Service of SURF
© 2025 SURF
Het vormgeven van de aanpak van huiselijk geweld door de buurtteams is een complexe ontwikkelingsvraag, die tal van vragen oproept. Het doel van dit verkennende onwikkelingsgerichte onderzoek is om deze vraagstukken te systematiseren en te analyseren om zo zinvolle keuzes te kunnen maken over de thema's waarop de ontwikkeling van de aanpak van de huiselijk geweld en daarbij ondersteunend praktijkonderzoek zich moeten richten. Daartoe is in dit rapport de aanpak van huiselijk geweld door de Utrechtse buurtteams verkend via verschillende invalshoeken. Er is gekeken naar de beleidsmatige en theoretische uitgangspunten van de buurtteams, naar de inzet en moed die het werken met huiselijk geweld van professionals vraagt en naar de alledaagse praktijk van de aandachtsfunctionarissen huiselijk geweld na een melding van Veilig Thuis. Via interviews, groepsbijeenkomsten, reflectie en literatuuronderzoek zijn de bevindingen vanuit die invalshoeken met elkaar in verband gebracht met het doel om de onderliggende patronen en vragen te verhelderen. Deze kernvraagstukken rond de aanpak van huiselijk geweld zijn geanalyseerd door vijf spanningsvelden en bijbehorende dilemma’s te benoemen en te beschrijven: het normale leven versus geweld; eigen kracht versus eigen regie; keuzevrijheid versus drang en dwang; incidenten versus resultaten; generalisme versus specialisme. Op basis van de analyse van deze spanningvelden wordt aanbevolen om veiligheid niet alleen als ondergrens voor kindermishandeling te hanteren maar ook voor ander vormen van huiselijk geweld zoals partnergeweld, geweld van ouders tegen hun kinderen en ouderenmishandeling. Gepleit wordt om hierbij zo nodig drang en dwang in te kunnen zetten. Voor de doorontwikkeling van de aanpak van huiselijk geweld in de buurtteams komen verder de volgende aandachtspunten uit dit onderzoek naar voren: specialistische ondersteuning huiselijk geweld aan de generalistische werkende buurtteams met als doel huiselijk geweld duurzaam te stoppen; het verder verfijnen van het begrip "eigen kracht" en dit niet zonder meer gelijk te stellen aan eigen regie; aandacht voor professionele moed preventie en vroegtijdige signalering.
Take a break is een zes weken durende innovatieve ambulante interventie die eind 2016 door vrouwenopvang Moviera is ontwikkeld. Doel van het programma is om spanningen en ruzies in relaties en gezinnen in een vroeger stadium te herkennen. Bij de start wordt samen met het gezin een veiligheidsplan opgesteld om de directe veiligheid te realiseren. Met de partners wordt gekeken of een korte time-out noodzakelijk is om te komen tot een veilige situatie en wie van de partners tijdelijk de thuissituatie verlaat. De inzet op het vrijwillig tijdelijk vertrek van een van de partners is een innovatief aspect van deze interventie. Uitgangspunt is dat de kinderen (indien aanwezig) in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven en ervaren dat oplossingen mogelijk zijn. Het tweede deel van het traject bestaat uit de analyse van de risico- en beschermende factoren die in dit gezin aanwezig zijn. De analyse wordt afgerond met een Plan van aanpak gericht op duurzame veiligheid in het betreffende gezin en overdracht naar het lokale veld. Aan de hand van een planevaluatie is de werkwijze en theoretische onderbouwing van Take a Break onderzocht.
Aanleiding Door de constante verbetering van de kwaliteit van de zorg leven mensen langer en wordt de populatie ouderen groter. Met deze groei stijgt ook het aantal ouderen dat mogelijk mishandeld wordt. Naar schatting krijgt 1 op de 20 ouderen te maken met mishandeling. Het is een maatschappelijk probleem waar nog altijd een groot taboe op rust. In de ambulancezorg en spoedeisende hulp (SEH) meldt zich een groot aantal ouderen met verwondingen. Dit maakt verpleegkundigen in de acute zorgketen poortwachters wat betreft het signaleren van ouderenmishandeling. Verpleegkundigen geven echter aan niet te weten hoe ze ouderenmishandeling precies kunnen vaststellen. Dit terwijl een melding en adequate opvolging daarvan kan voorkomen dat kwetsbare ouderen thuis of in een instelling onnodig (lang) lijden of gezondheidsschade oplopen. Doelstelling Het RAAK-project stelt zich tot doel ambulance- en SEH-verpleegkundigen te ondersteunen bij het herkennen en vervolgens melden van ouderenmishandeling. Door middel van literatuurstudie en veldraadpleging worden beschikbare instrumenten geïnventariseerd. Er bestaat reeds expertise op het gebied van signalering en melding van kindermishandeling en ook zijn er instrumenten ontwikkeld voor het signaleren en melden van ouderenmishandeling in de langdurige zorg. De kennis zal worden gebruikt bij het ontwikkelen van een screeningsinstrument en een protocol voor verpleegkundigen in de acute zorgketen (ambulancezorg en SEH). In een pilot in de ambulancezorg en op de SEH-afdeling zullen het screeningsinstrument en protocol worden toegepast en getest op bruikbaarheid. Beoogde resultaten Het project levert een concreet hulpmiddel op waarmee verpleegkundigen in de acute zorg ouderenmishandeling kunnen signaleren en melden. De resultaten van de pilots worden geborgd in de acute keten via scholing voor verpleegkundigen. In de scholing is ook aandacht voor bewustwording van de problematiek van ouderenmishandeling, communicatievaardigheden en de attitude van verpleegkundigen. Verspreiding, invoering en toepassing van de ontwikkelde screeningsinstrumenten en protocollen vindt plaats via de projectpartners, beroepsverenigingen en onderwijsinstellingen.
