Service of SURF
© 2025 SURF
Op vrijdag 14 mei 2004 heeft de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk een internationaal symposium over 'Leiderschap en Diversiteit' georganiseerd. Het symposium handelde over de dynamiek van gender, nationale cultuur en etniciteit in moderne organisaties. Door de diversiteit van medewerkers, klanten en afzetmarkten worden nieuwe eisen gesteld aan de leidinggevende en is de bedrijfscultuur blijvend veranderd. Veel bedrijfsactiviteiten strekken zich uit tot buiten de landsgrenzen. Leidinggeven in of in samenwerking met bijvoorbeeld vestigingen in Zuid-Amerika of Aziatische landen vergt een andere leiderschapsstijl. Kennis van elkaars achtergronden, ofwel transcultureel inzicht, is nodig om optimaal te kunnen samenwerken. Internationaal gerenommeerde sprekers zijn ingegaan op: leiderschap in de Arabische wereld. leiderschap, gender en etniciteit. leiderschap en culturele dynamiek in organisaties. leiderschap en nationaliteit. Na de inleidingen van de gastsprekers werd in vier werkgroepen over deze thema's verder met de gastsprekers van gedachten gewisseld. Het symposium werd afgesloten met een gezamenlijke forumdiscussie en een borrel. Dit verslag is tevens het startsein voor verdere studie over het thema leiderschap en diversiteit binnen het HRM lectoraat. De leden van de HRM Kenniskring gaan verder onderzoek doen en hun kennis over dit thema overdragen in de dagelijkse onderwijspraktijk aan de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk.
Op het terrein van onderwijs en ICT investeren onderwijsinstellingen, bedrijven, brancheorganisaties en overheden in het bewerkstelligen van leertechnologie-afspraken. Het doel van die gezamenlijke inspanning is om het onderwijs te kunnen verbeteren en efficiknter te maken. Gedeelde opvattingen, vastgelegd in specificaties en standaarden, maken uitwisseling van gegevens mogelijk tussen uiteenlopende systemen. Dat biedt grote kansen voor onderwijsvernieuwing. Basisgegevens hoeven slechts op iin plek onderhouden te worden, maar zijn toch voor iedere instelling bruikbaar: eenmaal gemaakte lesmaterialen kunnen in verschillende leeromgevingen worden ingezet, studenten kunnen zich flexibel inschrijven voor cursussen aan verschillende instellingen terwijl hun studievoortgang zonder probleem wordt geregistreerd. Deze processen zijn essentikle voorwaarden voor een duurzame ontwikkeling van e-learning in de Lage Landen. Als samenwerkingsorganisatie voor het hoger onderwijs in Nederland neemt SURF deel aan de mars naar standaardisatie binnen de leertechnologie. De SURF SiX expertisegroep, een Special Interest Group van SURF, onderneemt activiteiten om realisatie en gebruik van leertechnologie-afspraken te bevorderen die voor het Nederlandse hoger onderwijs bruikbaar en nuttig zijn en die blijvende aansluiting van Nederland bij internationale e-learningontwikkelingen garanderen. Met dit boek geeft SURF SiX een brede groep onderwijsontwikkelaars en geonformeerde eindgebruikers inzicht in de huidige Nederlandse situatie op het gebied van leertechnologie-afspraken. Daarnaast wil dit boek laten zien dat leertechnologiespecificaties en standaarden meerwaarde hebben.
How and where can Dutch design entrepreneurs find work in Germany? This was the question DutchDFA put to the research team at Inholland University of Applied Sciences in February 2010. But the researchers took a different angle, and generated unexpected data, revealing patterns, and valuable new insights into practicing design and architecture abroad.
De digitale transitie van mkb’s, met name in de maakindustrie, is goed onderweg, maar verre van afgerond. Er is een grote vraag naar het invoeren van het (Industrial) Internet of Things om procesdata van productiesystemen te bemachtigen en deze vervolgens te analyseren. Deze analysestap heeft een verdere interesseboost gekregen door de mogelijkheden van artificiële intelligentie (AI), waarmee data-analyses naar een complexer niveau getild kunnen worden. In het RAAK-mkb-project Data in Smart Industry staat deze vraag naar de mogelijkheden van IoT en AI centraal: welke data moeten en kunnen we verzamelen en vervolgens op welke manier analyseren? Met bedrijfspartners uit de maakindustrie zijn verschillende casussen IoT-technologie en machine learning (een subdomein van AI) ingezet in pilot studies. Ter afsluiting van het project wordt, in samenwerking met de brancheorganisatie FME en het smartindustryplatform Boost, en vanuit het RAAK-mkb-project Focus op Vision, een aantal trainingssessies georganiseerd rondom AI. Hierbij wordt het bedrijfsleven onderwezen in het toepassen van AI-technologie vanuit een procesmatig en technisch perspectief, waarbij lering wordt getrokken uit de casussen van het Data in Smart Industry-project. De Top-up-subsidie dient het doel om de geleerde lessen uit het RAAK-mkb-project verder te laten landen in de regio Oost-Nederland. Instrumentaal hierin is TValley, een fieldlab gericht op de ontwikkeling van mechatronische systemen zoals industriële robotica. Met de Top-up-subsidie kan TValley uitgebreid worden met een pijler omtrent IoT en AI, vakgebieden die deels overlap hebben met het huidige domein van het fieldlab. Hiervoor worden de ontwikkelde leermaterialen ingezet en doorontwikkeld om kennis te verspreiden en nieuwe bedrijfscasussen op te starten rondom de thema’s IoT en AI binnen TValley.
