In the Netherlands, many activities have been carried out to stimulate adoption of open online education in higher education. Still, large-scale adoption by (in Rogers’ terminology) the early and late majority is not taking place. In order to achieve large-scale adoption of OER, it is crucial to know what factors will stimulate such adoption. From previous inquiries it may be concluded that inclusion of openness at the institutional policy level is a necessary but insufficient precondition. Educators are considered to be the decisive change agents in large-scale adoption. A survey conducted in Fall 2015 provided some insight into the state of affairs of adoption by educators, but the data were insufficient to draw conclusions about why there is a lack of adoption. Therefore, in Fall 2016, a qualitative research has been carried out. Educators in 5 Dutch HE-institutions have been interviewed about their actual involvement with OER and other forms of open education: what do they do, how they do it, why they do what they do, what they want to achieve, what difficulties they encounter, what support they receive? As the institutional setting or environment of the educator is expected to play an important role in the adoption process of individual educators, other stakeholders within the HE institutions have been interviewed too. The approach taken in this research is that of a mixed-method approach, combining the results of the Fall 2015 survey and the qualitative research of Fall 2016 with outcomes of several other recent surveys in the Netherlands and elsewhere. Finally, a set of actions and activities both on the level of an institution and on a national level is being proposed, that could lead to large-scale adoption of open online education by Dutch HE educators.
LINK
In the Netherlands, many activities have been carried out to stimulate adoption of open online education in higher education. Still, large-scale adoption by (in Rogers’ terminology) the early and late majority is not taking place. In order to achieve large-scale adoption of OER, it is crucial to know what factors will stimulate such adoption. From previous inquiries it may be concluded that inclusion of openness at the institutional policy level is a necessary but insufficient precondition. Educators are considered to be the decisive change agents in large-scale adoption. A survey conducted in Fall 2015 provided some insight into the state of affairs of adoption by educators, but the data were insufficient to draw conclusions about why there is a lack of adoption. Therefore, in Fall 2016, a qualitative research has been carried out. Educators in 5 Dutch HE-institutions have been interviewed about their actual involvement with OER and other forms of open education: what do they do, how they do it, why they do what they do, what they want to achieve, what difficulties they encounter, what support they receive? As the institutional setting or environment of the educator is expected to play an important role in the adoption process of individual educators, other stakeholders within the HE institutions have been interviewed too. The approach taken in this research is that of a mixed-method approach, combining the results of the Fall 2015 survey and the qualitative research of Fall 2016 with outcomes of several other recent surveys in the Netherlands and elsewhere. Finally, a set of actions and activities both on the level of an institution and on a national level is being proposed, that could lead to large-scale adoption of open online education by Dutch HE educators.
LINK
In de maanden juli-december 2016 is door het lectoraat OER van Fontys Hogeschool ICT een onderzoek uitgevoerd om de volgende vraag te kunnen beantwoorden: Wat leidt tot c.q. is nodig voor een brede adoptie van delen van open leermaterialen en online cursussen en hergebruiken van open leermaterialen en cursussen door docenten in het bekostigde hoger onderwijs in Nederland? Bij 4 universiteiten en 6 hogescholen zijn totaal 55 semi-gestructureerde interviews afgenomen met docenten, bestuurders en ondersteuners. Onderwerpen die tijdens de interviews aan bod kwamen betroffen ambities met onderwijs, beleid, opvattingen over openheid in het onderwijs, motieven voor delen en hergebruiken, ervaringen met delen en hergebruiken, hindernissen die werden ondervonden, noodzakelijke randvoorwaarden en invloeden die geïnterviewden vanuit hun omgeving ervaren. Analyse van de interviews gaf de volgende resultaten: 1. Praktijken van delen en hergebruiken zijn erg divers qua openheid. Lang niet altijd zijn gedeelde leermaterialen toegankelijk voor iedereen, vaak ontbreekt een open licentie en processen als copyright clearing vinden niet altijd plaats; 2. Delen en hergebruiken van leermaterialen (al dan niet volledig open) gebeurt veel. Hierbij wordt vooral het bereiken van een hogere kwaliteit campusonderwijs nagestreefd; 3. Feedback op gedeelde materialen is cruciaal voor de motivatie van docenten om structureel materialen te delen; 4. Structureel delen en hergebruik binnen een instelling heeft meer kans van slagen wanneer het gekoppeld wordt aan andere beleidsthema’s zoals internationalisatie of aan onderwijsinnovaties zoals invoeren van blended leren; 5. Bij een aantal instellingen is sprake van zich ontwikkelend beleid op het gebied van open delen en hergebruiken van leermaterialen; 6. Docenten zijn onvoldoende bekend met aanwezigheid danwel inhoud van beleid; 7. De autonomie van de docent in het bepalen om met delen en hergebruiken aan de slag te gaan wordt als cruciaal gezien en als zodanig herkend en erkend, zowel door bestuur als door docenten zelf; 8. Delen en hergebruiken moeten uiteindelijk ten goede komen aan de student of een positief effect hebben op de efficiency van het onderwijs. Of en hoe dat daadwerkelijk gerealiseerd moet worden, is vaak nog niet duidelijk; 9. Docenten geven aan dat stimulering in termen van geld, tijd en ondersteuning essentieel is voor hen om tot structureel gedrag van delen en hergebruiken te komen. Tevens moeten voor hen de antwoorden op de what’s in it for me vraag duidelijk zijn; 10. Publiceren van MOOC’s wordt ervaren als een versneller voor de adoptie van open delen van materialen en cursussen binnen een instelling; 11. Acceptatie van open delen en hergebruiken op instellingsniveau, zich uitend in beleid dat vertaald is naar concrete activiteiten en richtlijnen, beïnvloedt brede adoptie ervan door docenten positief. Op basis van deze resultaten zijn de volgende aanbevelingen geformuleerd om brede adoptie van open delen en hergebruiken te realiseren binnen een instelling: 1. Maak de meerwaarde van open delen en hergebruiken duidelijk aan docenten; 2. Zorg bij deze verandering van de beeldvorming rondom open delen en hergebruiken bij docenten voor ondersteuning vanuit de instelling: op ICT-gebied, juridische en onderwijskundige aspecten, facilitering in tijd, aanwezigheid van een veilige experimenteerruimte en een ondersteunende infrastructuur; 3. Formuleer op faculteits-, instituuts- en instellingsniveau beleid op het gebied van open delen en hergebruiken dat de activiteiten die onder aanbeveling 1 en 2 genoemd worden mogelijk maakt; 4. Koppel beleid inzake open delen en hergebruiken aan andere thema’s van onderwijsvernieuwing of aan thema’s als internationalisering.
LINK