Samenvatting RAAK project: Door verbetering van de kwaliteit van zorg leven mensen langer en wordt de populatie ouderen groter. Naar schatting krijgt 1 op de 20 ouderen te maken met mishandeling. Het is een maatschappelijk probleem waar nog altijd een groot taboe op rust. In de ambulancezorg en op de spoedeisende hulp (SEH) meldt zich een groot aantal ouderen. Dit maakt verpleegkundigen in de acute zorg tot poortwachters wat betreft het signaleren van ouderenmishandeling. Verpleegkundigen gaven echter aan niet te weten hoe ze ouderenmishandeling kunnen herkennen. Dit terwijl een melding en adequate opvolging daarvan kan voorkomen dat kwetsbare ouderen thuis of in een instelling onnodig (lang) lijden of gezondheidsschade oplopen. Het RAAK-project stelde zich tot doel ambulance- en SEH-verpleegkundigen te ondersteunen bij hun handelingsverlegenheid in het herkennen en melden van ouderenmishandeling met een drietal producten: signaleringsinstrument, protocol en e-learning. Door middel van literatuurstudie en veldraadpleging inventariseerden we beschikbare signaleringsinstrumenten en protocollen. Experts uit het werkveld waren intensief betrokken. De expertgroep had een multidisciplinaire samenstelling, waaronder: gespecialiseerde verpleegkundigen (ambulance, SEH en geriatrie), sociaal werkers, forensisch experts, ambulance- en SEH-artsen en medewerkers Veilig Thuis. Gezamenlijk ontwikkelden we een signaleringsinstrument, protocol en e-learning toegesneden op het herkennen van ouderenmishandeling in de specifieke context van de acute zorgketen. In een pilot in de ambulancezorg en op de SEH-afdeling testten we het screeningsinstrument, protocol en de e-learning op bruikbaarheid. Het project resulteerde in de beoogde drie producten, waarmee verpleegkundigen in de acute zorg hun handelingsbekwaamheid en bewustwording over ouderenmishandeling vergrootten en leerden signaleren en melden. Op basis van de evaluaties verrichtten we enkele aanpassingen aan de producten. Daarnaast schreven we een implementatieplan, eveneens gebaseerd op ervaringen in de pilot. De verspreiding, invoering en toepassing van de opbrengsten uit het project vindt plaats via de consortiumpartners, beroepsverenigingen en de Hbo-opleidingen verpleegkunde (HBOV), sociaal werk (HBOSW) en medisch hulpverlener (BMH). Doel Top-up aanvraag: Het doel van het Top-up project is om voor 1 maart 2019 een kort onderwijsprogramma te ontwikkelen conform de visie van flipped classroom met drie didactische werkvormen inclusief gevarieerde casuïstiek om vroegtijdige signalering van ouderenmishandeling in de acute zorgketen te bevorderen en de eerder ontwikkelde kennis uit het RAAK project op toegankelijke wijze te verspreiden. De oefensituaties voor het onderwijs en professionals uit de praktijk worden ontwikkeld in nauwe samenwerking met studenten, docenten, onderzoekers en professionals, zodat het onderwijsprogramma nauw aansluit bij hun behoeften. Daarnaast beogen we met de gekozen didactische werkvormen in het onderwijsprogramma de student en professional te prikkelen om de kennis uit het RAAK project op uitdagende en praktische wijze tot zich te nemen. Door laagdrempelige, op de praktijk toegesneden producten te maken gebaseerd op kennis uit het praktijkgericht onderzoek verwachten we deze nieuwe kennis beter te verspreiden en te borgen in het onderwijs en praktijk. Daarmee zullen verpleegkundigen en sociaal werkers hoog risico situaties en vermoedens van ouderenmishandeling eerder herkennen en melden, zodat beter passende hulp voor de oudere en naaste gezocht kan worden.