Jaarlijks worden naar schatting 150 miljoen kwetsbare personen geholpen met humanitaire hulp. Voor hulpgoederen zijn grote hoeveelheden materiaal nodig, iets wat samengaat met een enorme milieu-impact. Hulpgoederen, waaronder shelters, hebben vaak een korte levensduur en er ontbreekt meestal een hergebruik oplossing aan het einde van de levensduur. Hulporganisaties zijn zich als geen ander bewust hoe uitputting van grondstoffen en uitstoot van CO2 een negatieve impact hebben op kwetsbare groepen in lage inkomenslanden. Het is daarom een groeiende wens van humanitaire organisaties en leveranciers om nadrukkelijk te kijken naar circulariteit van hulpgoederen. Op dit moment mist er een lijst met gewogen criteria om circulaire aankoop en ontwerpkeuzes te maken. In dit project ontwikkelen we een praktisch afwegingskader voor shelters. Hiermee kunnen zorgvuldig onderbouwde product keuzes gemaakt worden voor circulaire end-of-life oplossingen waarbij materiaalkeuze een belangrijke rol speelt. De projectpartners hebben cruciale kennis over de inkoop (Artsen Zonder Grenzen), het ontwerp (MKB-partner Wijnroemer Relief Goods), materiaaleigenschappen en circulariteit (Avans Hogeschool). Het afwegingskader wordt gebaseerd op uitgebreid deskresearch naar circulaire alternatieven, interviews naar het huidig materiaal gebruik en het huidige keuzeproces, en co-creatie sessies met verschillende hulporganisaties om wensen in kaart te brengen. Op basis daarvan wordt een overzichtelijke methodiek ontwikkeld die zowel materiaal technische als financiële afwegingen helpt maken. Het afwegingskader wordt dan in de praktijk getoetst en geëvalueerd op doelmatigheid, gebruiksvriendelijkheid en snelheid.
Ontwikkelingssamenwerking is een gebied dat sterk in beweging is. Veranderingen in financiering door de Nederlandse overheid van ontwikkelingssamenwerking (Schulpen et al., 2018) en de opkomst van digitale digitale technologieën en daarmee de toename van mobiele telefonie, sociale media, internetgebruik in ‘de landen van de ontwikkelingssamenwerkingsprojecten, big data, fintech, online surveillance en censuur hebben de ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties opgeschud en zelfs in een stroomversnelling gebracht. Maatschappelijke organisaties actief in ontwikkelingssamenwerking onderkennen de mogelijkheden die digitalisering hen biedt maar ervaren de gevolgen van deze digitale transformatie tegelijkertijd als complex, onzeker en onduidelijk in impact in ontwikkelingssamenwerking (Haikin & Flatters, 2017; Partos & The Spindle, 2018; Mitchell et al., 2020). In afstemming met mantelorganisaties actief in ontwikkelingssamenwerking beoogt dit project een antwoord te geven op de vraag hoe maatschappelijke organisaties digitale transformatie kunnen managen in de context van ontwikkelingssamenwerking met als doel om diverse Sustainable Development Goals te behalen De onderzoeksopzet is ingebed in de reeds opgedane theoretische kennis en onderzoekslijnen van het lectoraat Procesinnovatie en Informatiesystemen over de relatie van e-Leadership, IT Capabilities met Digitale Transformatie (Ravesteijn & Ongena, 2019), en breidt de kennis uit op het vlak van maatschappelijke organisaties actief in ontwikkelingssamenwerking, waar de dynamiek van geografisch wijd verspreide stakeholders en verschillende niveaus van digitale ontwikkelingen van organisaties zowel vanuit de praktijk als vanuit een academisch perspectief een interessante onderzoekdimensie opleveren. Voortbordurend op inzichten vanuit het promotieonderzoek van de kandidaat over hoe de organisaties sociale media inzetten voor ontwikkelingssamenwerkingsdoelen (Sheombar, 2019b; Sheombar et al., 2021), alsmede het onderzoekslijnen van het lectoraat is op basis van de systeembenadering van een socio-technische lens op digitale transformatie de onderzoeksvraag als volgt geformuleerd. hoe managen maatschappelijke organisaties digitale transformatie door socio-technische systemen in de context van meervoudige waardecreatie in ontwikkelingssamenwerking? Het project resulteert in ontwikkelde instrumenten en trainingsmateriaal voor de ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties voor omgaan met digital transformatie.