Service of SURF
© 2025 SURF
Hoofdstuk uit Handboek ontwerpgericht wetenschappelijk onderzoek, Ontwerpend onderzoeken in sociale contexten, 2023 2de druk
Hoofdstuk uit Handboek ontwerpgericht wetenschappelijk onderzoek, Ontwerpend onderzoeken in sociale contexten, 2023 2de druk
Toekomstige professionals moeten complexe problemen kunnen oplossen. Hoeleren we dit hbo-studenten? Design thinking en ontwerpgericht onderzoek bieden beiden dezelfde logica voor het ontwerpen van onderbouwde oplossingenvoor complexe problemen. Ze verschillen in accent, met name in inhoudelijke uitgangspunten en de organisatie van het ontwerpproces. Zowel design thinkingals ontwerpgericht onderzoek zijn geschikt voor het oplossen van complexeproblemen, zeker als hun sterke punten in opeenvolgende ontwerpcycli wordengecombineerd.
Bij de ontwikkeling van kinderen speelt de omgeving waarin zij opgroeien en de wijze waarop zij zich verbonden voelen met hun buurt een belangrijke rol (Owens, 2004; 2016). Om als basisschool goed bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van kinderen is het van belang dat scholen de omgeving en de buurt waarin hun leerlingen opgroeien kennen en kunnen benutten voor hun onderwijs. In het bijzonder gaat het daarbij om de betekenis die deze omgeving voor hun leerlingen heeft. Voor basisscholen in wijken met een grote diversiteit aan inwoners kan de betekenis van eenzelfde omgeving voor verschillende leerlingen ook zeer verschillend zijn. Naar de wijze waarop kinderen zich verbonden voelen met de fysieke en sociale ruimte is nog weinig onderzoek gedaan (Tani, 2016). Naast inzicht in de bestaande verbinding van kinderen met hun omgeving is het voor het onderwijs belangrijk om inzicht te verkrijgen in de wijze waarop kinderen in staat kunnen worden gesteld om zich te binden aan een plek en om deze plek te benutten bij hun ontwikkeling. De capability approach (Nussbaum, 2014) en een perspectief op de veerkracht van kinderen (Enthoven, 2007) bieden een kader om naar dit vraagstuk te kijken. Het onderzoek richt zich op wat het primair onderwijs kan doen om de aan de omgeving gerelateerde vermogens van kinderen te ontwikkelen. Onderwijs waarin de leefomgeving van kinderen wordt betrokken of waarin de leefomgeving op enige wijze een rol speelt kan hiertoe een middel zijn. Dit vanuit de notie dat door het ontwikkelen van een ‘sense of place’ (Dolan, 2016) de kennis, persoonlijke verbondenheid en verantwoordelijkheid voor de lokale omgeving versterkt kunnen worden. Het onderzoek zal na een verkennende fase een ontwerpgericht karakter krijgen, waarbij op onderzoeksmatige wijze materiaal wordt ontwikkeld dat bruikbaar is op basisscholen en lerarenopleidingen basisonderwijs.
Verpleegkundig specialisten (VS’en) zijn hbo-master-opgeleide professionals die acteren op het hoogste beheersingsniveau binnen de verpleegkunde (NLQF 7). Zij hebben in Nederland hun intrede gedaan sinds de eeuwwisseling. Binnen de ggz is de inzet van de VS als regiebehandelaar echter pas sinds januari 2017 bekrachtigd in het Model Kwaliteitsinstituut. Elke ggz-instelling is verplicht om een Kwaliteitsstatuut te heb-ben, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe de kwaliteit en doelmatigheid van de zorgverlening vorm krijgt. De VS als regiebehandelaar wordt in het Model Kwaliteitsstatuut aanbevolen voor cliënten waarbij de pri-maire focus van de behandeling gericht is op de gevolgen van de psychiatrische stoornis. VS’en-ggz vragen zich af hoe zij invulling kunnen geven aan de rol van regiebehandelaar. Het resultaat van dit RAAK-project moet een handreiking worden voor VS’en-ggz om hen te ondersteunen bij het invullen van de rol als regie-behandelaar binnen het multidisciplinaire team. We richten ons in dit project op de basis- en specialistische ggz die geboden wordt vanuit de ggz-instellingen. Om te komen tot een handreiking kiezen we voor data-triangulatie door drie verschillende methoden in te zetten, namelijk 1. nationale survey, 2. multiple casestu-die met mixed methods en 3. ontwerpgericht design om een handreiking te ontwikkelen. Tijdens het onder-zoeksproject en bij de verspreiding van kennis werken we samen met: cliëntraden, cliënten/naasten, VS’en-ggz, psychiaters en psychologen uit zeven ggz-instellingen; lectoren en docenten uit zes instellingen voor Hoger Beroeps Onderwijs; beroepsverenigingen voor VS’en, psychiaters en psychologen; hoogleraar verple-gingswetenschap en brancheorganisatie GGZ Nederland. Op deze wijze borgen we dat het onderzoek en de handreiking daadwerkelijk leiden tot breed gedragen handvatten voor de dagelijkse praktijk die bijdragen aan de invulling van de rol van regiebehandelaar door de VS, wat resulteert in kwaliteitswinst voor cliënten die in behandeling zijn bij een ggz-instelling.
Toetsen is een essentieel onderdeel van het onderwijs. Helaas leidt het huidige gebruik van toetsen vooral tot kortetermijn-effecten op leren: leerlingen werken van toets naar toets en het leren stopt bij het ontvangen van het cijfer. Deze constatering heeft veel VO-scholen gestimuleerd andere aanpakken te verkennen. Formatief evalueren is een bewezen aanpak die de ontwikkeling, betrokkenheid en het langetermijnleren van leerlingen versterkt. Momenteel stellen veel scholen de formatieve functie van toetsen centraal: zo reduceren scholen bijvoorbeeld het aantal momenten waarop cijfers worden gegeven en investeren zij in de kwaliteit van feedback. Zij zoeken naar manieren om zonder ‘formele toetsen’ inzicht te krijgen in de ontwikkeling van leerlingen. Docenten die binnen hun eigen lespraktijk aan de slag zijn met formatieve evaluatie, geven zelf aan dat dit op kleine schaal tot mooie resultaten leidt: docenten ervaren een toenemende motivatie en eigenaarschap bij leerlingen, en geven aan zelf meer plezier te hebben in het lesgeven. Toch ervaren zij ook de nodige knelpunten. Het blijkt dat docenten weliswaar in staat zijn om losstaande formatieve leeractiviteiten toe te passen, maar handelingsverlegenheid ervaren bij het ontwerpen en uitvoeren van een programma van formatieve leeractiviteiten: een combinatie van bewust gekozen en in samenhang ingezette formatieve leeractiviteiten die de juiste informatie oplevert om beslissingen te kunnen nemen over hoe het onderwijs verder vorm te geven ten dienste van het verdere leren van hun leerlingen. Doel van dit project is wetenschappelijk onderbouwde én praktische handvatten te ontwikkelen die docenten ondersteunen bij het ontwerpen en uitvoeren van een dergelijke combinatie van formatieve leeractiviteiten. De kernopbrengsten van dit project zijn ontwerpprincipes die docenten helpen bij het maken van een programma van formatieve leeractiviteiten dat docenten aantoonbaar ondersteunt bij het nemen van beslissingen over leerlingen en een praktische handreiking om deze combinatie van activiteiten in te zetten in de dagelijkse onderwijspraktijk.