Service of SURF
© 2025 SURF
© 2025 SURF
Dit Trendrapport Open Educational Resources 2013 beschrijft de trends op het gebied van open educational resources (OER) en open onderwijs in binnen- en buitenland, geschreven vanuit de context van het Nederlandse hoger onderwijs. Dat gebeurt aan de hand van vijftien artikelen van Nederlandse experts op het gebied van open en online onderwijs. Ook bevat het vijftien korte intermezzo’s met spraakmakende voorbeelden.
Dit rapport beschrijft de trends in binnen- en buitenland op het gebied van Open Educational Resources. Dat gebeurt aan de hand van twaalf artikelen van Nederlandse experts op het gebied van open leermaterialen in het hoger onderwijs. Ook bevat het rapport twaalf intermezzo’s met spraakmakende voorbeelden.
This report is the result of a study commissioned by UNESCO-UNEVOC to fill the gap both on mapping the landscape of the use of Open Educational Resources (OER) and open practices in the field of Technical and Vocational Education and Training (TVET) and to provide Member States and UNESCO, in particular UNESCO-UNEVOC, with recommendations to support the creation and the use of OER in TVET.
LINK
In de afgelopen jaren is de belangstelling voor gebruik van open leermaterialen en open online cursussen sterk gegroeid. Met name de Massive Open Online Courses (MOOC’s) hebben deze belangstelling aangewakkerd. Medio 2015 heeft minister Bussemaker in haar strategische agenda “HO2025, de waarde(n) van weten” als ambities uitgesproken dat in 2025 alle docenten in het hoger onderwijs hun leermaterialen delen en dat instellingen elkaars MOOC’s gaan erkennen. Om deze ambities realiteit te maken zal nog veel werk verricht moeten worden, zowel door instellingen als door de overheid en instellingsoverstijgende organisaties als SURF. Om beter te kunnen bepalen welke activiteiten daarvoor moeten worden gestart is een beeld van de huidige stand van zaken rondom publiceren en gebruik van zowel Open Educational Resources (OER) als MOOC’s nuttig. Deze survey is bedoeld om inzicht krijgen in de stand van zaken rond gebruik en hergebruik van Open Educational Resources en MOOC´s bij bekostigde hogeronderwijsinstellingen in Nederland.
After 15 years of digital openness in education with as its most visible elements OER and MOOCs, the open community is challenged to widen adoption of openness in teaching practices to (as Rogers puts it) the early and late majority of teachers. For them to adopt, the gain should be clear and directly visible to have them adopt openness. Arguments like it saves students money, it is efficient because you will not reinvent the wheel or publishing quality OER and MOOCs adds to the reputation of our institution are, how true they might be, not appealing to teachers who are in most cases crowded with their day-to-day teaching tasks. One approach to overcome this hurdle is to connect to the core of a teacher’s job: pedagogy. We assume each teacher has a vision on when his/her course can be called a success and what this means for activities s/he and the students have to perform. Many teachers experience challenges in realizing their optimal lectures. For some of these challenges forms of open online education can be of use, especially in enhancing pedagogical opportunities. The latter is called Open pedagogy. To create awareness of the world of open and the opportunities it may have, we have developed a workshop for teachers and teacher support. This workshop has been delivered several times in Fall 2016. In the presentation we elaborate on the content of this workshop, the experiences we had, the feedback of the participants and the impact it had after taking the workshop. The materials used in this workshop and a script is published under a CC BY license and is available in both Dutch and English. This creates the opportunity to conduct the workshop locally for everyone interested, stimulating/increasing chances for widespread adoption of open education in (formal) education.
LINK
In the fall of 2015 the Research Group Open Educational Resources of Fontys University of Applied Sciences - School of ICT has conducted a survey into the production and/or reuse of OER and MOOCs by Dutch publicly financed Higher Education (HE) institutions: 15 research universities, 38 university of applied sciences and 8 university medical centres. The goal of the survey was to provide an overview of the current situation regarding the creation, sharing and reuse of OER and MOOCs. Until then information was anecdotal, mainly about individual projects and programs. In this paper data are presented on the following three main issues: production and publication of open educational resources (OER) and Massive Open Online Courses (MOOCs), re-use of OER and/or MOOCs (motives, forms and target audiences) and the presence or absence of an institutional vision and policy. Some of the outcomes of the survey are compared with the results of two other surveys: the survey of the OER Research Hub and a survey on policy for OER in the Netherlands in 2012. The results of the current survey indicate that on many places in universities (including university medical centres) and universities of applied sciences OER and/or MOOCs are being published and reused, but also that many institutions still lack a coherent vision or policy on this subject. The data of the survey, however, do no yet provide an overview on which conclusions may be drawn for individual institutions. Further research must enhance the current picture.
Rede uitgesproken bij aanvaarding van lectoraat Open educational resources.
