after completing curative treatment. All intervention-control studies studying personalised surveillance and/or aftercare designed for use during the entire follow-up period were included. All review processes including risk of bias assessment were performed by two reviewers. Characteristics of included studies were described. Results: Overall, 3708 publications were identifed, 64 full-text publications were read and 16 were included for data extraction. One study evaluated personalised surveillance. Various personalised aftercare interventions and outcomes were studied. Most common elements included in personalised aftercare plans were treatment summaries (75%), follow-up guidelines (56%), lists of available supportive care resources (38%) and PROs (25%). Control conditions mostly comprised usual care. Four out of seven (57%) studies reported improvements in quality of life following personalisation. Six studies (38%) found no personalisation efect, for multiple outcomes assessed (e.g. distress, satisfaction). One (6.3%) study was judged as low, four (25%) as high risk of bias and 11 (68.8%) as with concerns. Conclusion: The included studies varied in interventions, measurement instruments and outcomes, making it impossible to draw conclusions on the efectiveness of personalised follow-up. There is a need for a definition of both personalised surveillance and aftercare, whereafter outcomes can be measured according to uniform standards.
Given the growing number of older people, society as a whole should ideally provide a higher quality of life (QoL) for its ageing citizens through the concept of personalised ageing. Information and communication technologies (ICT) are subject to constant and rapid development, and can contribute to the goal of an improved QoL for older adults. In order to utilise future ICT solutions as a part of an age-friendly smart environment that helps achieve personalised ageing with an increased QoL, one must first determine whether the existing ICT solutions are satisfying the needs of older people. In order to accomplish that, this study contributes in three ways. First, it proposes a framework for the QoL of older adults, in order to provide a systematic review of the state-of-the-art literature and patents in this field. The second contribution is the finding that selected ICT solutions covered by articles and patents are intended for older adults and are validated by them. The third contribution of the study are the six recommendations that are derived from the review of the literature and the patents which would help move the agenda concerning the QoL of older people and personalised ageing with the use of ICT solutions forward. Original article at MDPI; DOI: http://dx.doi.org/10.3390/ijerph17082940 (This article belongs to the Special Issue Feature Papers "Age-Friendly Cities & Communities: State of the Art and Future Perspectives")
MULTIFILE
Hart- en Vaatziekten zijn doodsoorzaak nummer 1, wereldwijd. Het is een aanzienlijk probleem. In de grote stad, in Nederland, en ook daarbuiten. Aan dit probleem is wel wat te doen, het is belangrijk om gezonde leefgewoonten te hebben, daar zit heel veel gezondheidswinst in. We weten hoe we gezond moeten leven: niet roken, een gezond gewicht hebben en voldoende lichaamsbeweging elke dag. Richtlijnen voor zorgprofessionals geven deze doelen aan, maar deze doelen worden, bijvoorbeeld door hartpatiënten, bij lange na niet gehaald. Richtlijnen in de zorg benadrukken ook het belang van het concept ‘personalised prevention’ en ’patient centered care’, om doelen te behalen, maar geven deze concepten tot op heden geen concrete, wetenschappelijk onderbouwde betekenis. Met het toenemende aantal beschikbare behandelingen voor leefstijlverandering, neem de complexiteit toe, niet alleen voor hulpverleners, maar ook voor patiënten. Consistentie in de behandeling van alle betrokken hulpverleners in alle fasen van de zorg en deze laten leiden door de voorkeur van de patiënt kan beter en lijkt noodzakelijk voor het volhouden van een leefstijlaanpassing. De keuze voor een behandeling laten leiden door de voorkeuren en waarden van de patiënt kan beter en is noodzakelijk voor het volhouden van leefstijlaanpassingen in het dagelijks leven. Er is schrijnend tekort aan kennis en hulpmiddelen om leefstijlverandering op patiëntniveau te realiseren, om de (hart)patiënt te bereiken. Mijn hypothese is dat de kans op het aannemen van een gezonde leefstijl groter is wanneer de voorkeur van de individuele patiënt meer leidend is in de afweging van behandelstrategieën. Voor toetsing van deze hypothese ontbreekt nog veel kennis, bijvoorbeeld over wat de behandelvoorkeuren van patiënten zijn, in hoeverre deze afwijken van de voorkeuren van de behandelende hulpverleners (medisch specialisten, huisarts, verpleegkundige, fysiotherapeut, diëtist, psycholoog) en op welke manier technologie de behandelvoorkeuren kan verhelderen.
The focal point of the research will be to find an answer to the following research question:Is it possible to optimise the selection and tuning of the machine learning algorithm on the basis of the characteristics of a dataset, and in particular human datasets?
Technologische innovatie maakt het mogelijk om passende zorg te bieden, op de juiste plek en samen met de burger. Het toepassen van technologische innovaties (zoals Virtual Reality, kunstmatige intelligentie, videobellen, robotica en wearables) voor gezondheid en zorg is echter geen vanzelfsprekendheid. Juist omdat het niet aan technologische innovaties schort, maar aan het daadwerkelijke duurzame gebruik ervan, op grote schaal en toegankelijk voor iedereen, is centrale thema van het Platform Inzet van Technologie voor Gezondheid en Zorg (PIT): “Implementatie van technologische innovaties in de dagelijkse praktijk met zorg- en welzijnsprofessionals en burgers”. Als PIT zetten we ten opzichte van voorgaande jaren zwaarder in op aansluiting bij de landelijke gremia die de onderzoeksagenda’s bepalen en dragen daaraan bij. PIT doet door middel van kennisontwikkeling en vernieuwing van de beroepspraktijk met technologische innovatie voor gezondheid en zorg. Hiermee handelen we naar het gewenste landelijke beleid op het gebied van innovatie en impact. Landelijk werken we aan betere vertegenwoordiging in groeifondsaanvragen en thematafels en aan intensievere samenwerking met o.a. de lectorenplatforms PRIO (thema Health & Wellbeing), Applied Sciences (DAS), Personalised Health en Zelfmanagement, en diverse landelijke initiatieven zoals de Coalitie Digivaardig in de Zorg en Practoraten.nl. In de regio vervullen hogescholen en lectoraten een verbindende rol en ontwikkelen nieuwe kennis in living labs, academies, publiek-private-samenwerkingen, Centres of Expertise en SPRONG-groepen. PIT draagt bij aan scholing op het gebied van implementatie van technologische innovatie aan (toekomstige) zorg-, welzijn- en techniekprofessionals. Lopende activiteiten zetten we voort met een concretiseringsslag op onderwerpen als ‘digitale inclusiviteit’, ‘implementatie van Point-of-Care-Testing’ en ‘de MDR en praktijkgericht onderzoek’. PIT fungeert daarbij als loket en spreekbuis voor praktijkgericht onderzoek waarbij de stakeholders nieuwe onderzoeksideeën of vragen kunnen inbrengen, advies krijgen en toegang krijgen tot onze regionale en landelijke netwerken. Over dit alles communiceert PIT met een breed publiek.