Service of SURF
© 2025 SURF
Tijdens het driejarig verhalenproject voor de midden- en bovenbouw van twee basisscholen was de centrale vraag: hoe verloopt de narratieve ontwikkeling van leerlingen in groep 5 t/m 7? Binnen het verhalenproject zijn de schriftelijke verhalen beduidend langer dan de vertellingen. Toch blijkt uit de inhoud dat het weergeven van een gebeurtenis, van personen, tijd en ruimte al zoveel van de schrijfkwaliteiten van de leerling vergt, dat het jezelf inleven in de lezer waardoor er meer aandacht is voor verrassende wendingen, verlevendiging van het verhaal, verdieping van karakters en het gebruik van verschillende tijds- en plaatsaanduidingen, voor velen een stap te ver is. Dit geldt ook voor het gebruik van specifieke taal binnen de context van het verhaal of de vertelling. Het modelgedrag van de leraren is in de lesbeschrijvingen steeds benadrukt, maar in de praktijk te weinig gemonitord. Ook het gericht geven van feedback op de verschillende genrekenmerken is te weinig structureel en op een verdiepende wijze onder de aandacht van de leerlingen gebracht. Want juist modeling en het geven van goede feedback door leraren en leerlingen kunnen de sleutels zijn voor het verbeteren van de schijfvaardigheid. Daarnaast kan er op het gebied van het reviseren van teksten (herschrijven) ook nog winst behaald worden.
Een instrument leren bespelen op latere leeftijd is geen sinecure, maar talloze voorbeelden bewijzen dat het mogelijk is. In het onderzoek 'Ouderen en Muziek - instrumentale lessen met oudere leerlingen' werden kenmerken van oudere leerlingen en lessen met ouderen onder de loep genomen. Dit artikel geeft uitkomsten van het onderzoek die betrekking hebben op blokfluitlessen met ouderen.
Of iemand op latere leeftijd nou een cursus fotografie volgt, puzzelt of een instrument leert bespelen; actief leren, heeft positieve effecten op denkvermogen en stemming. Maar wat zijn nou precies de effecten van verschillende soorten cursussen? Het UMCG en de RUG zijn in 2018 gestart met LangCog, een onderzoek naar het effect van leren op de mentale gezondheid van 65+ers. Het lectoraat Lifelong Learning in Music van de Hanzehogeschool draagt bij aan dit onderzoek, omdat het expertise in huis heeft op het gebied van muziekles aan oudere leerlingen. Onderzoekers Krista de Wit en Karolien Dons werken mee met het ontwikkelen van een lesprogramma voor groepslessen gitaar voor ouderen in aanvulling op een bestaand online lessenpakket. Onderzocht wordt wat een online leeromgeving in combinatie met groepslessen kan betekenen voor ouderen die gitaar leren spelen en wat dit vraagt van een docent. De groepslessen worden gegeven door twee gitaarstudenten van het Prins Claus Conservatorium.
Eerder onderzoek toont aan dat leerlingen en leerkrachten primair onderwijs in staat zijn om te komen tot functioneel programmeren met ICT-roboticaomgevingen. Programmeren wordt binnen het primair onderwijs veelvuldig als “stand-alone” activiteit gehanteerd en als een vak erbij gezien. Om een meer veelzijdige en opbrengstgerichte toepassing van programmeren in onderwijs met navenante opbrengst op een versterkende wijze te realiseren kan het vakintegratief inbedden van programmeren in het schoolcurriculum, met een gerichte verbondenheid aan schoolvakken, een betekenisvolle impuls geven. Het via vakintegratie ontwikkelen van computational thinking en de vereiste competenties voor begeleiden en uitvoeren van programmeren kan leerlingen en leerkrachten beter voorbereiden op de benodigde 21ste eeuwse vaardigheden in relatie tot een curriculum voor de toekomst. Het doel van het onderzoek is drieledig: 1 Nagaan in hoeverre vakintegratief programmeren van robots als doorgaande lijn in het curriculum van de basisschool gerealiseerd kan worden; 2) Bepalen in welke mate vakintegratief programmeren een bijdrage levert aan de ontwikkeling van computational thinking; 3) In beeld brengen welke factoren (leerkracht-handelen, door MKB-partner beschikbaar gesteld programmeermateriaal) van invloed zijn op de resultaten De beoogde resultaten op basis van dit vernieuwend karakter moeten in beeld brengen dat: -Leerkrachten in staat zijn om uitdagend integratief programmeeronderwijs te ontwerpen, implementeren en te begeleiden. -Leerkrachten een doorgaande lijn van programmeren kunnen ontwikkelen en implementeren. -Leerlingen onderbouw, middenbouw, bovenbouw in staat zijn om: *te programmeren met fysiek LEGO We-do-robotica programmeermateriaal; *een groei op computational thinking skills laten zien binnen 21ste eeuwse vaardigheden; -Aanbevelingen naar de MKB-partner afgegeven kunnen worden betreffende bruikbaarheid, toepasbaarheid en implementatiemogelijkheid van het programmeermateriaal. Aanvullend is het interessant om te onderzoeken is of verschillen in opbrengst van computational thinking skills ontstaan wanneer leerlingen leren programmeren in programmeeromgevingen met een visuele, on-screen output of fysiek tastbare output via aan te sturen robots.