Krimpende en vergrijzende regio’s zijn regio’s in transitie en transformatie, waarin maatschappelijke, economische en bestuurlijke vraagstukken om nieuwe antwoorden vragen. Deze publicatie is een essay over de volgende vragen. Wat betekenen krimp en vergrijzing voor wonen, werken en recreëren? Welke voorzieningen zijn daarbij nodig en welke investeringen vraagt dat? Hoe geven we in een krimpende samenleving vorm aan sociale duurzaamheid en welke rol spelen ouderen als de grootste leeftijdsgroep hierin?
Krimpende en vergrijzende regio’s zijn regio’s in transitie en transformatie, waarin maatschappelijke, economische en bestuurlijke vraagstukken om nieuwe antwoorden vragen. Deze publicatie is een essay over de volgende vragen. Wat betekenen krimp en vergrijzing voor wonen, werken en recreëren? Welke voorzieningen zijn daarbij nodig en welke investeringen vraagt dat? Hoe geven we in een krimpende samenleving vorm aan sociale duurzaamheid en welke rol spelen ouderen als de grootste leeftijdsgroep hierin?
De arbeidsmarkt in de Eemsdelta regio staat onder druk: enerzijds telt de regio een relatief groot aantal werkzoekenden, anderzijds dreigen er personeelstekorten in de technische beroepen. Onduidelijk is waar en wanneer die tekorten zich in termen van specifieke opleidingsrichtingen, -niveaus en beroepen zullen aandienen. Regionale actoren hebben behoefte aan die gedetailleerde informatie ten behoeve van arbeidsmarkt- en opleidingsbeleid ter bestrijding en preventie van arbeidsmarktknelpunten. Het Kenniscentrum Arbeid van de Hanzehogeschool Groningen (KCA) heeft een onderzoeksmethodiek ontwikkeld waarmee op structurele wijze meer gedetailleerd inzicht in de toekomstige personeelsbehoefte verkregen kan worden. In 2012 is de methodiek tijdens een pilotproject in de praktijk beproefd. Dit rapport beschrijft de aanpak van de pilot en de daaruit voortgekomen gegevens en resultaten en geeft conclusies en overwegingen richting toekomst voor mogelijke uitrol en opschaling van dit arbeidsmarktonderzoek.
In Nederland wordt door politie en defensie met ongeveer 760 diensthonden gewerkt. Jaarlijks moet een deel van deze honden worden vervangen, door vaak vroegtijdige pensionering. De aanvoer van nieuwe honden is mede beperkt door toenemende vraag vanuit binnen- en buitenland. Bovendien is het selecteren en trainen van geschikte honden tijdrovend en biedt geen garantie op een succesvolle hond. Dat maakt onderzoek naar duurzamere inzet met minder uitval noodzakelijk. Naar aanleiding van gesprekken met de politie, defensie en de Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging (KNPV) blijkt dat er behoefte is aan meer inzicht in factoren die kunnen bijdragen aan fysiek en mentaal gezonde diensthonden die succesvol en langdurig kunnen werken. Daarnaast geven ze aan dat het werken met diensthonden steeds meer maatschappelijke kritiek ontvangt, o.a. vanwege nieuwsberichten over bijtincidenten en aversieve trainingsmethoden. Het versterken van de Social License to Operate is daarom van groot belang, omdat het kan leiden tot bredere acceptatie, positieve relaties met het publiek en belanghebbenden, en het versterken van de effectiviteit van de betrokken organisaties bij het uitvoeren van hun taken. Het doel van dit project is om samen met het werkveld te komen tot een advies waarin op basis van onderzoek en praktijkervaring richtlijnen worden gepresenteerd die welzijn en gezondheid van de diensthonden kunnen waarborgen en het maatschappelijk draagvlak versterken. In dit project gaan consortiumpartners gegevens verzamelen over de vereiste selectiecriteria voor een succesvolle carrière, de redenen voor vroegtijdige uitval en hoe de training en verzorging van diensthonden optimaler vormgegeven moeten worden. Daarnaast wordt er een vragenlijst afgenomen om inzicht te krijgen in de bekendheid met het werk van diensthonden, vragen en zorgen, en hoe de kwaliteit van leven van diensthonden ingeschat wordt. Zo wordt inzichtelijk gemaakt welke thema’s opgepakt kunnen worden om het draagvlak te behouden en te versterken.
Een goede taalontwikkeling is voorwaardelijk voor de sociaal/emotionele en cognitieve ontwikkeling van kinderen. Taalachterstanden veroorzaken lees- en leerachterstanden en vergroten kansenongelijkheid tussen kinderen. De centrale missie van Health Holland is het verkleinen van gezondheidsverschillen met 30%. Een goede taalontwikkeling bevordert gezondheid. Door personeelstekorten in de logopedie zijn er lange wachtlijsten ontstaan in de eerstelijnszorg. Kinderen met spraak/taalproblemen moeten inmiddels 6-12 maanden wachten op therapie. Steeds meer praktijken hanteren zelfs een aanmeldstop. De toegankelijkheid van de zorg staat steeds verder onder druk (IZA 2022). Vacatures blijven onvervuld, meer personeel is niet haalbaar, er is een nieuwe manier van werken nodig. In dit KIEM-project gaan we aan de slag met deze nieuwe manier van werken. We willen een netwerk oprichten van innovatieve logopedisten, ouders en kinderen, en ontwikkelaars van nieuwe behandelvormen, zoals mkb-Logoclicks, en de branchevereniging logopedie NVLF. In co-creatie gaan we een probleemanalyse uitvoeren, criteria vaststellen voor oplossingen en een Top-5 ontwikkelen van kansrijke oplossingen. Het nieuwe consortium beschikt over een grote betrokkenheid en deelname van relevante stakeholders (mkb-Logoclicks, mkb-logopediepraktijken, oudervereniging FOSS, NVLF). Concrete resultaten van deze KIEM aanvraag zullen zijn: (1) Analyse van de wachtlijstproblematiek binnen eerstelijns-logopediepraktijken voor kinderen met spraak/taalproblemen, (2) Criteria voor kansrijke oplossingen volgens ouders, logopedisten in eerste en tweede lijn, innovatie-MKB, logopedist-onderzoekers, (3) Een Top-5 van kansrijke oplossingen voor wachtlijstproblematiek volgens genoemde stakeholders. Ons consortium willen we consolideren om samen toe te werken naar een RAAK-mkb projectaanvraag om de kansrijke oplossingen verder uit te werken.