Service of SURF
© 2025 SURF
Inwoners van Schiedam voelen zich relatief vaak onveilig in de eigen woonbuurt. De lokale Veiligheidsindex 2019 liet zien dat dit gevoel van onveiligheid van 2017 op 2019 nog weer verder was toegenomen. Het gemeentebestuur van Schiedam vroeg het lectoraat Publiek Vertrouwen in Veiligheid te onderzoeken wat dit gevoel van onveiligheid veroorzaakt en waar aanknopingspunten liggen voor verbetering. In het onderzoeksrapport wordt geconcludeerd dat het zinvol én mogelijk is werk te maken van de verbetering van de veiligheidsbeleving in Schiedam. Het laat echter ook zien dat quick fixes niet voorhanden zijn: verbetering is slechts haalbaar met een intensieve, fundamentele aanpak, gericht op het brede palet aan factoren dat van invloed is gebleken. Zo’n aanpak vereist een lange adem. Een zichtbare, doortastende aanpak van de belangrijkste ‘signal places’ is echter wél op kortere termijn te realiseren. Dit zal de Schiedammers ook duidelijk maken dat het het gemeentebestuur ernst is om de veiligheidsbeleving te verbeteren.
Het is common knowledge dat feitelijke onveiligheid en onveiligheidsbeleving niet zonder meer hetzelfde zijn. In de beleving van onveiligheid spelen allerlei factoren een rol die verder gaan dan de concrete problemen van criminaliteit, overlast en antisociaal gedrag. Dat maakt het een lastig te duiden fenomeen, voor de wetenschap, maar ook voor de politiek. En dat terwijl onveiligheidsbeleving een grote rol speelt in het maatschappelijk debat. Politici zijn doodsbenauwd onvoldoende gehoor te geven aan de roep om veiligheid. Ook in overheidsbeleid is men meer gaan koersen op de maatschappelijke onveiligheidsbeleving (Van den Herrewegen 2011). Het valt echter te betwijfelen of men deze gemakkelijk kan beïnvloeden (Terpstra en van der Vijver 2005). De culturele dimensies van onveiligheid, zoals”angsten, wantrouwen, emoties, behoefte aan vertrouwen en bescherming” (Terpstra 2009, p. 123) verander je niet zo snel. Onveiligheidsbeleving lijkt met andere woorden een referentiepunt zonder vaste coördinaten, en dat maakt het koersen erop tot een hachelijke zaak. In het wetenschappelijk onderzoek zijn tal van factoren in kaart gebracht die een rol spelen in de beleving van onveiligheid, zoals eerdere slachtofferervaringen, omgevingsfactoren en persoonlijkheidstrekken (bijvoorbeeld Hale 1996). Er is echter kritiek op deze voornamelijk kwantitatieve onderzoekstraditie omdat zich deze “hult in conceptuele onduidelijkheid en uitblinkt in ad-hoc operationaliseringen” (Pleysier 2010, p. 33). Het multi-dimensionale karakter van onveiligheidsbeleving maakt operationalisatie tot een complexe aangelegenheid. Ondanks de grote wetenschappelijke aandacht,“surprisingly little can be said conclusively about the fear of crime”(Ditton en Farrall 2000, p. xxi). Men zou vooral repeterend in plaats van cumulatief te werk zijn gegaan, waardoor veel lacunes in de wetenschap zijn achtergebleven (Pleysier 2010).
Veel jongeren in Nederland voelen zich eenzaam. Hoewel eenzaamheid sinds de coronacrisis zichtbaarder is geworden, is eenzaamheid onder jongeren nog steeds een relatief onbekend fenomeen, terwijl (langdurige) eenzaamheid grote gevolgen kan hebben. Zo gaat eenzaamheid gepaard met een hoger risico op psychische problemen (zoals depressie, cognitieve achteruitgang, angsten) en suïcidale gedachten. Dit kan leiden tot minder participatie in de samenleving, lagere schoolprestaties en schoolvermijding. Eenzaamheid is nadrukkelijker aanwezig bij zogenoemde ‘kwetsbare jongeren’: jongeren waar bijvoorbeeld thuis weinig geld is, die een gezinslid hebben dat langdurig ziek is, waar thuis sprake is van onveiligheid of jongeren die mentale klachten hebben. Omdat jongeren nauwelijks hulp zoeken voor hun eenzaamheid, spelen betrokkenen uit hun directe omgeving – waaronder professionals uit jeugdzorg, onderwijs en jongerenwerk - een grote rol in het signaleren van eenzaamheid, bieden van steun en waar nodig toeleiden naar passende hulp. Professionals ervaren hierin nog handelingsverlegenheid, vooral bij het handelen in het contact met jongeren die eenzaam zijn. In dit projectvoorstel werken twee lectoraten, verschillende professionals (afkomstig uit de jeugdzorg, het onderwijs en het jongerenwerk) en jongeren intensief samen in het ontwikkelen en uittesten van onderbouwde handvatten voor professionals om het handelen bij eenzaamheid te versterken. De vraag hoe professionals op een praktische manier kwetsbare jongeren kunnen ondersteunen bij gevoelens van eenzaamheid staat hierbij centraal. Er is een aparte stap in het project opgenomen gericht op de implementatie en borging van de ontwikkelde producten in de eigen dagelijkse praktijk van professionals. Door het handelen bij eenzaamheid van professionals op een duurzame manier te versterken en te borgen, worden eenzame jongeren beter geholpen en gevoelens van eenzaamheid verminderd.
Welke rol heeft de politie in de samenwerking met het zorgdomein, vooral rond mensen met meerdere en complexe problemen? In het project GIPZ onderzochten we dit samen met politie- en zorgprofessionals in de regio Midden-Nederland.
Deze pagina bevat een zelfscan die opleiders helpt om in kaart te brengen in hoeverre de studenten van de eigen opleiding de kennis, vaardigheden en moed kunnen ontwikkelen om adequaat te handelen bij signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld. Daarnaast biedt deze pagina een virtuele kast met lesmaterialen en werkvormen die docenten kunnen gebruiken om hun studenten deze kennis, vaardigheden en moed te helpen ontwikkelen.Doel Het doel van dit project is een impuls te geven aan de hbo-opleidingen in het sociale domein om breed aandacht te besteden aan huiselijk geweld en (kinder)mishandeling in hun curricula. Het percentage kinderen en volwassenen dat in een onveilige situatie moet leven omdat ze te maken hebben met kindermishandeling of huiselijk geweld is in Nederland al zo’n 15 jaar onveranderd gebleven. Eén van de manieren om dit percentage te verminderen, is ervoor te zorgen dat professionals (in spe) beter in staat zijn en de moed hebben om adequaat te reageren op signalen van onveiligheid. Deze website is ontwikkeld voor en door docenten in het hoger beroepsonderwijs die deze professionals opleiden. Resultaten Zelfscan en een kast met lesmaterialen (kennis, vaardigheden en professionele moed) rondom het reageren op signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Looptijd 01 december 2021 - 01 januari 2023 Aanpak De zelfscan en kast zijn ontwikkeld volgens het double-diamond-model, in nauwe samenspraak met onderzoekers, docenten, studenten, ervaringsdeskundigen en professionals uit het werkveld.