MULTIFILE
In de maanden juli-december 2016 is door het lectoraat OER van Fontys Hogeschool ICT een onderzoek uitgevoerd om de volgende vraag te kunnen beantwoorden: Wat leidt tot c.q. is nodig voor een brede adoptie van delen van open leermaterialen en online cursussen en hergebruiken van open leermaterialen en cursussen door docenten in het bekostigde hoger onderwijs in Nederland? Bij 4 universiteiten en 6 hogescholen zijn totaal 55 semi-gestructureerde interviews afgenomen met docenten, bestuurders en ondersteuners. Onderwerpen die tijdens de interviews aan bod kwamen betroffen ambities met onderwijs, beleid, opvattingen over openheid in het onderwijs, motieven voor delen en hergebruiken, ervaringen met delen en hergebruiken, hindernissen die werden ondervonden, noodzakelijke randvoorwaarden en invloeden die geïnterviewden vanuit hun omgeving ervaren. Analyse van de interviews gaf de volgende resultaten: 1. Praktijken van delen en hergebruiken zijn erg divers qua openheid. Lang niet altijd zijn gedeelde leermaterialen toegankelijk voor iedereen, vaak ontbreekt een open licentie en processen als copyright clearing vinden niet altijd plaats; 2. Delen en hergebruiken van leermaterialen (al dan niet volledig open) gebeurt veel. Hierbij wordt vooral het bereiken van een hogere kwaliteit campusonderwijs nagestreefd; 3. Feedback op gedeelde materialen is cruciaal voor de motivatie van docenten om structureel materialen te delen; 4. Structureel delen en hergebruik binnen een instelling heeft meer kans van slagen wanneer het gekoppeld wordt aan andere beleidsthema’s zoals internationalisatie of aan onderwijsinnovaties zoals invoeren van blended leren; 5. Bij een aantal instellingen is sprake van zich ontwikkelend beleid op het gebied van open delen en hergebruiken van leermaterialen; 6. Docenten zijn onvoldoende bekend met aanwezigheid danwel inhoud van beleid; 7. De autonomie van de docent in het bepalen om met delen en hergebruiken aan de slag te gaan wordt als cruciaal gezien en als zodanig herkend en erkend, zowel door bestuur als door docenten zelf; 8. Delen en hergebruiken moeten uiteindelijk ten goede komen aan de student of een positief effect hebben op de efficiency van het onderwijs. Of en hoe dat daadwerkelijk gerealiseerd moet worden, is vaak nog niet duidelijk; 9. Docenten geven aan dat stimulering in termen van geld, tijd en ondersteuning essentieel is voor hen om tot structureel gedrag van delen en hergebruiken te komen. Tevens moeten voor hen de antwoorden op de what’s in it for me vraag duidelijk zijn; 10. Publiceren van MOOC’s wordt ervaren als een versneller voor de adoptie van open delen van materialen en cursussen binnen een instelling; 11. Acceptatie van open delen en hergebruiken op instellingsniveau, zich uitend in beleid dat vertaald is naar concrete activiteiten en richtlijnen, beïnvloedt brede adoptie ervan door docenten positief. Op basis van deze resultaten zijn de volgende aanbevelingen geformuleerd om brede adoptie van open delen en hergebruiken te realiseren binnen een instelling: 1. Maak de meerwaarde van open delen en hergebruiken duidelijk aan docenten; 2. Zorg bij deze verandering van de beeldvorming rondom open delen en hergebruiken bij docenten voor ondersteuning vanuit de instelling: op ICT-gebied, juridische en onderwijskundige aspecten, facilitering in tijd, aanwezigheid van een veilige experimenteerruimte en een ondersteunende infrastructuur; 3. Formuleer op faculteits-, instituuts- en instellingsniveau beleid op het gebied van open delen en hergebruiken dat de activiteiten die onder aanbeveling 1 en 2 genoemd worden mogelijk maakt; 4. Koppel beleid inzake open delen en hergebruiken aan andere thema’s van onderwijsvernieuwing of aan thema’s als internationalisering.
LINK
In the Netherlands, many activities have been carried out to stimulate adoption of open online education in higher education. Still, large-scale adoption by (in Rogers’ terminology) the early and late majority is not taking place. In order to achieve large-scale adoption of OER, it is crucial to know what factors will stimulate such adoption. From previous inquiries it may be concluded that inclusion of openness at the institutional policy level is a necessary but insufficient precondition. Educators are considered to be the decisive change agents in large-scale adoption. A survey conducted in Fall 2015 provided some insight into the state of affairs of adoption by educators, but the data were insufficient to draw conclusions about why there is a lack of adoption. Therefore, in Fall 2016, a qualitative research has been carried out. Educators in 5 Dutch HE-institutions have been interviewed about their actual involvement with OER and other forms of open education: what do they do, how they do it, why they do what they do, what they want to achieve, what difficulties they encounter, what support they receive? As the institutional setting or environment of the educator is expected to play an important role in the adoption process of individual educators, other stakeholders within the HE institutions have been interviewed too. The approach taken in this research is that of a mixed-method approach, combining the results of the Fall 2015 survey and the qualitative research of Fall 2016 with outcomes of several other recent surveys in the Netherlands and elsewhere. Finally, a set of actions and activities both on the level of an institution and on a national level is being proposed, that could lead to large-scale adoption of open online education by Dutch HE educators.
LINK