Service of SURF
© 2025 SURF
In het najaar van 2014 is de motie Ruim baan voor Oost Groningen aangenomen, waarna de ‘Commissie van Zijl’ voor Oost Groningen is ingesteld. Om het hoofd te bieden aan de buitengewoon complexe maatschappelijke opgaven in de regio Oost-Groningen, voerde de commissie een tweeledige opdracht uit: het realiseren van een bestuursakkoord (het Akkoord van Westerlee van februari 2015) en het verkennen van mogelijkheden tot vergroting van de werkgelegenheid in de regio. Voor dit tweede punt zijn vijf werkgroepen met vertegenwoordigers van onderwijsinstellingen, zorgorganisaties, ondernemers, FNV, gemeenten en provincie gevormd die projectvoorstellen hebben voorbereid. Een daarvan gaat over de verwaarding van de landbouwproductie door het opzetten van regionale ketens tussen producenten, verwerkers en afnemers. Door de primaire producten binnen de regio te verwaarden creëer je nieuwe werkgelegenheid. Bovendien ontstaat een breed palet aan regionale producten en specialisaties, wordt de agri-foodsector economisch krachtiger en minder milieubelastend – allemaal resultaten waar je de regio positief op de kaart kunt zetten. In december 2015 heeft de commissie haar bevindingen, aanbevelingen en een werkagenda voor de voorgestelde projecten vastgelegd in het eindrapport Kop d'r Veur. GS hebben laten weten dat ze de door de commissie ingezette beweging willen voortzetten. Daarom wordt en is gewerkt aan een voorstel om de projecten verder uit te voeren en een regisseur aan te stellen. Dit is het kader waarin het aanbod voor de voorbereiding van de regionale voedselketen tot stand is gekomen. Verantwoordelijk voor dit bid is de werkgroep landbouw, mede met inbreng vanuit het lectoraat Duurzaam Coöperatief Ondernemen van Hanzehogeschool en Terra MBO.
Oost-Groningen is een gebied met traditioneel veel leerlingen met taalachterstanden. Recent reviewonderzoek heeft dat nog eens bevestigd. Inmiddels is veel bekend over de achtergronden van taalachterstanden. Desondanks stagneert de achterstandsbestrijding in deze regio. In deze bijdrage wordt getracht na te gaan op welke manier achtergrondkenmerken van ouders uit Oost-Groningen, hun verwachtingen van hun kinderen, hun opvattingen ten aanzien van onderwijs en aspecten van informele educatie een verklaring vormen voor de taalontwikkeling van 4-jarige kinderen in groep 1. Uit toetsing van het gepresenteerde theoretische model met LISREL blijkt dat opvattingen en verwachtingen van ouders in Oost-Groningen substantieel mediëren tussen achtergrondkenmerken van ouders en detaalontwikkeling, ook als gecontroleerd wordt intelligentie en verbaal geheugen van de kinderen. Ook mediëren opvattingen en verwachtingen tussen de achtergrondkenmerken en aspecten van informele educatie. Informele educatie medieert echter niet tussen de achtergrondkenmerken en taalontwikkeling. Het belang van informatieve geletterdheid van ouders en van opvattingen en verwachtingen wordt besproken. Het feit dat opvattingen en verwachtingen als leefstijlkenmerk doorwerken in de proximale processen, maar tevens verankerd zijn in de culturele leefstijl van ouders weerspiegelt de complexiteit van het vraagstuk.
LINK
De meest recente ontwikkeling op het gebied van onderwijshuisvesting is het advies van de Onderwijsraad om de sluitingsnorm te verhogen van 23 naar 100 leerlingen. Het is begrijpelijk dat dit protesten oproept. Deze wijziging heeft landelijke impact maar raakt ook zeker Oost Groningen. Er is echter meer aan de hand. Eerder hebben de PO Raad en de Rijksbouwmeester al geconstateerd dat de bekostigingssystematiek voor de huisvesting van primair onderwijs niet meer voldoet aan de eisen van deze tijd. Vanuit die gedachte wordt een promotieonderzoek gedaan naar de mogelijkheden om te komen tot een nieuwe bekostigingssystematiek voor de huisvesting van primair onderwijs. Deze bijdrage is gebaseerd op één van de deelonderzoeken van het promotieonderzoek.
IHOG heeft tot ultieme doelstelling om de regio Oost-Groningen te laten floreren, waarbij een termijn van tien jaar wordt gehanteerd. Dit betekent dat er dan voldoende werkgelegenheid is, er een goede brede welvaart wordt ervaren en het bruist van nieuwe innovaties. Deze afbakening is gelegen in de letterlijke wortels die het IHOG heeft met de regio. IHOG zal zich namelijk richten op de ontwikkeling van hoogwaardiger ketens en het opzetten van een ecosysteem gebaseerd op drie Oost-Groningse grondstoffen te weten:1. Magnesiumzouten;2. Aardappelen;3. Hennep.Vanuit deze grondstoffen wil het IHOG nieuwe toepassingen van de grondstoffen stimuleren en/of de keten van de grondstoffen efficiënter inrichten, bij voorkeur hoog in de (biobased) waardeketen. Ook stimuleert IHOG cross-overs van de grondstoffen, waarbij gedacht kan worden aan bijvoorbeeld de ontwikkeling van brandwerend isolatiemateriaal waarbij zowel hennep als magnesium wordt toegepast.